ECLI:NL:RBNNE:2023:4633

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
3 november 2023
Publicatiedatum
13 november 2023
Zaaknummer
191998
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing reguliere machtiging gesloten jeugdhulp en verlening spoedmachtiging gesloten jeugdhulp voor minderjarige

Op 3 november 2023 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in een zaak betreffende een minderjarige, geboren in 2006, die onder voogdij staat van het Regiecentrum Bescherming en Veiligheid. De kinderrechter behandelde twee verzoeken: een regulier verzoek om een machtiging voor gesloten jeugdhulp en een spoedverzoek om dezelfde machtiging. Het reguliere verzoek werd afgewezen omdat de gedragswetenschapper de minderjarige niet had onderzocht, wat in strijd is met de vereisten van de Jeugdwet. De minderjarige was als vermist opgegeven, waardoor het onderzoek niet kon plaatsvinden. De kinderrechter oordeelde dat de afwezigheid van de minderjarige en de ernst van de situatie een spoedmachtiging rechtvaardigden. De kinderrechter verleende daarom een spoedmachtiging voor de duur van vier weken, zodat de minderjarige kan worden opgenomen in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp. De beslissing werd mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de hoop dat er in de tussenliggende periode meer duidelijkheid komt over de situatie van de minderjarige.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Familie- en Jeugdrecht
Locatie Leeuwarden
Zaaknummer: C/17/191998 / FA RK 23-2237 en C/17/192109 JE RK 23-964
Datum uitspraak: 3 november 2023
Beschikking van de kinderrechter over een (spoed)machtiging gesloten jeugdhulp
in de zaak van
het Regiecentrum Bescherming en Veiligheid,
gevestigd te Leeuwarden, hierna te noemen: de voogd,
over
[minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2006 in [geboorteplaats] ,
hierna te noemen [minderjarige] ,
advocaat: mr. M.R. Rauwerda, te Leeuwarden.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
Op 23 oktober 2023 is bij de rechtbank binnengekomen een (spoed)verzoek machtiging gesloten jeugdhulp ten aanzien van [minderjarige] . Dit verzoek is bij de rechtbank bekend onder zaaknummer C/17/191998 / FA RK 23-2237.
1.2.
Vervolgens is 30 oktober 2023 een regulier verzoekschrift ontvangen door de rechtbank, waarbij is verzocht om een machtiging gesloten jeugdhulp ten aanzien van [minderjarige] af te geven. Dit verzoek is bij de rechtbank bekend onder zaaknummer C/17/192109 JE RK 23-964.
1.3.
De kinderrechter heeft in beide zaken kennisgenomen van de volgende stukken:
- de instemmende verklaring d.d. 30 oktober 2023 van de gekwalificeerde gedragswetenschapper, ingekomen bij de griffie op diezelfde dag;
- een evaluatie van de doelen van [naam instelling] d.d. 30 oktober 2023, ingekomen bij de griffie op diezelfde dag.
1.4.
Aan [minderjarige] is als advocaat toegevoegd, mr. M.R. Rauwerda, te Leeuwarden.
1.5.
Op 3 november 2023 heeft de kinderrechter beide verzoeken gelijktijdig behandeld ter zitting met gesloten deuren. Daarbij waren aanwezig:
- de heer [naam] , namens de voogd;
- mr. M.R. Rauwerda, advocaat van [minderjarige] .
1.6.
[minderjarige] is opgeroepen, maar niet verschenen.

2.De feiten

2.1.
Bij beschikking van 14 augustus 2019 is [minderjarige] onder voogdij gesteld van het Regiecentrum Bescherming en Veiligheid.
2.2.
Bij beschikking van 14 september 2023 is de machtiging tot gesloten jeugdhulp verlengd tot uiterlijk 4 november 2023.
2.3.
Op grond van voornoemde machtiging gesloten jeugdhulp zou [minderjarige] bij [naam instelling] moeten zijn. Maar op dit moment is onbekend waar [minderjarige] verblijft. [minderjarige] is als vermist opgegeven.

3.Het verzoek

3.1.
De voogd verzoekt een (spoed)machtiging om [minderjarige] in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp te doen opnemen en te doen verblijven tot aan haar meerderjarigheid, te weten 14 januari 2024.
3.2.
De gedragswetenschapper heeft ingestemd met het verzoek. Dit blijkt uit de verklaring van 30 oktober 2023.

