ECLI:NL:RBNNE:2023:4452

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
13 oktober 2023
Publicatiedatum
31 oktober 2023
Zaaknummer
191067
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van de schriftelijke aanwijzing in het kader van de verzorging en opvoeding van een minderjarige

In deze beschikking van de kinderrechter van de Rechtbank Noord-Nederland, locatie Leeuwarden, wordt de schriftelijke aanwijzing van de gecertificeerde instelling (GI) grotendeels in stand gehouden. De zaak betreft een verzoek van de moeder van de minderjarige, geboren in 2010, om de schriftelijke aanwijzing te laten vervallen of aan te passen. De moeder stelt dat zij door omstandigheden, waaronder het ontbreken van vervoer, niet kan voldoen aan de aanwijzing die haar verplicht om de minderjarige naar gesprekken met de hulpverlening te brengen. De kinderrechter heeft de procedure op 22 september 2023 behandeld, waarbij de moeder, de GI en de vader aanwezig waren. De minderjarige heeft aangegeven geen omgang te willen met haar vader, wat de situatie bemoeilijkt. De kinderrechter oordeelt dat de schriftelijke aanwijzing noodzakelijk is voor de ontwikkeling van de minderjarige en dat de moeder verantwoordelijk is voor het vervoer. De kinderrechter wijst het verzoek van de moeder af, maar verklaart wel dat de zinsnede betreffende de hulpverlener in de schriftelijke aanwijzing vervalt, omdat deze is vervangen. De kinderrechter benadrukt dat het van belang is dat de minderjarige de afspraken bij D-Force bijwoont om de relatie met de vader te herstellen.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Familie- en Jeugdrecht
Locatie Leeuwarden
Zaaknummer: C/17/191067 / JE RK 23-784
Datum uitspraak: 13 oktober 2023
Beschikking van de kinderrechter over de schriftelijke aanwijzing
in de zaak van
[de moeder] ,
hierna te noemen de moeder,
wonende in [plaats] ,
over
[minderjarige], geboren op [geboortedag] 2010 in [plaats] ,
hierna te noemen [minderjarige] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:
het Regiecentrum Bescherming en Veiligheid,
gevestigd te Leeuwarden, hierna te noemen de GI (Gecertificeerde Instelling),
[de vader],
hierna te noemen de vader,
wonende in [plaats] .

1.Het verloop van de procedure

1.1.
Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:
  • het verzoekschrift met bijlagen, binnengekomen bij de rechtbank op 28 augustus 2023;
  • een e-mail met bijlage van de GI, ingekomen op 7 september 2023.
1.2.
De mondelinge behandeling met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 22 september 2023. Daarbij waren aanwezig:
- de moeder, bijgestaan door mr. R.A. Schütz;
  • namens de GI, [naam] ;
  • de vader;
  • [minderjarige] , die afzonderlijk is gehoord.
1.3.
[minderjarige] heeft onder meer verteld dat zij geen omgang wil met haar vader. Het is volgens [minderjarige] al maanden geleden dat zij met iemand van D-Force heeft gesproken. Tijdens de mondelinge behandeling heeft de kinderrechter samengevat wat [minderjarige] heeft verteld. De aanwezigen hebben daarop kunnen reageren.

2.De feiten

2.1.
De ouders zijn belast met het ouderlijk gezag over [minderjarige] .
2.2.
[minderjarige] woont bij de moeder.
2.3.
De GI heeft op 14 augustus 2023 een schriftelijke aanwijzing gegeven betreffende de verzorging en opvoeding van [minderjarige] . Hierin is het volgende opgenomen:
U draagt er zorg voor dat [minderjarige] op de door Jeugdhulp Friesland opgestelde afspraakmomenten aanwezig is voor de gesprekken bij [naam] van D-Force. Het vervoer naar de afspraak is uw verantwoordelijkheid. De GI danwel Jeugdhulp Friesland zal u uitnodigen voor de gesprekken met de hulpverlening.

