ECLI:NL:RBNNE:2023:4529

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
9 maart 2023
Publicatiedatum
6 november 2023
Zaaknummer
C/18/220592 / JE RK 23-80
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot gesloten jeugdhulp voor minderjarige met gedragsproblematiek

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Noord-Nederland op 9 maart 2023 een beschikking gegeven inzake een machtiging tot gesloten jeugdhulp voor een minderjarige, hierna te noemen [de minderjarige], geboren in 2007. Het verzoek tot deze machtiging is ingediend door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Midden-Groningen, dat op 8 februari 2023 een verzoekschrift met bijlagen heeft ingediend. De kinderrechter heeft de zaak mondeling behandeld, waarbij de minderjarige, zijn moeder, zijn advocaat en vertegenwoordigers van het college aanwezig waren. De minderjarige heeft in het verleden wisselende verblijfplekken gehad en was ten tijde van het verzoekschrift weggelopen. Hij is op 21 februari 2023 door de politie opgepakt en naar Elker JeugdzorgPlus gebracht.

De kinderrechter heeft vastgesteld dat de gedragsproblematiek van de minderjarige ernstig is, met zelfbepalend, impulsief en agressief gedrag. Ondanks eerdere voorwaardelijke machtigingen tot gesloten jeugdhulp, is de minderjarige niet in staat gebleken om zich aan de voorwaarden te houden. De kinderrechter oordeelt dat een machtiging tot gesloten jeugdhulp noodzakelijk is om de ontwikkeling van de minderjarige te waarborgen en om te voorkomen dat hij zich aan de hulp onttrekt. De kinderrechter heeft de machtiging verleend voor de duur van zes maanden, van 9 maart 2023 tot 9 september 2023.

De kinderrechter adviseert de ouders om samen met de gemeente een duidelijk standpunt in te nemen en dit te handhaven, om de minderjarige te helpen bij het veranderen van zijn gedrag. De beschikking is openbaar uitgesproken en de schriftelijke uitwerking is vastgesteld op 15 maart 2023. Hoger beroep tegen deze beschikking kan binnen drie maanden na de uitspraak worden ingesteld.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling privaatrecht
Locatie Groningen
zaakgegevens : C/18/220592 / JE RK 23-80
datum uitspraak: 9 maart 2023

beschikking machtiging gesloten jeugdhulp

in de zaak van

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Midden-Groningen,hierna te noemen het college,
gevestigd te Hoogezand.
betreffende
[de minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2007 te [geboorteplaats] , hierna te noemen [de minderjarige] ,
advocaat: mr. A. Allersma, kantoorhoudende te Groningen.
De kinderrechter merkt als belanghebbende aan:

[de moeder] , hierna te noemen de moeder,

wonende te [woonplaats] .

Het procesverloop

De procedure is ingeleid met een verzoekschrift met bijlagen van het college, dat de rechtbank heeft ontvangen op 8 februari 2023.
Op 6 maart 2023 heeft de rechtbank een instemmende verklaring van de gedragswetenschapper ontvangen.
Op 7 maart 2023 heeft de rechtbank een brief van het college ontvangen.
Op 9 maart 2023 heeft de kinderrechter de zaak mondeling behandeld. Daarbij zijn verschenen en gehoord [de minderjarige] , bijgestaan door zijn advocaat, de moeder en [naam 1] en [naam 2] , namens het college. Tevens was als informant aanwezig [naam 3] , de stiefvader van [de minderjarige] .
Voorafgaand aan de mondelinge behandeling heeft de kinderrechter apart gesproken met [de minderjarige] en zijn advocaat.

De feiten

Het ouderlijk gezag over [de minderjarige] wordt uitgeoefend door de moeder.
[de minderjarige] heeft in de afgelopen periode wisselende verblijfplekken gehad, waaronder bij de moeder, bij De Pit in Hoogezand en bij Elker JeugdzorgPlus. Ten tijde van het indienen van het verzoekschrift was [de minderjarige] weggelopen en was niet bekend waar hij verbleef. Op 21 februari 2023 is [de minderjarige] opgepakt door de politie en naar Elker JeugdzorgPlus gebracht.
Bij beschikking van 30 augustus 2022 heeft de kinderrechter een voorwaardelijke machtiging gesloten jeugdhulp ten aanzien van [de minderjarige] verleend tot uiterlijk 11 maart 2023.

