Uitspraak
1.De procedure in de hoofdzaak en in de vrijwaringszaak
- de conclusie van repliek;
2.De feiten (in de hoofdzaak en in de vrijwaringszaak)
Op 19 september 2018 heeft onze inspecteur de volgende standen opgenomen(…)
. De meter was in orde, de contractant heeft dit hoge verbruik daadwerkelijk afgenomen.” Vervolgens heeft Eneco het geconstateerde elektriciteitsverbruik gelijk verdeeld over de jaren 2013 t/m 2020 en daarvoor op 3 februari 2021 gecorrigeerde nota’s naar [gedaagde in de hoofdzaak tevens eiser in vrijwaring] gestuurd. Vervolgens is [gedaagde in de hoofdzaak tevens eiser in vrijwaring] meerdere malen aangemaand om te betalen.
3.Het geschil in de hoofdzaak
4.Het geschil in de vrijwaringszaak
5.De beoordeling in de hoofdzaak
De meter was in orde, de contractant heeft dit hoge verbruik daadwerkelijk afgenomen.” Gelet op deze omstandigheden had [gedaagde in de hoofdzaak tevens eiser in vrijwaring] beter moeten onderbouwen waarom het door Eneco geregistreerde verbruik onjuist was. De enkele verwijzing naar het strafvonnis van [gedaagde in de vrijwaring] is daarvoor onvoldoende. Uit dit vonnis blijkt weliswaar dat [gedaagde in de vrijwaring] gedurende drie maanden hennep heeft geteeld, maar daaruit kan niet worden afgeleid dat het telen ook tot deze drie maanden beperkt is gebleven. De kantonrechter komt daarom tot de conclusie dat [gedaagde in de hoofdzaak tevens eiser in vrijwaring] het door Eneco gestelde gebruik onvoldoende gemotiveerd heeft betwist.