Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d.
[verdachte] ,
Tenlastelegging
- de macht/controle over het stuur van het door hem, verdachte, bestuurde motorrijtuig heeft verloren, althans niet bij voortduring het verloop van de rijbaan van die weg heeft gevolgd en/of - een op die [adres] aanwezige voetgangster, genaamd [naam] , die hem/hij vanuit tegengestelde richting naderde niet heeft opgemerkt en/of
- frontaal (met de linker voorzijde van zijn voertuig) in botsing of aanrijding is gekomen met die voetgangster,
- als gevolg waarvan die voetgangster tegen/op de voorruit van zijn voertuig en/of (vervolgens) op het dak van zijn voertuig terecht is gekomen en/of (vervolgens) (enkele meters verder) in de berm is beland, waardoor die [naam] zwaar lichamelijk letsel (te weten (onder meer) een schaambeenbreuk en/of een miltruptuur en/of een leverruptuur en/of een gebroken linkeronderbeen en/of een wond aan het rechterbeen) of zodanig lichamelijk letsel werd toegebracht, dat daaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden is ontstaan;
Beoordeling van het bewijs
Bewezenverklaring
- de macht over het stuur van het door hem, verdachte, bestuurde motorrijtuig heeft verloren en- een op die [adres] aanwezige voetgangster, genaamd [naam] , die hem vanuit tegengestelde richting naderde niet heeft opgemerkt en
- frontaal in botsing of aanrijding is gekomen met die voetgangster,
- als gevolg waarvan die voetgangster tegen/op de voorruit van zijn voertuig en vervolgens enkele meters verder in de berm is beland, waardoor die [naam] zwaar lichamelijk letsel te weten onder meer een schaambeenbreuk en een miltruptuur en een leverruptuur en een gebroken linkeronderbeen en een wond aan het rechterbeen, werd toegebracht.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Strafbaarheid van verdachte
Strafmotivering
Toepassing van wetsartikelen
Uitspraak
De rechtbank
een taakstraf voor de duur van 160 uren.
18 maanden.
9 maandenniet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond dat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd, die hierbij wordt vastgesteld op
twee jaren, aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.