3.Het verzoek

3.1.
De moeder verzoekt bij beschikking, uitvoerbaar bij voorraad, de schriftelijke aanwijzing van de gecertificeerde instelling vervallen te verklaren, althans te wijzigen in die zin, dat bepaald wordt dat de afspraken alleen op maandagen zullen plaatsvinden en geruime tijd tevoren zullen worden meegedeeld, zodat de partner van de vrouw hiervoor tijdig vrij kan vragen bij zijn werkgever.
De moeder heeft dit verzoek onderbouwd in het verzoekschrift met de daaraan gehechte bijlagen. De moeder wijst er op dat zij de schriftelijke aanwijzing onmogelijk kan nakomen. Er is sprake van een overmacht situatie, omdat de moeder zelf geen vervoer heeft. Zij is voor het vervoer afhankelijk van haar partner, die enkel op maandagen en alleen wanneer dit ruim van tevoren is aangegeven vrij kan krijgen. Zoals de aanwijzing nu is geformuleerd kan de GI dan wel Jeugdhulp Friesland eenzijdig data bepalen voor de gesprekken die voor de vrouw niet haalbaar zijn. Dat staat bij voorbaat alvast want mevrouw [naam] kan nooit op maandagen en de vrouw kan alleen op maandagen.
3.2.
Tijdens de mondelinge behandeling heeft de moeder het verzoek nader toegelicht en daarbij - kort samengevat - aangegeven dat de schriftelijke aanwijzing moet komen te vervallen, omdat er geen omstandigheden meer zijn die maken dat zij niet met [minderjarige] op de afspraken bij D-Force kan komen. Er is namelijk in de plaats van [naam] een nieuwe hulpverlener betrokken en daardoor kunnen de afspraken plaatsvinden op de maandagen en zij kan ook in Koudum afspreken. De eerste afspraak staat reeds gepland op maandag 9 oktober aanstaande. Ook is er meer rust omdat [minderjarige] nu op het voortgezet onderwijs zit. Er is op dit moment dan ook geen noodzaak meer voor het geven van de schriftelijke aanwijzing.

4.Het standpunt van de GI en de vader

4.1.
De GI heeft aangegeven dat er in het verleden vaker afspraken zijn gemaakt met de moeder die niet werden nagekomen, ondanks dat er toen het een en ander werd geregeld om de moeder tegemoet te komen in haar wensen. De GI kan zich wel vinden in een aanpassing van de schriftelijke aanwijzing, inhoudende dat er een andere hulpverlener dan [naam] is. Mevrouw [naam] heeft aangegeven dat zij pas sinds kort betrokken is bij dit gezin en een prettige kennismaking heeft gehad met de moeder. In eerste instantie is gekozen voor het voortzetten van de gesprekken tussen [minderjarige] en mevrouw [naam] , omdat [minderjarige] mevrouw [naam] al goed kende. Doordat mevrouw [naam] een nieuwe baan heeft, moest er een nieuwe hulpverlener komen. Daarom is gezocht naar een hulpverlener die op maandagen werkt en die ook zo nodig naar Koudum kan komen. De GI vindt het belangrijk dat [minderjarige] op de afspraken komt en blijft van mening dat het vervoer de verantwoordelijkheid van de moeder is, maar de GI wil wel blijven zoeken naar oplossingen bij problemen. Het valt niet uit te sluiten dat er in de toekomst, bijvoorbeeld door ziekte van de hulpverlener, afspraken gemaakt moeten worden op een andere dag dan de maandag.
4.2.
De vader heeft aangegeven dat een stok achter de deur hem niet onverstandig lijkt. Hij ziet de toekomst somber in en hoopt dat de schriftelijke aanwijzing wordt bekrachtigd.

5.Het wettelijk kader

6.1
Op grond van artikel 1:263 Burgerlijk Wetboek (BW) kan de GI ter uitvoering van haar taak schriftelijke aanwijzingen geven betreffende de verzorging en opvoeding van de minderjarige. Zij kan dit doen indien de met het gezag belaste ouder of de minderjarige niet instemt met, dan wel niet of onvoldoende medewerking verleent aan de uitoefening van het hulpverleningsplan of indien dit noodzakelijk is teneinde de concrete bedreigingen in de ontwikkeling van de minderjarige weg te nemen.
6.2
Op grond van artikel 1:264, eerste lid, BW kan op verzoek van een met het gezag belaste ouder of de minderjarige van twaalf jaar of ouder de kinderrechter een schriftelijke aanwijzing geheel of gedeeltelijk vervallen verklaren. Op grond van het derde lid bedraagt de termijn voor het indienen van het verzoek twee weken, die aanvangt met ingang van de dag na die waarop de beslissing is verzonden of uitgereikt.
6.3
Een schriftelijke aanwijzing dient te worden beschouwd als een beschikking in de zin van artikel 1:3 Algemene wet bestuursrecht (Awb). Ingevolge van artikel 1:3, eerste lid Awb wordt onder besluit verstaan: een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling. Hiermee wordt bedoeld een op grond van een publiekrechtelijke bevoegdheid verrichte handeling, welke is gericht op een rechtsgevolg.
6.4
Omdat de schriftelijke aanwijzing van de GI een besluit is in de zin van artikel 1:3 van de Awb, moet voldaan worden aan de eisen van een zorgvuldige voorbereiding en een deugdelijke motivering. Wat de inhoudelijke toets betreft, dient beoordeeld te worden of de gecertificeerde instelling in redelijkheid tot de schriftelijke aanwijzing heeft kunnen komen en of de schriftelijke aanwijzing in het belang van de minderjarige kan worden geacht.

