ECLI:NL:RBNNE:2023:4527

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
24 oktober 2023
Publicatiedatum
6 november 2023
Zaaknummer
18-254173-22
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van verdachte voor straatroven en poging tot straatroof met geweld

Op 24 oktober 2023 heeft de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die zich samen met een ander schuldig heeft gemaakt aan drie straatroven en een poging tot straatroof. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op 30 september 2022 en 1 oktober 2022 in de gemeente Westerkwartier verschillende goederen heeft weggenomen, waaronder een elektrische step, een elektrische fiets, een telefoon en een bankpas, waarbij hij geweld en bedreiging met geweld heeft gebruikt. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een jeugddetentie van 12 maanden, met aftrek van de tijd die hij in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat er sprake is van eendaadse samenloop van de feiten, waarbij de bedreiging met zware mishandeling samenhangt met de diefstal met geweld. De rechtbank heeft de vorderingen van de benadeelde partijen toegewezen, waarbij de verdachte verplicht is om schadevergoeding te betalen aan de slachtoffers. De rechtbank heeft het in beslag genomen kapmes verbeurd verklaard.

Uitspraak

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht Locatie Groningen
parketnummer 18/254173-22
Verkort vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 24 oktober 2023 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] 2004 te [geboorteplaats] , wonende te [adres] ,
thans gedetineerd te [instelling] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 10 oktober 2023. Verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. M.W. Bouwman, advocaat te Groningen. Het openbaar ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. R. Janssens.

Tenlastelegging

Aan verdachte is, na wijziging van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 30 september 2022 te [adres] , in de gemeente Westerkwartier, op de openbare weg, te weten de [adres] aldaar, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een elektrische step (type AOVO N365 Pro), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan
[slachtoffer 1] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen voornoemde [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door:
  • een (aantal) mes(sen), te weten (onder meer) een machete, zichtbaar voorhanden te hebben en/of(vervolgens) te tonen aan die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of
  • ten overstaan van voornoemde [slachtoffer 2] met een (aantal) mes(sen), te weten (onder meer) een machete, te zwaaien en/of (daarbij) te zeggen: "Moet ik je sjeffe?" (steken) en/of (vervolgens) een stekende beweging met een mes te maken;
en/of
hij op of omstreeks 30 september 2022 te [adres] , althans in de gemeente Westerkwartier, op de openbare weg, te weten de [adres] aldaar, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 1] heeft/hebben gedwongen tot afgifte van een of meer goederen, te weten een elektrische step (type AOVO N365 pro), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele toebehoorde aan [slachtoffer 1] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededaders, welk geweld en/of bedreiging met geweld hierin bestonden dat hij, verdachte en/of zijn mededader(s) door:
  • een of meer messen, waaronder een machete, zichtbaar voorhanden te hebben en/of vervolgens tetonen aan die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of
  • ten overstaan van voornoemde [slachtoffer 2] met een (aantal) mes(sen), te weten (onder meer) een machete, te zwaaien en/of (daarbij) te zeggen: “Moet ik je sjeffe?” (steken) en/of (vervolgens) een stekende beweging met een mes te maken,
  • en/of aldus een dusdanige dreigende en/of intimiderende sfeer heeft/hebben gecreëerd dat die[slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] zich daaraan niet konden en/of durfden te onttrekken zonder de afgifte van dat goed;
2.
hij op of omstreeks 1 oktober 2022 te [adres] , in de gemeente Westerkwartier, gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd (te weten rond 00:15 uur), op een besloten erf waarop een woning staat, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een elektrische fiets (Gazelle Orange C330), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 4] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen voornoemde [slachtoffer 4] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door een machete, althans een (groot) mes, te tonen aan en/of te richten op die [slachtoffer 4] ;
3.
hij op of omstreeks 1 oktober 2022 te [adres] , in de gemeente Westerkwartier, op de openbare weg, te weten de [adres] aldaar, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een telefoon (Samsung S10 Lite) en/of een bankpas, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan
[slachtoffer 5] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen voornoemde [slachtoffer 5] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door een machete, althans een (groot) mes zichtbaar voorhanden te hebben en/of (vervolgens) te tonen aan die [slachtoffer 5] ;
4.
hij op of omstreeks 1 oktober 2022 te [adres] , in de gemeente Westerkwartier tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, op de openbare weg, te weten de [adres] aldaar, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om goederen van zijn gading, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 6] en/of [bedrijf] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en deze poging diefstal te doen voorafgaan, te doen vergezellen en/of te doen volgen van geweld en/of bedreiging met geweld tegen voornoemde [slachtoffer 6] , te plegen met het oogmerk om die voorgenomen diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf en/of andere deelnemer(s) aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren:
  • tegen voornoemde [slachtoffer 6] heeft geroepen "Deur open deur open" en/of (daarbij) aan hetportier van de bestelbus/auto van die [slachtoffer 6] heeft getrokken en/of
  • een machete, althans een (groot) mes zichtbaar voorhanden heeft gehad en/of (vervolgens) getoond aan die [slachtoffer 6] en/of
  • met voornoemde machete, althans (groot) mes, op de ruit van de bestelbus/auto van die [slachtoffer6] heeft geslagen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
5.
hij op of omstreeks 30 september 2022 te [adres] , in de gemeente Westerkwartier, tezamen en in vereniging met een of meer anderen [slachtoffer 2] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door ten overstaan van die [slachtoffer 2] een (aantal) mes(sen), te weten (onder meer) een machete, te tonen en/of met een mes te zwaaien en/of
(daarbij) te zeggen: "Moet ik je sjeffe?" (steken), althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking en/of (vervolgens) een stekende beweging met een mes te maken.

