Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.De procedure
- de dagvaarding,
- het tegen gedaagde verleende verstek.
2.De beoordeling
1.183,00(1,0 punt × tarief € 1.183,00)
Rechtbank Noord-Nederland
In deze zaak, die op 23 augustus 2023 door de Rechtbank Noord-Nederland is behandeld, gaat het om een vordering van een consument tegen de vennootschap Trannel International Limited, gevestigd in Malta. De eiser, vertegenwoordigd door advocaat mr. B.Z. Loonstein, heeft een vordering ingesteld op basis van de nietigheid van een kansspelovereenkomst die hij met de gedaagde heeft gesloten. De rechtbank moest allereerst beoordelen of zij bevoegd was om van het geschil kennis te nemen, gezien het internationale karakter van de zaak. De bevoegdheid van de Nederlandse rechter werd vastgesteld aan de hand van de Verordening (EU) nr. 1215/2012, waarbij werd geconcludeerd dat de Nederlandse rechter bevoegd was, omdat de gedaagde commerciële activiteiten ontplooide die gericht waren op Nederland.
Vervolgens diende de rechtbank te bepalen welk recht van toepassing was op de vordering. Op basis van de Verordening (EG) nr. 593/2008 (Rome I-Vo) werd vastgesteld dat Nederlands recht van toepassing was. De rechtbank oordeelde dat de vordering niet onrechtmatig of ongegrond was en heeft deze toegewezen. De gedaagde werd veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 93.210,71 aan de eiser, vermeerderd met wettelijke rente. Daarnaast werd de gedaagde veroordeeld in de proceskosten, die op € 1.398,14 werden begroot. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en de gedaagde werd gewezen op de mogelijkheid om in verzet te komen tegen het vonnis, met de nodige informatie over de procedure.