Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank waarbij hij wel heeft opgemerkt dat de gevorderde bedragen, voor zover het betreft de gevorderde immateriële schade, eventueel moeten worden gematigd.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft primair verzocht om de vorderingen af te wijzen in verband met de bepleite vrijspraak.
Subsidiair heeft zij ten aanzien van de vordering van [slachtoffer 1] aangevoerd het toe te wijzen bedrag te matigen. Verder heeft zij opgemerkt dat het onduidelijk is of het psychische leed is ontstaan door de onderhavige zaak of door andere gebeurtenissen in haar leven.
Ten aanzien van de vordering van [slachtoffer 2] heeft zij eveneens verzocht het toe te wijzen bedrag te matigen. De uitspraak die is bijgevoegd betreft een hele andere casus.
Ten aanzien van de vordering van [slachtoffer 3] heeft de raadsvrouw aangevoerd dat uit de stukken niet blijkt dat het eigen risico is opgemaakt en dat het voor wat betreft de gevorderde immateriële schade niet duidelijk is of dat het gevolg is van de onderhavige zaak of dat er ook andere gebeurtenissen zijn geweest.
Oordeel van de rechtbank
Ad. 1. Naar het oordeel van de rechtbank is voldoende aannemelijk dat de benadeelde partij
[slachtoffer 1] schade heeft geleden en dat deze schade een rechtstreeks gevolg is van het in de zaak met parketnummer 18.328984.22 onder 1 bewezen verklaarde. De rechtbank heeft gelet op de bedragen die in vergelijkbare zaken worden toegewezen en zal het toe te wijzen bedrag matigen tot € 500,00, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 15 mei 2022.
De rechtbank zal het overige deel van de vordering niet ontvankelijk verklaren.
Ad. 2. Naar het oordeel van de rechtbank is voldoende aannemelijk dat de benadeelde partij
[slachtoffer 2] schade heeft geleden en dat deze schade een rechtstreeks gevolg is van het in de zaak met parketnummer 18.328984.22 onder 2 bewezen verklaarde. De rechtbank heeft gelet op de bedragen die in vergelijkbare zaken worden toegewezen en zal het toe te wijzen bedrag matigen tot € 500,00, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 22 augustus 2022.
De rechtbank zal het overige deel van de vordering niet ontvankelijk verklaren
Ad. 3. Naar het oordeel van de rechtbank is voldoende aannemelijk dat de benadeelde partij [slachtoffer 3] de gestelde materiële schade heeft geleden en dat deze schade een rechtstreeks gevolg is van het in de zaak met parketnummer 18.328984.22 onder 3 bewezen verklaarde. De gevorderde materiële schade zal dan ook geheel worden toegewezen. Voor wat betreft de immateriële schade is de rechtbank van oordeel dat ook deze het rechtstreekse gevolg is van bewezen verklaarde. De rechtbank heeft gelet op de bedragen die in vergelijkbare zaken worden toegewezen en zal het toe te wijzen bedrag matigen tot € 500,00, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 29 november 2022.
De rechtbank zal het overige deel van de vordering niet ontvankelijk verklaren
Nu de aansprakelijkheid van verdachte vaststaat, zal de rechtbank ten aanzien van de hierboven genoemde toe te wijzen bedragen de schadevergoedingsmaatregel opleggen om te bevorderen dat verdachte de schade zal vergoeden.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten die de benadeelde partijen tot aan deze uitspraak in verband met de vordering heeft gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten die de benadeelde partijen ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.