Beoordeling van het bewijs

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft veroordeling gevorderd voor de feiten 1 primair, 2, 3, 4 en 5. De officier heeft daarbij opgemerkt dat ter zake de feiten 1 en 5 sprake is van eendaadse samenloop.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft betoogd dat verdachte moet worden vrijgesproken van het onder 4 ten laste gelegde. Zij heeft daartoe aangevoerd dat verdachte weliswaar aanwezig was bij dit feit, maar juist de ander heeft weggetrokken. Dat is onvoldoende om tot een bewezenverklaring te komen. Daarnaast is de raadsvrouw van mening dat ten aanzien van de feiten 1 en 5 sprake is van eendaadse samenloop. De raadsvrouw heeft zich ten aanzien van de overige feiten gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Oordeel van de rechtbank
Bewijsmiddelen
De rechtbank acht de feiten 1 primair, 2, 3, 4 en 5 wettig en overtuigend bewezen, zoals hierna opgenomen in de bewezenverklaring.
De rechtbank past de bewijsmiddelen toe zoals die zullen worden opgenomen in de eventueel later op te maken aanvulling van dit vonnis. Deze bewijsmiddelen bevatten de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden, waarbij ieder bewijsmiddel -ook in onderdelen- slechts gebruikt is voor het feit waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.
Indien tegen dit verkort vonnis een rechtsmiddel wordt ingesteld, worden de door de rechtbank gebruikte bewijsmiddelen die redengevend zijn voor de bewezenverklaring, opgenomen in een aanvulling op dit verkort vonnis. Die aanvulling wordt dan aan dit verkort vonnis gehecht.
Bewijsoverweging
In de periode 30 september 2022 (vanaf ongeveer 22.30 uur) en 1 oktober 2022 (ongeveer 13.30 uur) zijn er in [adres] drie berovingen met bedreiging van geweld gepleegd en één poging tot beroving. Bij al deze incidenten spreken de aangevers over twee jonge daders die gebruik maken van een machete en/of een mes.
Verdachte heeft op de raadkamer zitting van 19 oktober 2022 en ook ter terechtzitting op 10 oktober 2023 bekend de drie berovingen te hebben gepleegd, waarbij hij met betrekking tot feit 1 heeft verklaard degene te zijn geweest die de machete, uit de hoes haalde, in de hand had en heeft laten zien. De rechtbank leidt daaruit af dat hij met de machete heeft gedreigd. Tevens heeft verdachte verklaard aanwezig te zijn geweest bij de poging tot beroving, ten laste gelegd onder feit 4. Ten aanzien van alle ten laste gelegde feiten heeft verdachte aangegeven dit samen te hebben gedaan met een ander, zonder de naam van die ander te noemen. Bij de doorzoeking van het huis ( [adres] ), waar verdachte toen verbleef, zijn de ontvreemde elektrische step (feit 1), de gestolen elektrische fiets en de bijbehorende fietssleutel (in de broekzak van verdachte) (feit 2), alsmede de telefoon en bankpas toebehorende aan aangeefster [slachtoffer 5] (feit 3), aangetroffen.
Uit de getuigenverklaring van [naam 1] en de afgeluisterde telefoongesprekken tussen verdachte en medeverdachte [medeverdachte] blijkt dat de mededader van verdachte medeverdachte [medeverdachte] is. Uit het onderzoek blijkt dat [medeverdachte] de bijnaam van medeverdachte
[medeverdachte] is, wat onder meer blijkt uit de afgeluisterde tapgesprekken, waarin medeverdachte [medeverdachte] dit zelf aangeeft. Aangezien verdachte niet consistent verklaart over zijn rol bij de berovingen en de poging tot beroving en medeverdachte [medeverdachte] in het geheel niets verklaart, kan de rechtbank niet precies vaststellen wie van de verdachten welke uitvoeringshandelingen heeft verricht. Nu echter uit de getuigenverklaring van [naam 1] en de afgeluisterde tapgesprekken duidelijk blijkt dat beide verdachten zich samen schuldig hebben gemaakt aan de ten laste gelegde berovingen en de poging tot beroving, in lijn met wat de respectievelijke aangevers daarover verklaren, komt de rechtbank tot een bewezenverklaring van alle ten laste gelegde feiten, gepleegd tezamen en in vereniging door verdachte en medeverdachte [medeverdachte] , door gebruik te maken van zogenoemd schakelbewijs, gezien de grote overeenkomsten met betrekking tot plaats, tijd en modus operandi.
Met betrekking tot de feiten 1 primair en 5 is de rechtbank van oordeel dat er sprake is van eendaadse samenloop.

