ECLI:NL:RBNNE:2023:4652

• Datum uitspraak: 22 mei 2023
• Publicatiedatum: 13 november 2023
• Zaaknummer: 189281
• Instantie: Rechtbank Noord-Nederland
• Type: Uitspraak
• Rechtsgebied: Civiel recht; Personen- en familierecht
• Procedures: Eerste aanleg - enkelvoudig
• Rechters: G.J. Baken
• Vindplaatsen: Rechtspraak.nl

AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd

Machtiging gesloten jeugdhulp voor minderjarige met spoedverzoek

Op 22 mei 2023 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Noord-Nederland, locatie Leeuwarden, een beschikking gegeven in een zaak betreffende een minderjarige, geboren op 14 januari 2006. De zaak betreft een verzoek om een (spoed)machtiging voor gesloten jeugdhulp, ingediend door het Regiecentrum Bescherming en Veiligheid, de voogd van de minderjarige. De kinderrechter heeft de zaak behandeld tijdens een mondelinge zitting met gesloten deuren, waarbij de advocaat van de voogd, mr. M.R. Rauwerda, aanwezig was. De minderjarige was opgeroepen, maar is niet verschenen.

De kinderrechter heeft vastgesteld dat er een verzoek is gedaan voor een spoedmachtiging om de minderjarige in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp op te nemen voor de duur van vier weken, met een aansluitend verzoek voor een reguliere machtiging van drie maanden. De gedragswetenschapper heeft ingestemd met het verzoek, maar de kinderrechter heeft geconcludeerd dat aan de wettelijke vereisten voor de reguliere machtiging niet is voldaan, omdat de minderjarige niet kon worden onderzocht. De beslissing op dit verzoek is aangehouden tot een volgende zitting op 5 juni 2023.

De kinderrechter heeft echter geoordeeld dat de spoedmachtiging wel kan worden verleend, gezien de ernst van de situatie en het risico dat de minderjarige zich aan de zorg zou onttrekken. De kinderrechter heeft de spoedmachtiging verleend met ingang van 22 mei 2023 voor de duur van vier weken, en de beslissing op de reguliere verzoeken is aangehouden. De betrokken partijen zijn uitgenodigd voor de volgende zitting om hun mening te geven over de situatie.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Familie- en Jeugdrecht

Locatie Leeuwarden

Zaaknummers: C/17/189281 / JE RK 23-405 en C/17/189468 / JE RK 23-447

Datum uitspraak: 22 mei 2023

Beschikking van de kinderrechter over een (spoed)machtiging gesloten jeugdhulp

in de zaak van

het Regiecentrum Bescherming en Veiligheid ,

gevestigd te Leeuwarden, hierna te noemen: de voogd,

betreffende

[naam] , geboren op 14 januari 2006 te [geboorteplaats] ,

hierna te noemen: [minderjarige] ,

advocaat: mr. M.R. Rauwerda, te Leeuwarden.

1. Het procesverloop

Ten aanzien van het verzoek om een machtiging gesloten jeugdhulp met zaaknummer C/17/189281 / JE RK 23-405

1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

- het verzoek met bijlagen van de voogd van 4 mei 2023, ingekomen bij de griffie op diezelfde datum;

- de instemmende verklaring van 4 mei 2023 van de gekwalificeerde gedragswetenschapper;

- het door de voogd nagezonden plan van Jeugdhulp Friesland, ingekomen bij de griffie op 10 mei 2023.

1.2.

Op 22 mei 2023 heeft de kinderrechter de zaak tijdens de mondelinge behandeling met gesloten deuren behandeld. Daarbij zijn verschenen:
- mr. M.R. Rauwerda;

- de heer [naam] en mevrouw [naam] , namens de voogd.

1.3.

[minderjarige] is opgeroepen, maar niet verschenen.

Ten aanzien van het verzoek om een spoedmachtiging gesloten jeugdhulp met zaaknummer C/17/189468 / JE RK 23-447

1.4.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

- het mondelinge verzoek ter zitting van 22 mei 2023 en;

- het schriftelijk bevestigde verzoek met bijlagen van de voogd van 23 mei 2023, ingekomen bij de griffie op diezelfde datum.

1.5.

Aan [minderjarige] is als advocaat toegevoegd, mr. M.R. Rauwerda, te Leeuwarden.

2. De feiten

2.1.

Bij beschikking van 14 augustus 2019 is [minderjarige] onder voogdij gesteld van het Regiecentrum Bescherming en Veiligheid.

2.2.

[minderjarige] verblijft in [instelling] .

