ECLI:NL:RBNNE:2023:4542

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
6 juli 2023
Publicatiedatum
7 november 2023
Zaaknummer
C/18/223751 / JE RK 23-378
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging gesloten jeugdhulp voor minderjarige met ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen

In deze zaak heeft de kinderrechter op 6 juli 2023 een machtiging tot gesloten jeugdhulp verleend voor de minderjarige, geboren in 2007, die momenteel verblijft in de Justitiële Jeugdinrichting Teylingereind. De aanvraag voor de machtiging is ingediend door de gecertificeerde instelling Stichting Jeugdbescherming Noord en Veilig Thuis, die de minderjarige vertegenwoordigt. De kinderrechter heeft de zaak behandeld met gesloten deuren, waarbij de minderjarige, zijn ouders en de vertegenwoordiger van de GI aanwezig waren. De minderjarige heeft een geschiedenis van gedragsproblemen, waaronder antisociaal en delinquent gedrag, en er zijn zorgen over zijn drugsgebruik en de invloed van zijn omgeving. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen zijn die de ontwikkeling van de minderjarige ernstig belemmeren. De kinderrechter oordeelt dat jeugdhulp noodzakelijk is en dat een verblijf in een gesloten accommodatie vereist is om te voorkomen dat de minderjarige zich aan de hulpverlening onttrekt. De kinderrechter heeft de machtiging verleend voor de duur van zes maanden, tot 6 januari 2024.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling privaatrecht
Locatie Groningen
zaakgegevens : C/18/223751 / JE RK 23-378
datum uitspraak: 6 juli 2023

beschikking machtiging gesloten jeugdhulp

in de zaak van

de gecertificeerde instelling
Stichting Jeugdbescherming Noord en Veilig Thuis,
gevestigd te Groningen,
hierna te noemen "de GI",
die betrekking heeft op

[de minderjarige] ,

geboren op [geboortedatum] 2007 te [geboorteplaats] ,
hierna te noemen " [de minderjarige] ",
advocaat: mr. G.W. van der Zee.
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[de moeder] ,

wonende te [woonplaats 1] ,
hierna te noemen "de moeder",

[de vader] ,

wonende te [woonplaats 2] .
hierna te noemen "de vader".

Het procesverloop

Deze procedure is ingeleid met een verzoekschrift van de GI met bijlagen van 27 juni 2023, waarin de GI verzoekt een (spoed) machtiging gesloten jeugdhulp te verlenen, waarop een mondelinge behandeling van het verzoek is bepaald op 6 juli 2023.
Op 27 juni 2023 heeft de kinderrechter een e-mailbericht ontvangen van [naam 1] namens de GI betreffende de mogelijke schorsing van de voorlopige hechtenis van [de minderjarige] .
Op 28 juni 2023 heeft de raadkamer van de rechtbank onder voorwaarden, met ingang van de datum waarop hij kan worden opgenomen binnen een gesloten jeugdhulpvoorziening, de voorlopige hechtenis van [de minderjarige] geschorst, en daarbij bepaald dat de schorsing ingaat op het tijdstip dat [de minderjarige] naar deze jeugdhulpvoorziening is gebracht door DV&O.
Op 6 juli 2023 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld. Daarbij zijn verschenen en gehoord [de minderjarige] , bijgestaan door zijn advocaat, [de moeder] , de moeder, [de vader] , de vader en [naam 2] die de GI vertegenwoordigt.
Voorafgaand aan de mondelinge behandeling heeft de kinderrechter met [de minderjarige] en zijn advocaat over het verzoek gesproken.
Na de mondelinge behandeling heeft de kinderrechter op verzoek van de GI en de advocaat van [de minderjarige] , een proces-verbaal van de mondelinge uitspraak opgemaakt en aan de belanghebbenden verstrekt.

De feiten

De kinderrechter kan bij de beoordeling van het verzoek uitgaan van de volgende feiten.
[de minderjarige] is een zestienjarige jongen die geadopteerd is vanuit Haïti. De ouders oefenen het gezag over [de minderjarige] uit.
[de minderjarige] verblijft op dit moment in de Justitiële Jeugdinrichting Teylingereind.