Bewezenverklaring

De rechtbank acht de feiten 1 primair, 2, 3, 4 en 5 wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:
1. hij op 30 september 2022 te [adres] , in de gemeente Westerkwartier, op de openbare weg, te weten de [adres] aldaar, tezamen en in vereniging met een ander, een elektrische step (type AOVO N365 Pro), die geheel aan [slachtoffer 1] toebehoorde, heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd vergezeld van bedreiging met geweld tegen voornoemde [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken en aan zichzelf of andere deelnemers van het misdrijf het bezit van het gestolene te verzekeren door:
  • een aantal messen, te weten onder meer een machete, zichtbaar voorhanden te hebben envervolgens te tonen aan die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] en
  • ten overstaan van voornoemde [slachtoffer 2] met een aantal messen, te weten onder meer eenmachete, te zwaaien en daarbij te zeggen: "Moet ik je sjeffe?" (steken) en vervolgens een stekende beweging met een mes te maken;
2 hij op 1 oktober 2022 te [adres] , in de gemeente Westerkwartier, gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd (te weten rond 00:15 uur), op een besloten erf waarop een woning staat, tezamen en in vereniging met een ander, een elektrische fiets (Gazelle Orange C330), die geheel aan [slachtoffer 4] toebehoorde, heeft weggenomen met het oogmerk om zich die wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd voorafgegaan van bedreiging met geweld tegen voornoemde [slachtoffer 4]
, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken en aan zichzelf of andere deelnemers van het misdrijf het bezit van het gestolene te verzekeren door een machete te tonen aan en te richten op die [slachtoffer 4] ;
3. hij op 1 oktober 2022 te [adres] , in de gemeente Westerkwartier, op de openbare weg, te weten de [adres] aldaar, tezamen en in vereniging met een ander, een telefoon (Samsung S10 Lite) en een bankpas, die geheel aan [slachtoffer 5] toebehoorden, heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd vergezeld van bedreiging met geweld tegen voornoemde [slachtoffer 5] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken en aan zichzelf of andere deelnemers van het misdrijf het bezit van het gestolene te verzekeren door een machete zichtbaar voorhanden te hebben en vervolgens te tonen aan die [slachtoffer 5] ;
4. hij op 1 oktober 2022 te [adres] , in de gemeente Westerkwartier tezamen en in vereniging met een ander, op de openbare weg, te weten de [adres] aldaar, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om goederen van zijn gading, die geheel aan [bedrijf] toebehoorden, weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en deze poging diefstal te doen vergezellen van bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 6] , te plegen met het oogmerk om die voorgenomen diefstal gemakkelijk te maken:
  • tegen voornoemde [slachtoffer 6] heeft geroepen "Deur open deur open" en daarbij aan het portiervan de bestelbus/auto van die [slachtoffer 6] heeft getrokken en
  • een machete zichtbaar voorhanden heeft gehad en vervolgens getoond aan die [slachtoffer 6] en
  • met voornoemde machete op de ruit van de bestelbus/auto van die [slachtoffer 6] heeft geslagen,terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
5 hij op 30 september 2022 te [adres] , in de gemeente Westerkwartier, tezamen en in vereniging met een ander [slachtoffer 2] heeft bedreigd met zware mishandeling, door ten overstaan van die [slachtoffer 2] een aantal messen, te weten onder meer een machete, te tonen en/of met een mes te zwaaien en daarbij te zeggen: "Moet ik je sjeffe?" (steken), en vervolgens een stekende beweging met een mes te maken.
Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde Het bewezen verklaarde levert op:

ten aanzien van de feiten 1 primair en 5 de eendaadse samenloop van:
diefstal, vergezeld van bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken en aan zichzelf of andere deelnemers van het misdrijf het bezit van het gestolene te verzekeren, terwijl het feit wordt gepleegd op de openbare weg en terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen en bedreiging met zware mishandeling;
2. diefstal, voorafgegaan van bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk omdie diefstal gemakkelijk te maken en aan zichzelf of andere deelnemers van het misdrijf het bezit van het gestolene te verzekeren terwijl het feit wordt gepleegd gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd op een besloten erf waarop een woning staat en terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
3. diefstal, vergezeld van bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om diediefstal gemakkelijk te maken en aan zichzelf of andere deelnemers van het misdrijf het bezit van het gestolene te verzekeren, terwijl het feit wordt gepleegd op de openbare weg en terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
4. poging tot diefstal, vergezeld van bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met hetoogmerk om diefstal gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd op de openbare weg en terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.
Deze feiten zijn strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.

Strafbaarheid van verdachte

De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.

