ECLI:NL:RBNNE:2023:4461

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
2 november 2023
Publicatiedatum
1 november 2023
Zaaknummer
18-156065-21
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Meermalen plegen van ontuchtige handelingen en vervaardigen, verspreiden en in bezit hebben van kinderporno met minderjarige

Op 2 november 2023 heeft de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan meermalen ontuchtige handelingen met een minderjarige, alsook aan het vervaardigen, verspreiden en in bezit hebben van kinderporno. De verdachte, geboren in 1996, heeft in de periode van 1 januari 2018 tot en met 16 juli 2020 ontuchtige handelingen gepleegd met een minderjarige die de leeftijd van twaalf maar nog niet die van zestien had bereikt. Daarnaast heeft hij in de periode van 19 november 2019 tot en met 19 november 2020 afbeeldingen van seksuele gedragingen verspreid, vervaardigd en in bezit gehad, waarbij de betrokken persoon kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt. De rechtbank heeft op basis van de verklaringen van het slachtoffer en andere bewijsmiddelen, waaronder digitale communicatie, vastgesteld dat de verdachte de daden heeft gepleegd. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van vier maanden, waarbij rekening is gehouden met de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd. De rechtbank heeft ook de overschrijding van de redelijke termijn in de strafmaat meegewogen.

Uitspraak

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht Locatie Assen
parketnummer 18/156065-21
Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 2 november 2023 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] 1996 te [geboorteplaats] , wonende te [adres] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 12 oktober 2023 (inhoudelijke behandeling) en 2 november 2023 (sluiting onderzoek).
Tegen de niet verschenen verdachte is verstek verleend.
Het openbaar ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. H. Mous.

Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij in de periode van 1 januari 2018 tot en met 16 juli 2020 te Assen, althans in Nederland, meermalen, althans eenmaal, met [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum] 2004, die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] , immers heeft hij, verdachte, zijn penis in de vagina van die [slachtoffer] geduwd en/of gebracht;
2.
hij in de periode van 19 november 2019 tot en met 19 november 2020 te Assen, althans in Nederland, drie (3) afbeelding(en) van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken heeft verspreid; en/of vervaardigd; en/of in bezit gehad, welke seksuele gedraging - zakelijk weergegeven - bestond uit het meermalen, althans eenmaal: met de penis vaginaal en/of oraal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt.

Beoordeling van het bewijs

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft veroordeling gevorderd voor het onder 1 en 2 ten laste gelegde.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
Ieder bewijsmiddel is -ook in onderdelen- slechts gebruikt voor het feit waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.

1. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 30 juli 2020, opgenomen op pagina 18 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer 2020202265 d.d. 12 maart 2021, inhoudend als relateringen van verbalisanten [naam] en [naam] :

