ECLI:NL:RBNNE:2023:4448

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
21 september 2023
Publicatiedatum
31 oktober 2023
Zaaknummer
191257
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing van de voortzetting van de crisismaatregel wegens gebrek aan ernstig nadeel voortvloeiend uit de stoornis

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 21 september 2023 een beschikking gegeven inzake de voortzetting van een crisismaatregel voor een betrokkene, geboren in 1982, die momenteel verblijft in een psychiatrische kliniek. De officier van justitie had verzocht om voortzetting van de crisismaatregel op basis van artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De rechtbank heeft kennisgenomen van het verzoekschrift en de bijlagen, waaronder een medische verklaring en eerdere rechterlijke machtigingen. Tijdens de mondelinge behandeling op 20 september 2023 werd betrokkene gehoord vanuit de deuropening van de separeerruimte, waar hij verbleef vanwege zijn agressieve gedrag. De arts die betrokkene behandelde, gaf aan dat er geen psychotische symptomen meer aanwezig waren en dat een gedwongen opname niet langer gerechtvaardigd was.

De rechtbank heeft op basis van de nieuwe medische verklaring van 20 september 2023 geconcludeerd dat er geen sprake meer is van een psychische stoornis die onmiddellijk dreigend ernstig nadeel met zich meebrengt. De rechtbank heeft de zorgen over betrokkene erkend, maar oordeelde dat de wettelijke criteria voor voortzetting van de crisismaatregel niet waren voldaan. De rechtbank heeft het verzoek tot voortzetting van de crisismaatregel dan ook afgewezen. De beslissing is mondeling gegeven door rechter J. Teertstra en schriftelijk uitgewerkt op 5 oktober 2023. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling Privaatrecht
Locatie: Leeuwarden
Zaaknummer / rekestnummer: C/17/191257 / FA RK 23-1891
Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel
Beschikking van 21 september 2023naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot voortzetting van een crisismaatregel, als bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene]
geboren op [geboortedag] 1982,
wonende [woonplaats] ,
thans verblijvende bij [verblijfplaats] ,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. W.A. Bruinsma-Woudstra, kantoorhoudende te Leeuwarden.

1.Het procesverloop

1.1.
De rechtbank heeft kennisgenomen van het verzoekschrift van de officier van justitie, ingekomen bij de griffie op 18 september 2023, en van de volgende bijlagen:
- een afschrift van de beschikking van de burgemeester van de gemeente [plaats]
d.d. 16 september 2023;
  • de medische verklaring d.d. 16 september 2023;
  • een uittreksel uit het curatele- en bewindregister;
  • strafvorderlijke en justitiële gegevens als bedoeld in de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens;
  • gegevens over een eerder voor betrokkene afgegeven rechterlijke machtiging op grond van de Wet Bopz.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 20 september 2023, op het verblijfadres van betrokkene. Daarbij zijn de volgende personen gehoord:
  • mr. W.A. Bruinsma-Woudstra, advocaat van betrokkene;
  • [naam] , arts.
De officier van justitie heeft op voorhand aangegeven niet op de mondelinge behandeling te
zullen verschijnen.
1.3.
Voorafgaand aan de mondeling behandeling van 20 september bleek dat betrokkene in de separeerruimte verbleef. Na overleg met de hulpverleners/beveiligers is er vanuit veiligheidsoverwegingen voor gekozen om betrokkene te horen vanuit de deuropening van de separeerruimte. Betrokkene heeft daarbij kunnen aangeven wat hij van het verzoek vindt. Hierna heeft de verdere mondelinge behandeling plaatsgevonden zonder betrokkene. De arts heeft tijdens de mondelinge behandeling aangegeven dat betrokkene een beperkte frustratietolerantie heeft en er kans is op agressie. Betrokkene verblijft om die reden ook in de separeerruimte. Volgens de arts is de psychotische stoornis, waarvoor de crisismaatregel is verleend, niet meer aan de orde. Een gedwongen opname is daarom niet langer gerechtvaardigd.
Na de mondelinge behandeling is de rechter teruggekeerd naar betrokkene, waarna de rechter vanuit de deuropening aan betrokkene kenbaar heeft gemaakt dat de beslissing op het verzoek wordt aangehouden voor de duur van één dag waarbij er een nieuwe medische verklaring dient te worden opgesteld. De rechtbank heeft op 20 september 2023 de officier van justitie ingelicht over de aanhouding van de beslissing. Verder heeft de rechtbank op 20 september 2023 mondeling het verzoek om een nieuwe medische verklaring toegelicht aan psychiater [naam] .
1.4.
Op 21 september 2023 heeft de rechtbank een nieuwe medische verklaring d.d. 20 september 2023, opgesteld en ondertekend door psychiater [naam] , ontvangen. De rechtbank heeft deze medische verklaring vervolgens verstrekt aan de advocaat van betrokkene, waarna de advocaat haar zienswijze op de medische verklaring en het verzoek heeft gegeven.
1.5.
De rechtbank heeft vervolgens op 21 september 2023 een beslissing genomen op het verzoek.

