In deze beschikking van de kinderrechter van de Rechtbank Noord-Nederland, locatie Leeuwarden, wordt de schriftelijke aanwijzing van de gecertificeerde instelling (GI) grotendeels in stand gehouden. De zaak betreft een verzoek van de moeder van de minderjarige, geboren in 2010, om de schriftelijke aanwijzing te laten vervallen of aan te passen. De moeder stelt dat zij door omstandigheden, waaronder het ontbreken van vervoer, niet kan voldoen aan de aanwijzing die haar verplicht om de minderjarige naar gesprekken met de hulpverlening te brengen. De kinderrechter heeft de procedure op 22 september 2023 behandeld, waarbij de moeder, de GI en de vader aanwezig waren. De minderjarige heeft aangegeven geen omgang te willen met haar vader, wat de situatie bemoeilijkt. De kinderrechter oordeelt dat de schriftelijke aanwijzing noodzakelijk is voor de ontwikkeling van de minderjarige en dat de moeder verantwoordelijk is voor het vervoer. De kinderrechter wijst het verzoek van de moeder af, maar verklaart wel dat de zinsnede betreffende de hulpverlener in de schriftelijke aanwijzing vervalt, omdat deze is vervangen. De kinderrechter benadrukt dat het van belang is dat de minderjarige de afspraken bij D-Force bijwoont om de relatie met de vader te herstellen.