Strafmotivering

Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van het onder 1 primair, 2, 3, 4 en 5 ten laste gelegde wordt veroordeeld tot een jeugddetentie voor de duur van 12 maanden, met aftrek van de tijd die verdachte in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft gepleit voor het opleggen van een deels voorwaardelijke jeugddetentie.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek op de terechtzitting, het rapport van de reclassering d.d. 15 december 2022 en het aanvullende rapport van de reclassering d.d. 16 augustus 2023, het verdachte betreffende uittreksel uit de justitiële documentatie, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de raadsvrouw.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen. Verdachte heeft zich, samen met een ander, schuldig gemaakt aan drie straatroven en een poging tot een straatroof. Een van de straatroven heeft een eendaadse samenloop met een bedreiging met zware mishandeling. Verdachte en zijn medeverdachte hebben van verschillende willekeurige slachtoffers op straat en in het geval van [slachtoffer 7] in haar garage, onder bedreiging van een machete, verschillende goederen gestolen. Verdachte is daarbij puur van zijn eigen financiële gewin uitgegaan. De rechtbank rekent het verdachte aan dat hij op het moment van het plegen van deze verschillende feiten niet heeft stilgestaan bij de gevolgen die dergelijke gewelddadige misdrijven voor slachtoffers plegen te hebben. Daarbij was een groot deel van de slachtoffers ook nog eens minderjarig, wat deze feiten nog ernstiger maakt. Uit de toelichting op de ingediende vorderingen tot schadevergoeding volgt dat deze gebeurtenissen grote impact op de slachtoffers hebben gehad en dat zij veelal nog steeds de nadelige gevolgen hiervan ondervinden. Zulke feiten veroorzaken en versterken in meer algemene zin gevoelens van angst en onveiligheid in de maatschappij.
De rechtbank rekent verdachte voorgaande feiten zwaar aan, te meer nu verdachte in een PIJmaatregel liep en zich op dat moment had onttrokken tijdens verlof. Tevens maakt de rechtbank zich zorgen over de houding van verdachte, nu hij weinig verantwoordelijkheid voor zijn gedrag lijkt te nemen.
De rechtbank heeft tevens in aanmerking genomen dat verdachte, blijkens het hem betreffende uittreksel uit de justitiële documentatie, eerder onherroepelijk is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
Eendaadse samenloop
Omdat de bedreiging met zwaar lichamelijk letsel uit feit 5 onderdeel uitmaakt van de bewezenverklaarde diefstal met geweld die ten laste is gelegd onder feit 1, is sprake van eendaadse samenloop. Dat betekent dat de rechtbank de diefstal met geweld als vertrekpunt zal nemen voor de op te leggen straf.
Toepassing ASR
Tenslotte dient de rechtbank de vraag te beantwoorden of in het kader van het zogenoemde adolescentenstrafrecht (hierna: ASR) de toepassing van het jeugdstrafrecht aan de orde is. Ten tijde van het bewezenverklaarde feit was verdachte 18 jaar oud, zodat in beginsel het commune strafrecht dient te worden toegepast. Op grond van artikel 77c Sr kan de rechter adolescenten van 18 tot 23 jaar berechten op grond van het jeugdstrafrecht, indien hij daartoe grond vindt in de persoonlijkheid van de dader of de omstandigheden waaronder het feit is begaan.
Met de officier van justitie en de raadsvrouw is de rechtbank van oordeel dat berechting van verdachte volgens het jeugdstrafrecht het meest passend is, kijkend naar de persoon van verdachte. De rechtbank acht pedagogische beïnvloeding nog mogelijk. Ook al geeft de reclassering aan dat het volwassenenstrafrecht het meest passend zou zijn, zien zij nog wel behandelmogelijkheden, maar vooral in het kader van de PIJ-maatregel. De rechtbank zal het jeugdstrafrecht dan ook toepassen.
Straatroven zijn feiten die gelet op de ernst daarvan in beginsel, wanneer iemand volgens het volwassenenstrafrecht wordt berecht, een langdurige onvoorwaardelijke gevangenisstraf rechtvaardigen. Verdachte wordt volgens het jeugdstrafrecht berecht. Gelet op al het voorgaande en gezien de oriëntatiepunten voor straftoemeting van het LOVS die gelden voor jeugdigen, acht de rechtbank een jeugddetentie voor de duur van 12 maanden, zoals door de officier van justitie is gevorderd, passend en geboden.

