In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Noord-Nederland op 8 februari 2023 een beschikking gegeven met betrekking tot de machtiging voor gesloten jeugdhulp voor een minderjarige, hierna te noemen [de minderjarige]. De zaak betreft een verzoek van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Noord en Veilig Thuis Groningen, die de minderjarige onder toezicht heeft gesteld. De kinderrechter heeft eerder op 25 januari 2023 een spoedmachtiging verleend voor uithuisplaatsing in een gesloten accommodatie, die zonder dat de minderjarige en haar ouders hun mening konden geven, is verleend. Dit leidde tot een mondelinge behandeling op 8 februari 2023, waarbij de kinderrechter de minderjarige, haar moeder, stiefvader en vertegenwoordigers van de GI heeft gehoord.
De kinderrechter heeft vastgesteld dat de minderjarige ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen vertoont, die haar ontwikkeling ernstig belemmeren. De minderjarige heeft in het verleden meerdere keren gewisseld van verblijfplaats en vertoont problematisch gedrag, waaronder agressie en wegloopgedrag. De GI heeft aangegeven dat een gesloten plaatsing noodzakelijk is om de minderjarige te beschermen en haar te helpen bij het ontwikkelen van verantwoordelijkheden en het maken van goede keuzes. De kinderrechter heeft geconcludeerd dat aan de wettelijke voorwaarden voor het verlenen van een machtiging gesloten jeugdhulp is voldaan en heeft de machtiging verleend tot 11 mei 2023, aansluitend op de ondertoezichtstelling.
De beschikking is mondeling gegeven door de kinderrechter en de schriftelijke uitwerking is vastgesteld op 20 februari 2023. De ouders van de minderjarige hebben hun zorgen geuit, maar de kinderrechter heeft geoordeeld dat de gesloten plaatsing in het belang van de minderjarige is.