ECLI:NL:RBNNE:2023:4644

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
15 mei 2023
Publicatiedatum
13 november 2023
Zaaknummer
189331
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging gesloten jeugdhulp voor minderjarige met ernstige gedragsproblematiek

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Noord-Nederland op 15 mei 2023 een beschikking gegeven over een machtiging voor gesloten jeugdhulp voor een minderjarige, geboren in 2007. Het college van burgemeester en wethouders van Almere had een spoedmachtiging aangevraagd, omdat de minderjarige, hierna te noemen [minderjarige], ernstige gedragsproblemen vertoonde, waaronder agressief gedrag en het niet kunnen aanvaarden van begeleiding. De kinderrechter had eerder op 10 mei 2023 al een spoedmachtiging verleend voor een periode van vier weken, die op 7 juni 2023 zou eindigen.

Tijdens de zitting op 15 mei 2023 zijn verschillende partijen gehoord, waaronder de advocaat van [minderjarige], de voogden en vertegenwoordigers van het college en SAVE Midden-Nederland. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de situatie van [minderjarige] ernstig is geëscaleerd, wat de noodzaak voor een gesloten jeugdhulpmaatregel onderstreept. De kinderrechter heeft de eerdere beschikking bevestigd en een machtiging verleend voor een gesloten accommodatie voor jeugdhulp tot 10 november 2023. Dit is noodzakelijk om de veiligheid van [minderjarige] en anderen te waarborgen en om hem de benodigde ondersteuning te bieden in zijn ontwikkeling.

De kinderrechter heeft in zijn overwegingen benadrukt dat de machtiging voor gesloten jeugdhulp alleen kan worden verleend als er sprake is van ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de jeugdige ernstig belemmeren. In dit geval was er voldoende bewijs dat aan deze vereisten was voldaan, gezien de gedragsproblematiek van [minderjarige] en de risico's die hij met zich meebracht in een open setting. De kinderrechter heeft de termijn van de machtiging passend geacht, gezien de stappen die nog gezet moeten worden voor een veilig en passend woonperspectief voor [minderjarige].

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Familie- en Jeugdrecht
Locatie Leeuwarden
Zaaknummer: C/17/189331 / JE RK 23-416
Datum uitspraak: 15 mei 2023
Beschikking van de kinderrechter over een machtiging gesloten jeugdhulp
in de zaak van
het college van burgemeester en B&W Almere,
zetelend te Almere, hierna te noemen het college,
betreffende
[naam], geboren op [geboortedag] 2007 te [geboorteplaats 2] ,
hierna te noemen: [minderjarige] ,
advocaat: mr. K.E. Wielenga, kantoorhoudende te Leeuwarden.
De rechtbank merkt als belanghebbenden aan:
De heer [naam] en mevr. [naam],
hierna te noemen: de voogden,
wonende te [woonplaats] .

1.Het verdere procesverloop

1.1.
Bij beschikking van 10 mei 2023, waarvan de inhoud als hier herhaald en ingelast moet worden beschouwd, heeft de kinderrechter een spoedmachtiging verleend om [minderjarige] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie van een jeugdhulpaanbieder voor de duur van vier weken, te weten tot 7 juni 2023. De beslissing op het verzoek is voor het overige aangehouden tot de zitting met gesloten deuren van 15 mei 2023.
1.2.
Na 10 mei 2023 heeft de kinderrechter kennisgenomen van:
- het verzoekschrift met bijlagen van het college, ingekomen bij de griffie op 11 mei 2023;
- een instemmende verklaring van de gedragswetenschapper van 8 mei 2023, door het college overgelegd op de zitting in verband met de verzochte spoedmachtiging gesloten jeugdhulp;
- een instemmende verklaring van de gedragswetenschapper van 11 mei 2023, door het college overgelegd op de zitting in verband met de verzochte machtiging gesloten jeugdhulp.
1.3.
Op 15 mei 2023 heeft de kinderrechter het verzoek op de zitting achter gesloten deuren behandeld. Verschenen en gehoord zijn:
- mr. K.E. Wielenga, namens [minderjarige] ;
- de voogden;
- mevrouw [naam] , namens het college;
- mevrouw [naam] , namens SAVE Midden-Nederland.
1.4.
Na de mondelinge behandeling heeft de kinderrechter kennisgenomen van de brief van de manager Toegang Jeugdhulp JGZ Almere, waarin is bevestigd dat mevrouw [naam] gemachtigd is om als procesvertegenwoordiger op te treden.
1.5.
[minderjarige] is opgeroepen, maar is niet op de zitting verschenen.

2.De verdere feiten

2.1.
Voor de vaststaande feiten verwijst de kinderrechter naar de beschikking van 10 mei 2023.
2.2.
[minderjarige] verblijft op grond van de verleende spoedmachtiging gesloten jeugdhulp op een gesloten groep van [instelling] .