Benadeelde partij

De volgende personen hebben zich als benadeelde partij in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding:
1. [slachtoffer 2] , tot een bedrag van € 120,- ter vergoeding van materiële schade en
€ 750,- ter vergoeding van immateriële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum dat de schade is ontstaan;
2. [ [slachtoffer 4] , tot een bedrag van € 579,23 ter vergoeding van materiële schade en € 750,- tervergoeding van immateriële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum dat de schade is ontstaan;
2. [ [slachtoffer 5] (vertegenwoordigd door [naam 2] ), tot een bedrag van € 357,67 ter vergoeding vanmateriële schade en € 1.000,- ter vergoeding van immateriële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum dat de schade is ontstaan;
2. [ [slachtoffer 1] , tot een bedrag van € 75,- ter vergoeding van materiële schade en € 750,- tervergoeding van immateriële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum dat de schade is ontstaan.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vorderingen van de benadeelde partijen ten aanzien van de immateriële schade telkens volledig kunnen worden toegewezen. Ten aanzien van de materiële schade die is gevorderd door benadeelde partij [slachtoffer 1] , te weten een bedrag van € 75,-, heeft de officier van justitie zich op het standpunt gesteld dat dit gedeelte niet-ontvankelijk verklaard dient te worden, omdat deze kosten niet voldoende zijn onderbouwd. Ten aanzien van de materiële schade die door de andere benadeelde partijen is gevorderd heeft de officier van justitie zich op het standpunt gesteld dat deze telkens volledig kan worden toegewezen.
De officier van justitie heeft zich voorts op het standpunt gesteld dat als beide verdachten worden veroordeeld voor deze feiten, de vordering pondspondsgewijs verdeeld moet worden tussen verdachte en de medeverdachte.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft gepleit voor niet-ontvankelijkheid van het deel van de materiële schade die door benadeelde partij [slachtoffer 4] wordt gevorderd, dat ziet op het aanschaffen van camera’s, te weten een bedrag van € 557,23 nu dit geen rechtstreekse schade is volgens de raadsvrouw. De vordering van [slachtoffer 1] dient niet-ontvankelijk te worden verklaard omdat die niet is onderbouwd. Voor het overige heeft de raadsvrouw zich gerefereerd.
Oordeel van de rechtbank
Benadeelde partij [slachtoffer 2]
Naar het oordeel van de rechtbank is voldoende aannemelijk geworden dat de benadeelde partij schade heeft geleden en dat deze schade een rechtstreeks gevolg is van het onder 1 primair bewezen verklaarde. De vordering, waarvan de hoogte niet door verdachte is betwist, is daarom toewijsbaar en zal pondspondsgewijs worden toegewezen, zodat verdachte een bedrag van € 435,dient te voldoen, bestaande uit € 60,- materiële en € 375,- immateriële schade, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente over dit bedrag vanaf 30 september 2022.