6.De beoordeling

Ontvankelijkheid

6.1.
De kinderrechter dient in de eerste plaats vast te stellen of de moeder ontvankelijk is in haar verzoek. De termijn voor het indienen van het verzoek tot vervallenverklaring van een schriftelijke aanwijzing bedraagt twee weken en vangt aan met ingang van de dag na die waarop de schriftelijke aanwijzing is toegezonden of uitgereikt. De kinderrechter stelt vast dat de GI op 14 augustus 2023 aan de moeder een schriftelijke aanwijzing heeft gegeven. Het ingediende verzoek tot vervallenverklaring van de schriftelijke aanwijzing is op 28 augustus 2023 door de griffie ontvangen. Aangezien het verzoek binnen de daartoe gestelde termijnen is ingediend, is de moeder ontvankelijk in haar verzoek.
Inhoudelijke beoordeling
6.2.
Gelet op de overgelegde stukken en wat tijdens de mondelinge behandeling naar voren is gebracht, ziet de kinderrechter geen aanleiding om de schriftelijke aanwijzing in zijn geheel vervallen te verklaren. De kinderrechter wijst dit verzoek van de moeder dan ook af en overweegt hiertoe als volgt. [minderjarige] wordt ernstig in haar ontwikkeling bedreigd onder meer doordat zij geen contact heeft met de vader en hem afwijst. Om het contact tussen [minderjarige] en de vader te herstellen is hulpverlening van D-Force ingezet. De kinderrechter is van oordeel dat het noodzakelijk is dat [minderjarige] op de afspraken met D-Force verschijnt om de concrete bedreigingen in de ontwikkeling van [minderjarige] weg te nemen. Zoals ook in de beschikking van 4 september 2023 is overwogen, vindt de kinderrechter het in het belang van [minderjarige] dat de omgang met de vader zo spoedig mogelijk wordt hervat. Het is daarom erg belangrijk dat de afspraken bij D-Force doorgang vinden. Van de moeder wordt verwacht dat zij de omgang met de vader stimuleert en daar hoort ook bij dat zij [minderjarige] naar de hulpverlening brengt, die er is om het contact te herstellen. Uit de stukken blijkt dat de GI de moeder meerdere keren tegemoet heeft willen komen ten aanzien van de afspraken, maar dat zelfs afspraken in Koudum volgens de moeder geen doorgang konden vinden. Redenen die de moeder heeft aangegeven zijn het afwachten van het hoger beroep dat zij heeft ingediend tegen de vastgestelde zorgregeling met de vader, het niet thuis zijn op de momenten van de sessies waardoor ze [minderjarige] niet op kan vangen, schoolactiviteiten en het ontbreken van vervoer. Van een overmacht situatie waardoor [minderjarige] niet naar de gesprekken kan komen, is naar het oordeel van de kinderrechter geen sprake. Gelet op voornoemde omstandigheden heeft de GI op goede gronden een schriftelijke aanwijzing gegeven. De kinderrechter ziet ook geen aanleiding om gelet op de huidige omstandigheden de schriftelijke aanwijzing vervallen te verklaren. Weliswaar lijkt de impasse doorbroken door de komst van een andere hulpverlener vanuit D-Force die ook op maandagen of in Koudum kan komen, maar de kinderrechter deelt de geschetste zorgen van de GI dat door de moeder in het verleden vaker afspraken niet zijn nagekomen. Ook de zorgregeling die door de rechtbank is vastgelegd, werd door de moeder niet nagekomen, waardoor de kinderrechter bij beschikking van 4 september 2023 aanleiding heeft gezien te bepalen dat de moeder voor iedere keer dat zij de zorgregeling niet nakomt een dwangsom verbeurt. Dit maakt dat de kinderrechter vindt dat ook in de toekomst duidelijk moet zijn voor de moeder dat het vervoer naar de afspraken haar verantwoordelijkheid is en zij ervoor moet zorgen dat [minderjarige] aanwezig is bij de gesprekken met D-Force.
6.3.
De kinderrechter merkt nog wel op dat in de schriftelijke aanwijzing is vastgelegd dat de gesprekken bij D-Force plaatsvinden bij [naam] . Gebleken is dat mevrouw [naam] inmiddels is vervangen door een andere hulpverlener, zodat de kinderrechter aanleiding ziet om de schriftelijke aanwijzing voor dit gedeelte vervallen te verklaren, inhoudende dat de zinsnede ' [naam] ' komt te vervallen. Dit betekent dat de schriftelijke aanwijzing komt te luiden:
U draagt er zorg voor dat [minderjarige] op de door Jeugdhulp Friesland opgestelde afspraakmomenten aanwezig is voor de gesprekken bij D-Force. Het vervoer naar de afspraak is uw verantwoordelijkheid. De GI danwel Jeugdhulp Friesland zal u uitnodigen voor de gesprekken met de hulpverlening.

7.De beslissing

De kinderrechter:
7.1.
verklaart de schriftelijke aanwijzing van 14 augustus 2023 vervallen, maar alleen ten aanzien van de zinsnede
' [naam] ';
7.2.
verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
7.3.
wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is gegeven door mr. J. Teertstra, kinderrechter, in tegenwoordigheid van J.S. Andringa als griffier en in het openbaar uitgesproken op 13 oktober 2023.