In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 21 september 2023 een beschikking gegeven inzake de voortzetting van een crisismaatregel voor een betrokkene, geboren in 1982, die momenteel verblijft in een psychiatrische kliniek. De officier van justitie had verzocht om voortzetting van de crisismaatregel op basis van artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De rechtbank heeft kennisgenomen van het verzoekschrift en de bijlagen, waaronder een medische verklaring en eerdere rechterlijke machtigingen. Tijdens de mondelinge behandeling op 20 september 2023 werd betrokkene gehoord vanuit de deuropening van de separeerruimte, waar hij verbleef vanwege zijn agressieve gedrag. De arts die betrokkene behandelde, gaf aan dat er geen psychotische symptomen meer aanwezig waren en dat een gedwongen opname niet langer gerechtvaardigd was.
De rechtbank heeft op basis van de nieuwe medische verklaring van 20 september 2023 geconcludeerd dat er geen sprake meer is van een psychische stoornis die onmiddellijk dreigend ernstig nadeel met zich meebrengt. De rechtbank heeft de zorgen over betrokkene erkend, maar oordeelde dat de wettelijke criteria voor voortzetting van de crisismaatregel niet waren voldaan. De rechtbank heeft het verzoek tot voortzetting van de crisismaatregel dan ook afgewezen. De beslissing is mondeling gegeven door rechter J. Teertstra en schriftelijk uitgewerkt op 5 oktober 2023. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.