Benadeelde partij [slachtoffer 4]
Naar het oordeel van de rechtbank is voldoende aannemelijk geworden dat de benadeelde partij schade heeft geleden en dat deze schade een rechtstreeks gevolg is van het onder 2 bewezenverklaarde. De vordering ten aanzien van de immateriële schade, waarvan de hoogte niet door verdachte is betwist, is daarom toewijsbaar en zal pondspondsgewijs worden toegewezen, zodat verdachte een bedrag van € 375,- dient te voldoen. Ten aanzien van de materiële schade is de rechtbank van oordeel dat het gedeelte dat ziet op het aanschaffen van een camerasysteem, te weten € 557,23, geen rechtstreekse schade betreft. Dit gedeelte zal dan ook niet-ontvankelijk worden verklaard. Voor het overige zal de materiële schadevergoeding pondspondsgewijs worden toegewezen, te weten tot een bedrag van € 11,-.
Benadeelde partij [slachtoffer 5]
Naar het oordeel van de rechtbank is voldoende aannemelijk geworden dat de benadeelde partij schade heeft geleden en dat deze schade een rechtstreeks gevolg is van het onder 3 bewezenverklaarde. De vordering, waarvan de hoogte niet door verdachte is betwist, is daarom toewijsbaar en zal pondspondsgewijs worden toegewezen, te weten tot een bedrag van € 678,84, bestaande uit € 178,84 materiële en € 500,- immateriële schade, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente over dit bedrag vanaf 1 oktober 2022.
Benadeelde partij [slachtoffer 1]
Naar het oordeel van de rechtbank is voldoende aannemelijk geworden dat de benadeelde partij schade heeft geleden en dat deze schade een rechtstreeks gevolg is van het onder 1 primair bewezenverklaarde. De vordering ten aanzien van de immateriële schade, waarvan de hoogte niet door verdachte is betwist, is daarom toewijsbaar en zal pondspondsgewijs worden toegewezen, te weten tot een bedrag van € 375,-. Ten aanzien van de materiële schade is de rechtbank van oordeel dat deze onvoldoende is onderbouwd. De rechtbank zal dat deel van de vordering dan ook nietontvankelijk verklaren.
Proceskosten
De rechtbank zal verdachte telkens veroordelen in de kosten die de benadeelde partijen tot aan deze uitspraak in verband met de vorderingen hebben gemaakt, tot op heden telkens begroot op nihil, en in de kosten die de benadeelde partijen ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moeten maken.
Schadevergoedingsmaatregel
Nu verdachte jegens de slachtoffers naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door het de bewezenverklaarde strafbare feiten zijn toegebracht en de verdachte voor deze feiten zal worden veroordeeld, zal de rechtbank aan de verdachte de verplichting opleggen tot betaling van de schade aan de Staat. Gelet op de jeugdige leeftijd van verdachte, zal de rechtbank ten aanzien van de schadevergoedingsmaatregel geen vervangende gijzeling opleggen.