Naar aanleiding van een belverzoek op 16 juli 2020 telefonisch contact opgenomen met:
Naam [naam]
Voornamen [naam]
In dit telefoongesprek werd duidelijk dat het niet goed gaat met haar dochter, te weten:
Naam [slachtoffer]
Voornamen [slachtoffer]
Geboren op [geboortedatum] 2004
[naam] vertelt dat ze op het Instagramaccount en Snapchataccount van [slachtoffer] heeft gezien dat [slachtoffer] contact heeft met meerdere meerderjarige mannen waar ze kennelijk seksafspraken mee maakt.
Verder vertellen ze over een incident dat er bij hun in de straat een man op het dak zat waar de brandweer en politie aan te pas moesten komen om hem van het dak te halen. Achteraf bleek dat deze [verdachte] bij [slachtoffer] op bezoek was en via het dakraam de woning heeft verlaten omdat [naam] en [naam] thuis kwamen.
In deze mutatie wordt vermeld dat er op 17 maart 2020 een manspersoon in de dakgoot van een hoekwoning aan de [adres] te Asen wordt aangetroffen en dat deze man volgens zijn eigen zeggen niet meer naar beneden durfde. Hij wordt door de brandweer naar beneden gehaald en vertelt dat hij ruzie had met een vriend en dat deze zijn gsm had afgepakt en deze op het dak gooide van de woning aan de [adres] .
De identiteit van de man op het dak is:
Achternaam : [verdachte]
Voornamen : [verdachte]
Geboren : [geboortedatum] 1996
Geboorteplaats : [geboorteplaats]
Adres : [adres]
Postcode plaats: [adres]
2.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 6 augustus 2020 opgenomen op pagina 57 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [naam] :
O: Collega [naam] komt binnen met het geopende google drive account van aangever [naam] . Hierin staat een diagram met alle contacten van [slachtoffer] . [naam] laat ons zien dat ze van elk contact een map heeft aangemaakt. In deze mappen staan alle gegevens. (…)
A: [naam] ( [naam] )
(…)
A: Ik wil bij deze aangifte doen van seksueel misbruik van mijn dochter [slachtoffer] . [slachtoffer] is nu 15 jaar oud. Ik denk dat dit al 2 jaar speelt. Dus minstens vanaf haar 13e jaar.
3.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 1 november
2020, opgenomen op pagina 86 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [slachtoffer] :
V: Dan heb ik nog een [verdachte] A: Wie?
V: [verdachte] . [verdachte] .
A: Hoe?
V: [naam] en [naam] A: Wat?
V: Heet hij op Snap
A: Hoe ziet ie er uit?
V: Ja, hoe ziet ie eruit? Ik heb een foto van hem gezien met een petje op.
A: Buitenlands?
V: Ja buitenlandse jongen
A: Ja die jongen ken ik wel.
V: Die ken je wel. Want uuuh wat is er tussen jullie gebeurd?
A: Uuuh we hadden seks. (diepe zucht)
V: Ja en is er nog iets speciaals aan te noemen, wat er een keer gebeurd is
A: Ja (moet lachen)
V: Ja vertel maar want ik denk dat wij het over hetzelfde hebben
A: Hij zat in de fucking dakgoot V: Ja, want?
A: Toen kwam de brandweer en politie
V: Ja
A: Hij zei gewoon dat zijn telefoon in de dakgoot lag V: Ja en waarom ging ie in de dakgoot?
A: Omdat mijn ouders eerder thuis kwamen
V: Hmmm. En hoe vaak is er seks geweest tussen jou en hem A: Vaak.

4. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 5 maart 2021, opgenomen op pagina 294 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relatering van verbalisant [naam] :

Aangeefster [naam] heeft gedurende het onderzoek regelmatig mee gekeken op het Instagram account van haar dochter [slachtoffer] . Op 2 augustus 2020 stuurde ze me screenshots van een bericht afkomstig van [naam] via Instagram en in dit bericht staat:
Wat doe je kanker stoer
Om niet te reageren
Beter ga je reageren
Voordat je deze overal tegen komt
Bij dit bericht wordt een foto meegestuurd. Op deze foto zie je het hoofd van [slachtoffer] . Ik herken het meisje op de foto als zijnde [slachtoffer] en dit wordt door aangeefster [naam] bevestigd. Verder zie je op de foto een deel van een blauwe joggingsbroek en boven de broeksband van deze joggingbroek is een blote stijve penis zichtbaar. Om deze penis heeft [slachtoffer] haar hand en ze heeft het topje van deze penis in haar mond.
Vervolgens wordt er een tweede foto gestuurd waarop hetzelfde te zien is maar dan van wat dichterbij.
Aangeefster [naam] weet te vertellen dat deze [naam] aan de [adres] te Assen woont.
Op genoemd adres is onder andere woonachtig:
Achternaam [verdachte]
Voornamen [verdachte]
Geboren [geboortedatum] 1996
Geboorteplaats [geboorteplaats]
[verdachte] komt voor in de politiesystemen en hierin is ook een foto van 2020 aanwezig.
Derhalve is door mij de conclusie getrokken dat de jongeman op de Instagram-foto dezelfde jongeman is als op de foto uit de politiesystemen.
Op 13 augustus 2021 stuurt aangeefster [naam] mij onderstaande screenshot:
(…)
Vervolgens stuurt “ [naam] ” in een volgend bericht de hierboven beschreven foto waarop [slachtoffer] een penis in haar mond heeft.
Hieronder staat dan de tekst:
Als je blijft negeren
Stuur ik die
Beter reageer je ff
[verdachte] noemt zich in bovengenoemd Instagram account “ [naam] ”.

5. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 19 november 2020, opgenomen op pagina 297 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relatering van verbalisant [naam] :

Op 19 november 2020 had ik telefonisch contact met aangeefster [naam] .
Tijdens dit gesprek geeft [naam] in één keer aan dat ze op het Instagram account van [slachtoffer] een bericht binnen krijgt van [naam] , aan dit account is gekoppeld de verdachte:
Naam [verdachte]
Voornamen [verdachte]
[naam] vertelt dat ze een bericht [verdachte] waarin hij zegt: “Vandaag, 1 jaar geleden. Hahahah.” Ze vertelt dat ze in dit filmpje ziet dat er seks plaats vindt tussen hem en [slachtoffer] . [naam] stuurt mij dit filmpje via Whatsapp en hierin zie ik het volgende: Het filmpje begint met dat je ziet dat een meisje/vrouw met een grijs T-shirt en ontbloot onderlichaam zichtbaar is. Ik zie blote billen en een deel van de onderkant van het T-shirt. Het lichaam gaat heen en weer. Vervolgens zie je dat deze billen tegen het onderlichaam van iemand anders aan gaat en er heen en weer gaande bewegingen gemaakt worden. Het lijkt of er penetratie met de penis in de vagina plaats vindt.

Bewijsoverweging

Op basis van voornoemde bewijsmiddelen kan het volgende worden vastgesteld.
Uit de aangifte van [verdachte] (hierna: [naam] ) namens haar dochter [slachtoffer] (hierna: [slachtoffer] ) volgt dat [slachtoffer] seks heeft gehad met meerdere volwassen mannen, waaronder een persoon die zich op social media “ [naam] ” noemt. Verder heeft [naam] verklaard over een incident in de straat waar zij wonen waarbij een man in de dakgoot is aangetroffen. Achteraf is gebleken dat deze man bij [slachtoffer] op bezoek was voor een seksafspraak en hij via het dakraam de woning heeft verlaten omdat [naam] en haar partner eerder thuis kwamen. Deze man bleek na het vaststellen van zijn identiteit verdachte te zijn. [slachtoffer] heeft bevestigd dat zij meermalen seks heeft gehad met verdachte en heeft hierbij ook expliciet en gedetailleerd verwezen naar het hiervoor vermelde incident.
Daarnaast zijn er berichten vanaf een Instagram-account met de naam “ [naam] ” verstuurd naar het Instagram-account van [slachtoffer] . De rechtbank trekt uit de voornoemde bewijsmiddelen de conclusie dat verdachte de persoon is achter het Instagram-account met de naam “ [naam] ”, waarbij zij met name waarde hecht aan de herkenning door verbalisant [naam] van de profielfoto waarop verdachte te zien is. Verdachte heeft vanaf dit account meermalen foto’s en een video verzonden naar het Instagram-account van [slachtoffer] . Op deze beelden is te zien dat [slachtoffer] seksuele handelingen verricht met een ander. [slachtoffer] was op het moment dat de foto’s en de video zijn gemaakt minderjarig. Bij de door verdachte verzonden video - waarop te zien is dat twee personen seks hebben - heeft hij de opmerking toegevoegd: “Vandaag, 1 jaar geleden. Hahahah”. [naam] heeft [slachtoffer] herkend als de vrouwelijke persoon in de video. De rechtbank leidt uit het vorengaande af dat verdachte de persoon is geweest die in de video seks heeft met [slachtoffer] . Naast het vervaardigen en in bezit hebben van kinderporno heeft verdachte het ook verspreid door de video te sturen naar het Instagram-account van [slachtoffer] .
Conclusie
Op grond van het voorgaande, in onderling verband en samenhang bezien, is de rechtbank van oordeel dat de verklaring [slachtoffer] betrouwbaar is en dat er sprake is van voldoende steunbewijs. De rechtbank acht daarom het onder 1 en 2 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen, zoals onder de bewezenverklaring is gespecificeerd.