Het verzoek

Het college verzoekt de kinderrechter een machtiging tot gesloten jeugdhulp ten aanzien van [de minderjarige] te verlenen voor de duur van zes maanden.
Tijdens de mondelinge behandeling heeft het college het verzoek nader toegelicht. Het college heeft, samengevat weergegeven, naar voren gebracht dat [de minderjarige] op dit moment bij Elker JeugdzorgPlus verblijft. Het gaat goed op de groep. Hij is rustig en laat zich begeleiden. Wel wordt gezien dat [de minderjarige] erg zelfbepalend is en veel één op één begeleiding nodig heeft. Als het niet gaat zoals hij wil wordt hij boos en kan hij agressief zijn. Dit uit zich in het stuk maken van spullen en schreeuwen. [de minderjarige] staat op de wachtlijst om buiten regionaal geplaatst te worden. Redengevend hiervoor is dat [de minderjarige] bij Elker JeugdzorgPlus slechts beperkte stappen maakt, omdat hij telkens gefocust is op weglopen. [de minderjarige] zit in Groningen in een zeer zorgelijk netwerk waar hij makkelijk naartoe kan wanneer hij wegloopt. [de minderjarige] heeft baat bij een omgeving waar hij tot rust kan komen zonder dat hij beïnvloed wordt door zijn netwerk. Een buiten regionale plaatsing geeft [de minderjarige] de mogelijkheid om de focus op zijn eigen ontwikkeling te leggen.

De standpunten van de belanghebbenden

Het standpunt van [de minderjarige]
heeft aangegeven dat hij spijt heeft van de keuzes die hij heeft gemaakt. Hij focust zich nu op zijn toekomst. Hij wil naar school en stagelopen. [de minderjarige] liep vaak weg omdat hij van zijn vrijheden houdt. Als [de minderjarige] opgesloten zit, krijgt hij een soort crash in zijn hoofd. Hij wordt dan snel geïrriteerd en boos. Op de groep waar hij nu verblijft gaat het beter. [de minderjarige] mag in het weekend twee uur per dag op zijn telefoon en er komt een uitbreiding van zijn vrijheden. Zo mag hij binnenkort op begeleid verlof omdat hij zijn medicijnen goed gebruikt. [de minderjarige] wil het liefst weer bij zijn moeder wonen. Hij wil niet uit zijn vertrouwde omgeving worden gehaald. [de minderjarige] zegt dat hij dan opnieuw wegloopgedachten krijgt.
De advocaat van [de minderjarige] heeft een formeel verweer gevoerd tegen het verzoek. Naar de mening van de advocaat is niet voldaan aan de formaliteiten voor het verzoek van de machtiging, omdat [de minderjarige] niet voorafgaand aan de indiening van het verzoekschrift persoonlijk is onderzocht door een gedragswetenschapper. De omstandigheid dat het voor de gedragswetenschapper feitelijk onmogelijk was om [de minderjarige] te onderzoeken maakt dit volgens de advocaat niet anders. De advocaat verwijst in dit verband naar een uitspraak van het Hof Amsterdam van 28 december 2010. Nu niet voldaan is aan de formaliteiten, dient het verzoek volgens de advocaat te worden afgewezen. Inhoudelijk verzet de advocaat zich niet tegen het verzoek.
Het standpunt van de moeder en de stiefvader
De moeder en de stiefvader stemmen in met het verzoek, maar hebben er moeite mee dat [de minderjarige] buiten regionaal geplaatst wordt. Zij zouden graag zien dat er een plek voor hem gevonden wordt dichterbij huis.