Inbeslaggenomen goederen

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd het kapmes verbeurd te verklaren.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft zich ten aanzien van het beslag gerefereerd.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank acht het inbeslaggenomen voorwerp, te weten een kapmes, vatbaar voor verbeurdverklaring, nu het een voorwerp betreft met betrekking tot welke het onder 1 primair, 2, 3, 4 en 5 bewezen verklaarde is begaan en deze toebehoort aan verdachte.

Toepassing van wetsartikelen

De rechtbank heeft gelet op de artikelen 33, 33a, 36f, 45, 55, 57, 77c, 77g, 77i, 285 en 312 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak gelden.

Uitspraak

De rechtbank

Verklaart het onder 1 primair, 2, 3, 4 en 5 ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte tot:

een jeugddetentie voor de duur van 12 maanden.

Beveelt dat de tijd door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde jeugddetentie geheel in mindering zal worden gebracht.
Ten aanzien van feit 1 primair, benadeelde partij [slachtoffer 2] :
Wijst de vordering van de benadeelde partij
[slachtoffer 2]toe en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan deze benadeelde partij van een bedrag van
€ 435,-(zegge: vierhonderdvijfendertig euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 30 september 2022. Dit bedrag bestaat uit € 60,- aan materiële schade en € 375,- aan immateriële schade.
Veroordeelt verdachte in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog te maken, tot heden begroot op nihil.
Legt aan verdachte de verplichting op aan de staat, ten behoeve van het slachtoffer
[slachtoffer 2] te betalen een bedrag van € 435,- (zegge: vierhonderdvijfendertig euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 30 september 2022.
Beveelt, voor het geval dat de verdachte niet volledig betaalt, dat gijzeling voor de duur van 0 dagen kan worden toegepast.
Bepaalt daarbij dat, indien verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de staat ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 2] daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij dit bedrag te betalen komt te vervallen en omgekeerd, dat, indien verdachte aan de benadeelde partij het opgelegde bedrag heeft betaald, daarmee de verplichting tot betaling aan de staat van dit bedrag komt te vervallen.
Ten aanzien van feit 2, benadeelde partij [slachtoffer 4] :
Wijst de vordering van de benadeelde partij
[slachtoffer 4]toe en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan deze benadeelde partij van een bedrag van
€ 386,-(zegge: driehonderdzesentachtig euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 oktober 2022. Dit bedrag bestaat uit € 11,aan materiële schade en € 375,- aan immateriële schade.
Veroordeelt verdachte in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog te maken, tot heden begroot op nihil.
Verklaart de vordering van [slachtoffer 4] voor het overige niet-ontvankelijk. Dit deel van de vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Legt aan verdachte de verplichting op aan de staat, ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 4] te betalen een bedrag van € 386,- (zegge: driehonderdzesentachtig euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 oktober 2022.
Beveelt, voor het geval dat de verdachte niet volledig betaalt, dat gijzeling voor de duur van 0 dagen kan worden toegepast.