3. Het verzoek

3.1.

De voogd verzoekt een spoedmachtiging om [minderjarige] in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp te doen opnemen en te doen verblijven voor de duur van vier weken. Tevens is verzocht om aansluitend een machtiging te verlenen voor verblijf in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp voor de duur van drie maanden.

3.2.

De gedragswetenschapper heeft ingestemd met het verzoek. Dit blijkt uit de verklaring van 4 mei 2023.

4. De beoordeling

Ten aanzien van het verzoek om een machtiging gesloten jeugdhulp met zaaknummer C/17/189281 / JE RK 23-405

4.1.

De kinderrechter overweegt ten aanzien van dit (reguliere) verzoek als volgt. Een machtiging om een jeugdige in een gesloten accommodatie te doen opnemen en te doen verblijven is zeer ingrijpend. Om die reden heeft de wetgever in artikel 6.1.2, zesde lid, van de Jeugdwet bepaald dat het verzoek moet zijn voorzien van de instemming van een gekwalificeerde gedragswetenschapper, die de jeugdige met het oog daarop kort te voren heeft onderzocht.

4.2.

De kinderrechter constateert dat aan deze voorwaarde in onderhavige zaak niet is voldaan. De gedragswetenschapper heeft [minderjarige] namelijk niet onderzocht, omdat zij is weggelopen en het onderzoek daardoor feitelijk onmogelijk was. De kinderrechter kan daarom de verzochte machtiging op dit ogenblik op basis van de huidige beschikbare stukken niet verlenen en houdt de beslissing op het verzoek aan tot de zitting achter gesloten deuren van 5 juni 2023. Ter zitting is dit met de aanwezigen besproken, wat voor de voogd aanleiding was om ter zitting een spoedmachtiging te vragen. Tijdens de zitting op 5 juni 2023 zal het reguliere verzoek gelijktijdig worden behandeld met horen van betrokkenen op de spoedmachtiging gesloten jeugdhulp.

Ten aanzien van het verzoek om een spoedmachtiging gesloten jeugdhulp met zaaknummer C/17/189468 / JE RK 23-447

4.3.

Gelet op het bepaalde in artikel 6.1.3, tweede lid, Jeugdwet, dient onmiddellijke verlening van jeugdzorg noodzakelijk te zijn in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen van de jeugdige die de ontwikkeling naar volwassenheid ernstig belemmeren of een ernstig vermoeden daarvan. Bovendien dient een uithuisplaatsing noodzakelijk te zijn om te voorkomen dat de jeugdige zich aan de zorg die de jeugdige nodig heeft zal onttrekken of daaraan door anderen zal worden onttrokken.

4.4.

De kinderrechter is op basis van de thans beschikbare informatie van oordeel dat aan het wettelijk criterium zoals hiervoor is weergegeven is voldaan en dat het horen van de jeugdige en de overige belanghebbenden niet kan worden afgewacht zonder onmiddellijk en ernstig dreigend gevaar voor de jeugdige. Anders dan bij een regulier verzoek, hoeft de gekwalificeerde gedragswetenschapper een jeugdige in het geval van vermissing of vluchtgevaar niet kort te voren in persoon te hebben onderzocht. Aldus voldoet de instemmende verklaring in onderhavige situatie wel ten aanzien de spoedmachtiging.

4.5.

De voogd, [minderjarige] , mr. Rauwerda en eventueel overige belanghebbenden worden in de gelegenheid gesteld hun mening te geven op de hierna genoemde zitting. In afwachting van deze zitting zal de spoedmachtiging tot uithuisplaatsing in een accommodatie voor gesloten jeugdhulp voor de duur van vier weken worden verleend.

5. De beslissing

De kinderrechter:

5.1.

verleent een spoedmachtiging gesloten jeugdhulp met ingang van 22 mei 2023 voor de duur van vier weken betreffende de minderjarige
[naam] ;

5.2.

houdt de beslissing op beide verzoeken voor het overige aan;

5.3.

bepaalt dat de voogd, [minderjarige] en haar advocaat ten aanzien van beide zaken zullen worden gehoord tijdens de mondelinge behandeling van de rechtbank Noord-Nederland, locatie Leeuwarden, in het gerechtsgebouw aan Zaailand 102 te Leeuwarden, op
5 juni 2023 om 13:00 uur .

Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 22 mei 2023 door mr. G.J. Baken, kinderrechter, in aanwezigheid van E. Massink als griffier, en op schrift gesteld op 24 mei 2023.

Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:

- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;

- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.

Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Arnhem-Leeuwarden.