De beoordeling

Gelet op het bepaalde in artikel 6.1.2, tweede lid, Jeugdwet kan een machtiging gesloten jeugdhulp slechts worden verleend indien naar het oordeel van de kinderrechter deze jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de jeugdige naar volwassenheid ernstig belemmeren. Bovendien dient de opneming en verblijf noodzakelijk te zijn om te voorkomen dat de jeugdige zich aan deze jeugdhulp onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling is de kinderrechter gebleken dat aan bovengenoemde voorwaarden is voldaan. Redengevend voor deze conclusie is dat [de minderjarige] ernstig wordt bedreigd in zijn ontwikkeling naar volwassenheid. [de minderjarige] is bekend met forse gedragsproblematiek, wat zich uit in zelfbepalend, impulsief en agressief gedrag. Tot voor kort verbleef [de minderjarige] bij De Pit in Hoogezand. Om deze plaatsing goed te laten verlopen is voorafgaand een aantal voorwaarden opgesteld welke zijn vastgelegd in de bij beschikking van 30 augustus 2022 afgegeven voorwaardelijke machtiging gesloten jeugdhulp. Ondanks dat [de minderjarige] gemotiveerd was om zich aan de voorwaarden te houden, is het hem niet gelukt om zich aan de afspraken te houden. [de minderjarige] blijft de grenzen opzoeken, is niet te motiveren voor dagbesteding, loopt veelvuldig weg en blijft dan nachten weg zonder te laten weten waar hij is. Daarnaast is [de minderjarige] opnieuw in aanraking geweest met de politie, onder meer in verband met wapenbezit, vandalisme en brandstichting. Het voorgaande heeft ertoe geleid dat [de minderjarige] meerdere keren voor een time-out bij Elker JeugdzorgPlus is geplaatst en dat hij ook op dit moment bij Elker JeugdzorgPlus verblijft. De kinderrechter is van oordeel dat de gedragsproblematiek van [de minderjarige] zodanig ernstig en hardnekkig is, dat een voorwaardelijke machtiging niet langer toereikend is. [de minderjarige] heeft baat bij de structuur en veiligheid van een gesloten setting zodat hij kan werken aan zijn motivatie om hulp te accepteren en uiteindelijk kan doorgroeien naar een open setting. De kinderrechter acht een machtiging gesloten jeugdhulp noodzakelijk om ervoor te zorgen dat [de minderjarige] de juiste hulp krijgt en om te voorkomen dat hij zich aan deze hulp onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken.
Dat de gedragswetenschapper [de minderjarige] niet voorafgaand aan de indiening van het verzoekschrift persoonlijk heeft onderzocht, doet in de gegeven omstandigheden aan het vorenstaande oordeel niet af. [de minderjarige] maakte het immers door zijn weglopen onmogelijk dat de gedragswetenschapper hem kon onderzoeken. Van belang daarbij is dat uit de verklaring van de gedragswetenschapper blijkt dat zij haar instemmende verklaring en de daarin verwoorde conclusie, dat voldoende is gebleken van de zorgwekkende situatie van [de minderjarige] , heeft onderbouwd aan de hand van dossierinformatie, die aan de gedragswetenschapper ten behoeve van het opstellen van haar verklaring ter beschikking heeft gestaan. Voorts heeft de gedragswetenschapper op 4 maart 2023 alsnog een persoonlijk gesprek met [de minderjarige] gevoerd en hem dus feitelijk onderzocht..
Een en ander betekent dat de kinderrechter de machtiging gesloten jeugdhulp zal verlenen, en zal voor een periode van zes maanden.
De kinderrechter adviseert de ouders om samen met de gemeente één duidelijk standpunt in te nemen en die te handhaven. [de minderjarige] heeft in zijn jonge leven geleerd om elke ruimte die hem geboden wordt, te pakken en dat heeft geleid tot deze zorgwekkende toestand. [de minderjarige] ervaart weinig intrinsieke motivatie om zijn gedrag te veranderen. Ouders dienen hem te helpen door hun rug recht te houden. Dat zal [de minderjarige] echt helpen. Ook dienen ouders met de gemeente te bekijken welke locatie echt helpend is. Gebleken is dat de huidige setting niet heeft geleid tot gewenste veranderingen. Bij herhaling wat men deed, krijgt men tenslotte wat men kreeg. Dat zal in de toekomst echt anders moeten. Een buiten regionaal traject zal serieus moeten worden overwogen.

De beslissing

De kinderrechter:
verleent een machtiging tot gesloten jeugdhulp ten aanzien van
[de minderjarige]met ingang van 9 maart 2023 tot 9 september 2023.
Deze beschikking is gegeven door mr. K.R. Bosker, (kinder)rechter, bijgestaan door mr. S. Eding, de griffier en in het openbaar uitgesproken op 9 maart 2023. De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 15 maart 2023.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Arnhem-Leeuwarden