Bepaalt daarbij dat, indien verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de staat ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 4] daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij dit bedrag te betalen komt te vervallen en omgekeerd, dat, indien verdachte aan de benadeelde partij het opgelegde bedrag heeft betaald, daarmee de verplichting tot betaling aan de staat van dit bedrag komt te vervallen.
Ten aanzien van feit 3, benadeelde partij [slachtoffer 5] :
Wijst de vordering van de benadeelde partij
[slachtoffer 5]toe tot na te melden bedrag en
veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan deze benadeelde partij van een bedrag van
€ 678,84(zegge: zeshonderdachtenzeventig euro en vierentachtig eurocent), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 oktober 2022. Dit bedrag bestaat uit € 178,84 aan materiële schade en € 500,- aan immateriële schade.
Veroordeelt verdachte in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog te maken, tot heden begroot op nihil.
Legt aan verdachte de verplichting op aan de staat, ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 5] te betalen een bedrag
€ 678,84(zegge: zeshonderdachtenzeventig euro en vierentachtig eurocent), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 oktober 2022.
Beveelt, voor het geval dat de verdachte niet volledig betaalt, dat gijzeling voor de duur van 0 dagen kan worden toegepast.
Bepaalt daarbij dat, indien verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de staat ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 5] daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij dit bedrag te betalen komt te vervallen en omgekeerd, dat, indien verdachte aan de benadeelde partij het opgelegde bedrag heeft betaald, daarmee de verplichting tot betaling aan de staat van dit bedrag komt te vervallen.
Ten aanzien van feit 1, benadeelde partij [slachtoffer 1] :
Wijst de vordering van de benadeelde partij
[slachtoffer 1]toe tot na te melden bedrag en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan deze benadeelde partij van een bedrag van
€ 375,(zegge: driehonderdvijfenzeventig euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 30 september 2022. Dit bedrag bestaat uit immateriële schade.
Bepaalt dat de benadeelde partij [slachtoffer 1] voor het overige in zijn vordering niet ontvankelijk is en dat dit deel van de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht.
Veroordeelt verdachte in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt en ten
behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog te maken, tot heden begroot op nihil.
Legt aan verdachte de verplichting op aan de staat, ten behoeve van het [slachtoffer 1] te betalen een bedrag van
€ 375,-(zegge: driehonderdvijfenzeventig euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 30 september 2022.
Beveelt, voor het geval dat de verdachte niet volledig betaalt, dat gijzeling voor de duur van 0 dagen kan worden toegepast.
Bepaalt daarbij dat, indien verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de staat ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 1] daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij dit bedrag te betalen komt te vervallen en omgekeerd, dat, indien verdachte aan de benadeelde partij het opgelegde bedrag heeft betaald, daarmee de verplichting tot betaling aan de staat van dit bedrag komt te vervallen.

Verklaart verbeurd het in beslag genomen kapmes.

Dit vonnis is gewezen door mr. A. Jongsma, voorzitter, tevens kinderrechter, mr. A. de Jong en mr. C. Krijger, rechters, bijgestaan door mr. L.M. Jongman, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 24 oktober 2023.
Mr. Krijger en de griffier zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.