4.De beoordeling

Ten aanzien van het verzoek om een machtiging gesloten jeugdhulp met zaaknummer C/17/192109 JE RK 23-964

4.1.
De kinderrechter overweegt ten aanzien van dit (reguliere) verzoek als volgt. Een machtiging om een jeugdige in een gesloten accommodatie te doen opnemen en te doen verblijven is zeer ingrijpend. Om die reden heeft de wetgever in artikel 6.1.2, zesde lid, van de Jeugdwet bepaald dat het verzoek moet zijn voorzien van de instemming van een gekwalificeerde gedragswetenschapper, die de jeugdige met het oog daarop kort te voren heeft onderzocht.
4.2.
De kinderrechter constateert dat aan deze voorwaarde in onderhavige zaak niet is voldaan. De gedragswetenschapper heeft [minderjarige] namelijk niet onderzocht, omdat zij is weggelopen en het onderzoek daardoor feitelijk onmogelijk was. De kinderrechter kan daarom de verzochte reguliere machtiging niet verlenen en zal dit verzoek afwijzen.
Ten aanzien van het verzoek om een (spoed)machtiging gesloten jeugdhulp met zaaknummer C/17/191998 / FA RK 23-2237
4.3.
Gelet op het bepaalde in artikel 6.1.3, tweede lid, Jeugdwet, dient onmiddellijke verlening van jeugdzorg noodzakelijk te zijn in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen van de jeugdige die de ontwikkeling naar volwassenheid ernstig belemmeren of een ernstig vermoeden daarvan. Bovendien dient een uithuisplaatsing noodzakelijk te zijn om te voorkomen dat de jeugdige zich aan de zorg die de jeugdige nodig heeft zal onttrekken of daaraan door anderen zal worden onttrokken.
4.4.
De kinderrechter is op basis van de thans beschikbare informatie van oordeel dat aan het wettelijk criterium zoals hiervoor is weergegeven is voldaan en dat het horen van de jeugdige en de overige belanghebbenden niet kan worden afgewacht zonder onmiddellijk en ernstig dreigend gevaar voor de jeugdige. Anders dan bij een regulier verzoek, hoeft de gekwalificeerde gedragswetenschapper op grond van artikel 6.1.3., derde lid, Jeugdwet, een jeugdige in het geval van bijvoorbeeld vermissing of vluchtgevaar niet kort te voren in persoon te hebben onderzocht. Dit maakt dat de instemmende verklaring van de gedragswetenschapper ten aanzien van de spoedmachtiging wel voldoet. Ondanks dat op dit moment onduidelijk is waar [minderjarige] verblijft en hoe het met [minderjarige] gaat, maakt de kinderrechter zich grote zorgen over [minderjarige] en haar situatie. Het is van belang dat [minderjarige] zo snel mogelijk gevonden wordt en dat zij de hulp en ondersteuning krijgt die zij nodig heeft. De kinderrechter is van oordeel dat hiervoor een spoedmachtiging nodig is. [minderjarige] is erg kwetsbaar en onderhoudt een relatie met een 42-jarige man, waarbij zij mogelijk verblijft. Met een spoedmachtiging gesloten jeugdhulp kan de politie, zoals de GI op zitting heeft aangevoerd, meer doen in de vermissing/opsporing van [minderjarige] dan zonder een machtiging. Bovendien kan met een machtiging gesloten jeugdhulp achter de hand snel gehandeld worden op het moment dat [minderjarige] aangetroffen wordt. De kinderrechter zal daarom een spoedmachtiging gesloten jeugdhulp verlenen voor de duur van vier weken. Het verzoek zal voor het overige worden aangehouden tot de zitting van [datum] De kinderrechter spreekt de hoop uit dat er in de tussenliggende periode meer duidelijkheid komt over [minderjarige] haar situatie en benadrukt dat het van groot belang is dat de vermissing van [minderjarige] urgent blijft.

5.De beslissing

De kinderrechter:
Ten aanzien van het verzoek om een machtiging gesloten jeugdhulp met zaaknummer C/17/192109 JE RK 23-964
5.1.
wijst het verzoek af;
Ten aanzien van het verzoek om een (spoed)machtiging gesloten jeugdhulp met zaaknummer C/17/191998 / FA RK 23-2237
5.2.
verleent een spoedmachtiging om [minderjarige] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp met ingang van 3 november 2023 voor de duur van vier weken;
5.3.
houdt de beslissing voor het overige aan;
5.4.
bepaalt dat de voogd, [minderjarige] en haar advocaat ten aanzien van het resterende deel van dit verzoek zullen worden gehoord tijdens de mondelinge behandeling van de rechtbank Noord-Nederland, locatie Leeuwarden, in het gerechtsgebouw aan Zaailand 102 te Leeuwarden, op
[datum].
Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 3 november 2023 door mr. J. Teertstra, kinderrechter, in aanwezigheid van N. Hooghiemster als griffier, en op schrift gesteld op 7 november 2023.
(fn: 656)
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Arnhem-Leeuwarden.