Bewezenverklaring

De rechtbank acht het onder 1 en 2 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:
1.
hij in de periode van 1 januari 2018 tot en met 16 juli 2020 te Assen, meermalen, met [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum] 2004, die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, een ontuchtige handeling heeft gepleegd, die bestond uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] , immers heeft hij, verdachte, zijn penis in de vagina van die [slachtoffer] gebracht;
2.
hij in de periode van 19 november 2019 tot en met 19 november 2020 te Assen, drie (3) afbeeldingen van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken, heeft verspreid, vervaardigd en in bezit gehad, welke seksuele gedraging zakelijk weergegeven - bestond uit het meermalen: met de penis vaginaal en oraal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt.
Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde Het bewezen verklaarde levert op:

meermalen met iemand die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren heeftbereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam;
een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttienjaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, verspreiden, vervaardigen en in bezit hebben.
Deze feiten zijn strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.

Strafbaarheid van verdachte

De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.

Strafmotivering

Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van het onder 1 en 2 ten laste gelegde wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van vier maanden.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte, het uittreksel uit de justitiële documentatie, waaruit blijkt dat verdachte niet eerder ter zake van soortgelijke feiten met politie en justitie in aanraking is gekomen, alsmede de vordering van de officier van justitie.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Ernst van het feit
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het meermalen plegen van een ontuchtige handeling, bestaande uit het seksueel binnendringen, met een minderjarige die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt. Dat is ook strafbaar (en laakbaar) in het geval de minderjarige zelf het initiatief neemt tot de seksuele handelingen of daarmee instemt, zoals hier het geval was. De wetgever heeft er juist voor gekozen dit soort feiten strafbaar te stellen, omdat jongeren zich in een kwetsbare ontwikkelingsfase bevinden en zij vaak onvoldoende in staat zijn om zelf hun seksuele integriteit te bewaken en/of zelfstandig de (emotionele) gevolgen van seksueel contact in te schatten.
Tevens heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan het vervaardigen, verspreiden en in bezit hebben van kinderporno. De rechtbank rekent het verdachte zwaar aan dat hij heeft gedreigd deze afbeeldingen openbaar te maken als het slachtoffer niet op hem zou reageren. De rechtbank weegt tot slot mee dat verdachte geen enkele verantwoordelijkheid heeft genomen voor zijn handelen.
De persoon van verdachte
De reclassering heeft op 16 december 2021, 24 december 2021, 31 maart 2023 en 11 april 2023 brieven verstuurd naar het bij hen bekende adres van verdachte met het verzoek om contact op te nemen. Daarnaast heeft de reclassering verdachte een uitnodiging gestuurd om op 23 augustus 2023 te verschijnen op het kantoor van de reclassering in Assen. Verdachte heeft op geen van de uitnodigingen gereageerd. Nu verdachte in zijn verhoor bij de politie zich heeft beroepen op zijn zwijgrecht, zijn er bij de rechtbank verder geen persoonlijke omstandigheden bekend waarmee rekening dient te worden gehouden. Wel houdt de rechtbank rekening met het feit dat uit de justitiële documentatie volgt dat verdachte reeds is veroordeeld voor feiten die na de in deze zaak bewezen verklaarde feiten zijn gepleegd.
Redelijke termijn
Gelet op het tijdsverloop dient de rechtbank bij de strafoplegging voorts rekening te houden met de overschrijding van de redelijke termijn waarbinnen een strafvervolging op grond van artikel 6 EVRM tot een berechting moet komen. Vanaf het moment dat verdachte is gehoord en er gelet op de inhoud van het verhoor van uit mocht gaan dat hij strafrechtelijk zou worden vervolgd, tot aan deze uitspraak van de rechtbank zijn meer dan twee jaren verstreken. Naar vaste rechtspraak moet overschrijding van de redelijke termijn in beginsel tot strafvermindering leiden. De rechtbank zal daarom bij het bepalen van de strafmaat rekening houden met dit tijdsverloop.
De straf
Alles afwegende acht de rechtbank - conform de eis van de officier van justitie - oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van vier maanden passend en geboden.

Toepassing van wetsartikelen

De rechtbank heeft gelet op de artikelen 57, 63, 240b en 245 van het Wetboek van Strafrecht. Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak gelden.

Uitspraak

De rechtbank

Verklaart het onder 1 en 2 ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte tot:

een gevangenisstraf voor de duur van vier (4) maanden.

Dit vonnis is gewezen door mr. H.M. Lenting, voorzitter, mr. J. van Bruggen en mr. H.R. Eising, rechters, bijgestaan door mr. M.W. ten Brinke, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 2 november 2023.