Op 3 november 2023 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in een zaak betreffende een minderjarige, geboren in 2006, die onder voogdij staat van het Regiecentrum Bescherming en Veiligheid. De kinderrechter behandelde twee verzoeken: een regulier verzoek om een machtiging voor gesloten jeugdhulp en een spoedverzoek om dezelfde machtiging. Het reguliere verzoek werd afgewezen omdat de gedragswetenschapper de minderjarige niet had onderzocht, wat in strijd is met de vereisten van de Jeugdwet. De minderjarige was als vermist opgegeven, waardoor het onderzoek niet kon plaatsvinden. De kinderrechter oordeelde dat de afwezigheid van de minderjarige en de ernst van de situatie een spoedmachtiging rechtvaardigden. De kinderrechter verleende daarom een spoedmachtiging voor de duur van vier weken, zodat de minderjarige kan worden opgenomen in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp. De beslissing werd mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de hoop dat er in de tussenliggende periode meer duidelijkheid komt over de situatie van de minderjarige.