3.Het verdere verzoek

3.1.
Het college heeft ten aanzien van [minderjarige] een spoedmachtiging gesloten jeugdhulp verzocht voor de duur van vier weken en aansluitend verzocht om een machtiging gesloten jeugdhulp ten aanzien van [minderjarige] te verlenen voor de duur van vijf maanden.
3.2.
Ter onderbouwing van het verzoek heeft het collega aangevoerd dat [minderjarige] op 10 mei 2023 teruggeplaatst is op zijn behandelgroep [instelling] . Enkele uren na de terugplaatsing van [minderjarige] is de situatie opnieuw ernstig geëscaleerd. [minderjarige] liet zich niet aansturen op zijn gedrag, is dreigend en agressief geweest en heeft een stoel naar een medewerker gegooid. Dat heeft ertoe geleid dat er een spoedmachtiging gesloten jeugdhulp is aangevraagd, waarna [minderjarige] bij [instelling] is geplaatst. [minderjarige] is afgelopen weekend opnieuw weggelopen en op dit moment is niet bekend waar hij verblijft. Bij [minderjarige] is sprake van een benedengemiddelde intelligentie, hechtingsproblematiek, ADHD en (vermoedelijk) Foetaal Alcohol Spectrum Disorder (FASD) met onder meer problemen in de emotieregulatie. Hij kampt met ernstige gedragsproblematiek, wat maakt dat in een open setting de veiligheid van [minderjarige] en de mensen om hem heen onvoldoende gewaarborgd kan worden. Om het ontstane gedragspatroon te doorbreken en de situatie te stabiliseren, is een machtiging gesloten jeugdhulp noodzakelijk. Gelet op de ernstige problematiek van [minderjarige] is daarnaast de Raad voor de Kinderbescherming verzocht om onderzoek te doen naar een eventuele kinderbeschermingsmaatregel, waardoor er mogelijk meer ondersteuning beschikbaar is om een geschikte vervolgplek voor [minderjarige] te vinden.

4.De standpunten

4.1.
De advocaat van [minderjarige] heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de kinderrechter.
4.2.
De voogden van [minderjarige] staan achter het verzoek van het college. Zij vrezen dat de veiligheid van [minderjarige] op een open groep in het geding komt, waardoor hij uiteindelijk in het ziekenhuis of in een gevangenis terecht zal komen. De voogden zien dat [minderjarige] in negatieve zin is veranderd en verder lijkt af te glijden. De voogden voelen zich machteloos en willen graag meer ondersteuning, bijvoorbeeld in de vorm van een ondertoezichtstelling. Daarnaast hebben zij de wenst om betrokken te blijven bij [minderjarige] .

5.De verdere beoordeling

Ten aanzien van de spoedmachtiging gesloten jeugdhulp
5.1.
De kinderrechter is van oordeel dat de beschikking van 10 mei 2023, waarbij de spoedmachtiging gesloten jeugdhulp betreffende [minderjarige] is verleend, op terechte gronden is gegeven en dat deze beschikking in stand moet blijven. Het feit dat de veiligheid van [minderjarige] , zijn groepsgenoten en de groepsleiding op een open groep door zijn gedrag niet langer gewaarborgd kon worden, rechtvaardigt deze beslissing.
Ten aanzien van de machtiging gesloten jeugdhulp
5.2.
Gelet op het bepaalde in artikel 6.1.2, tweede lid, Jeugdwet kan een machtiging voor een gesloten accommodatie voor jeugdhulp slechts worden verleend indien naar het oordeel van de kinderrechter deze jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de jeugdige naar volwassenheid ernstig belemmeren. Bovendien dient de opneming en het verblijf noodzakelijk te zijn om te voorkomen dat de jeugdige zich aan deze jeugdhulp onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken.
5.3.
Uit de overgelegde stukken en hetgeen ter zitting naar voren is gebracht is naar het oordeel van de kinderrechter gebleken dat aan bovengenoemde vereisten is voldaan. De kinderrechter overweegt dat er zich kort na de terugplaatsing van [minderjarige] op een open groep bij [instelling] opnieuw een aantal ernstige incidenten heeft voorgedaan, die maken dat de veiligheid van zowel [minderjarige] als zijn groepsgenoten en begeleiders zonder machtiging gesloten jeugdhulp onvoldoende gewaarborgd kan worden. De kinderrechter overweegt dat het kader van een machtiging gesloten jeugdhulp noodzakelijk is om [minderjarige] te stabiliseren. Daarnaast kan binnen deze setting gezocht worden naar (on)mogelijkheden om [minderjarige] handvatten te bieden om zo goed mogelijk met zijn (blijvende) problematiek om te gaan en kan er een plan worden opgesteld om tot een passend woonperspectief voor [minderjarige] te komen, welke tegemoet komt aan zijn behoeften. De kinderrechter zal daarom een machtiging voor een gesloten accommodatie voor jeugdhulp verlenen voor de resterende verzochte duur, tot 10 november 2023. Gelet op de stappen die nog gezet moeten worden vindt de kinderrechter deze termijn passend.

6.De verdere beslissing

De rechtbank:
6.1.
verleent een machtiging om [minderjarige] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp tot 10 november 2023.
Deze beschikking is gegeven door mr. C.W. Couperus-van Kooten, kinderrechter, en in het openbaar uitgesproken op 15 mei 2023 in aanwezigheid van mr. H.J. Boon als griffier. De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 31 mei 2023.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Arnhem-Leeuwarden.