Het verzoek

De GI heeft verzocht om een (spoed)machtiging tot gesloten jeugdhulp te verlenen voor de duur van zes maanden. Voor de gronden van het verzoek verwijst de GI naar het ingediende verzoekschrift.
Tijdens de mondelinge behandeling heeft de GI het volgende naar voren gebracht. Op 7 juli 2023 om 13:00 kan [de minderjarige] geplaatst worden bij Jeugdzorg Plus van Elker. De GI heeft de voorkeur voor een buiten regionale plaatsing omdat dat het loskomen van contacten met een negatieve invloed vergemakkelijkt, maar dat is op korte termijn niet mogelijk. Het feit dat [de minderjarige] in het verleden al verschillende vormen van hulpverlening heeft gehad, waarbij de afronding veelal negatief was beperkt de plaatsingsmogelijkheden.
Jeugdzorg Plus is waarschijnlijk niet de meest passende plek voor [de minderjarige] , maar op korte termijn is er geen geschiktere plek voor hem beschikbaar. De GI werkt ten behoeve van [de minderjarige] aan een zorgtraject, waar behandeling en diagnostiek deel van uitmaken. Het is belangrijk dat er een voor [de minderjarige] gezonde omgeving wordt gevonden, waar hij langere tijd geplaatst kan worden. In Frankrijk heeft hij vier maanden zijn best gedaan, maar ook dat traject is voortijdig negatief beëindigd.

De standpunten

[de minderjarige]
stelt dat hij in Frankrijk veel heeft nagedacht en geleerd. Hij staat open voor diagnostiek en behandeling in een gesloten jeugdzorginstelling en hij wil werken aan het verbeteren van het contact met zijn ouders. [de minderjarige] geeft aan dat hij in de toekomst een opleiding wil gaan volgen en een (bij)baan wil gaan zoeken, zodat hij een rustig leven kan gaan leiden. Hij volgt op dit moment schematherapie en dat wil hij graag voortzetten; hij heeft een goede band met de therapeut. Datzelfde geldt voor zijn coach die hem heeft begeleid; daarmee zou hij ook graag weer in contact komen omdat die hem goed kent en hij daar goed mee kan praten. [de minderjarige] hoopt dat er een passende behandelplek voor hem beschikbaar is. Hij verzet zich niet tegen het thans voorliggende verzoek.
De ouders
De ouders vinden dat [de minderjarige] , sinds hij in Frankrijk is geweest, beter met hen in contact is. Ze hebben in de afgelopen weken gesprekken gehad met een veel positievere strekking dan in de periode voor zijn vertrek naar Frankrijk het geval was. De ouders geven aan dat [de minderjarige] in Teylingereind waar hij nu verblijft, niet op zijn plaats is. [de minderjarige] heeft een behandelsetting nodig. De plaatsing bij Jeugdzorg Plus van Elker is een tijdelijke oplossing. De ouders hebben zorgen over deze plaatsing, omdat de drempel tot het opnieuw gebruiken van drugs daar laag zal zijn en omdat hij dan weer terug is in zijn oude omgeving waar hij veel vrienden heeft die geen goede invloed op hem hebben (gehad). De ouders hopen dat hij hoog op de lijst blijft staan voor een plaatsing buiten de regio. Zij verzetten zich niet tegen het verzoek.

De beoordeling

Gelet op het bepaalde in artikel 6.1.2, tweede lid, Jeugdwet kan een machtiging gesloten jeugdhulp slechts worden verleend indien naar het oordeel van de kinderrechter deze jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de jeugdige naar volwassenheid ernstig belemmeren. Bovendien dienen de opneming en verblijf noodzakelijk te zijn om te voorkomen dat de jeugdige zich aan deze jeugdhulp onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken. Op grond van artikel 6.1.3, eerste lid, Jeugdwet kan de kinderrechter een spoedmachtiging verlenen om een jeugdige in een gesloten accommodatie te doen opnemen en te doen verblijven, indien, samengevat weergegeven, voldaan is aan voornoemde criteria en een machtiging niet kan worden afgewacht.
Ten aanzien van de spoedmachtiging gesloten jeugdhulp
Op het verzoek tot het verlenen van een spoedmachtiging is door de kinderrechter niet mondeling beslist zonder belanghebbenden vooraf te horen, omdat [de minderjarige] op dat moment nog in voorlopige hechtenis verbleef, hetgeen betekende dat er geen sprake was van een situatie waarin een machtiging niet kon worden afgewacht. De kinderrechter achtte in deze situatie een spoedige behandeling van het verzoek ter zitting de geëigende weg.
Ten aanzien van de machtiging gesloten jeugdhulp
Op basis van de overgelegde stukken en hetgeen tijdens de mondelinge behandeling naar voren is gekomen, overweegt de kinderrechter het volgende.
Bij [de minderjarige] is van jongs af aan sprake van de nodige (gedrags)problematiek, te weten antisociaal, grensoverschrijdend, agressief en delinquent gedrag. Er bestaan grote zorgen over zijn drugsgebruik, onttrekking aan gezag, contact in het drugscircuit, risico op geweld en agressie. Vanuit een hechtingsstoornis blijft hij zijn omgeving steeds testen totdat het uitloopt op een incident. Een fors aantal hulpverleningstrajecten is negatief afgerond door escalaties en fysiek geweld. Zo woonde [de minderjarige] tot 2 november 2022 in een gezinshuis, maar kon hij daar niet langer blijven omdat hij fysiek geweld had gebruikt tegen een van de gezinshuisouders. Hij is toen overgeplaatst naar de crisisgroep van het Leger des Heils. Ook dit verblijf heeft niet gebracht wat ervan werd gedacht en gehoopt. [de minderjarige] gebruikte en verkocht tijdens zijn verblijf bij de crisisgroep met regelmaat drugs en ook hier was er sprake van fysiek geweld tegen één van de groepsleiders. Dit incident heeft geleid tot een aangifte en voorlopige hechtenis die op 15 januari 2023 is geschorst onder de voorwaarde dat hij zou deelnemen aan het Frankrijk-traject Tjeenz.
Het traject in Frankrijk heeft voor [de minderjarige] vier maanden geduurd en is voortijdig beëindigd. Hij verbleef in eerste instantie in een gezinshuis, maar het lukte de begeleiding niet om hem in beweging te krijgen en hem aan zijn doelen te laten werken. [de minderjarige] is vervolgens overgeplaatst naar een kleine boerderij waar hij door de boer individueel begeleid werd. Dit had een goede uitwerking op [de minderjarige] en het lukte hem om mee te werken en meer na te denken over de gevolgen van zijn gedrag. Echter is hij op 24 mei 2023 weggelopen en heeft hij vier weken door Frankrijk gezworven, waarbij het onduidelijk is waar hij heeft verbleven en wat er is gebeurd. Hij heeft al die tijd niets van zich laten horen, wat tot grote onrust en bezorgdheid heeft geleid, met name bij zijn ouders. Uiteindelijk is hij in Frankrijk door de politie aangehouden en terug naar Nederland gebracht. Vervolgens is de schorsing van de voorlopige hechtenis opgeheven met dien verstande dat de rechtbank inmiddels, onder voorwaarden, met ingang van de datum waarop hij kan worden opgenomen binnen een gesloten jeugdhulpvoorziening, de voorlopige hechtenis van [de minderjarige] wederom heeft geschorst.
Gelet op het voorgaande is de kinderrechter van oordeel dat aan het bepaalde in artikel 6.1.2, tweede lid, Jeugdwet is voldaan. Gezien de gebleken ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van [de minderjarige] naar volwassenheid ernstig belemmeren, is de kinderrechter van oordeel dat jeugdhulp noodzakelijk is. Positief is weliswaar dat [de minderjarige] , zoals hij aan de kinderrechter heeft verteld, tijdens zijn verblijf in Frankrijk heeft nagedacht en openstaat voor verandering en behandeling, maar desalniettemin is de kinderrechter van oordeel dat een verblijf en behandeling in een gesloten accommodatie noodzakelijk zijn om te voorkomen dat [de minderjarige] zich aan de noodzakelijk geachte hulpverlening zal onttrekken. Het verleden heeft uitgewezen dat [de minderjarige] geneigd is om zijn eigen plan te trekken en zich niet aan afspraken te houden, waarbij hij niet altijd open en eerlijk is richting de hulpverlening. Gezien de ernst van de problematiek, is de kinderrechter van oordeel dat de verzochte duur van zes maanden passend is.

De beslissing

De kinderrechter:
verleent met ingang van 6 juli 2023 een machtiging gesloten jeugdhulp betreffende de minderjarige [de minderjarige] voor de duur van zes maanden, te weten tot uiterlijk 6 januari 2024.
Deze beschikking is mondeling gegeven door mr. M.J. Oostveen, kinderrechter, in tegenwoordigheid van de griffier en in het openbaar uitgesproken op 6 juli 2023. De schriftelijke uitwerking en ondertekening is vastgesteld op 13 juli 2023.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Arnhem-Leeuwarden
BEE