2.De beoordeling

2.1.
Uit de stukken blijkt dat betrokkene is opgenomen in [plaats] vanwege een incident met agressie, waarbij betrokkene in een supermarkt door de politie met pepperspray moest worden overmeesterd. Betrokkene viel mensen op straat lastig en was erg dreigend. In het begin van de opname werd een psychotische meneer gezien, die angstig was en niet coherent in zijn verhaal. Het bleek dat betrokkene diverse middelen had gebruikt waardoor er een ontregeling was ontstaan. Betrokkene is vervolgens overgeplaatst naar de psychiatrische kliniek in [plaats] en de behandelaren aldaar hebben geen psychotische symptomen waargenomen. Zo is er geen sprake van hallucinaties, wanen en desorganisatie. Gedurende het verblijf in de psychiatrische kliniek is betrokkene goed geobserveerd. De behandelaren in [plaats] zijn tot de conclusie gekomen dat er geen sprake (meer) is van een psychische stoornis die een gedwongen verblijf rechtvaardigt. Betrokkene wordt volledig wilsbekwaam geacht ten aanzien van de beslissingen die hij maakt. Er is volgens de arts ook geen reëel risico op gevaar, ondanks dat de antisociale problematiek en de laag verstandelijke beperking van betrokkene wel blijvend van aard is.
2.2.
Tijdens de mondelinge behandeling was voor de rechtbank onduidelijk of er sprake was van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel voortvloeiende uit de stoornis. Volgens de arts was de stoornis en het daaruit voortvloeiende onmiddellijk dreigend ernstig nadeel (onder meer gevaar voor anderen) op dat moment niet langer aanwezig. Omdat op 18 september 2023 een onafhankelijk psychiater nog had geoordeeld dat sprake was van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel voorvloeiend uit de stoornissen en betrokkene nog verbleef in de separeerruimte vanwege zijn agressieve gedrag, heeft de rechtbank aanleiding gezien een nieuwe medische verklaring te laten opstellen. Bovendien was niet geheel duidelijk of de onafhankelijk psychiater die de medische verklaring van 18 september 2023 heeft opgesteld betrokkene persoonlijk had onderzocht.
2.3.
Uit de meeste recente medische verklaring van 20 september 2023 komt naar voren dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van neurobiologische ontwikkelingsstoornissen en persoonlijkheidsstoornissen. Psychiater [naam] is van oordeel dat uit het gedrag van betrokkene als gevolge van zijn psychische stoornis geen ernstig nadeel voortvloeit. De psychiater beschrijft dat tijdens de opname geen psychotische symptomen waargenomen worden. Er lijkt volgens haar sprake te zijn van een verminderde tolerantie waardoor er sprake is van emotieregulatie problematiek. Dit komt voort uit de antisociale persoonlijkheidsstoornis. Verder blijkt uit deze medische verklaring dat er mogelijkheden zijn om de noodzakelijke zorg op vrijwillige basis te verlenen. Betrokkene wil, in tegenstelling tot in het verleden, graag zorg ontvangen. Hij wil graag langdurig opgenomen worden en op dit moment ontvangt hij antipsychotica en rustgevende medicatie. Volgens de psychiater is het wenselijk dat betrokkene ambulante zorg krijgt, welke aangeboden kan worden vanuit forensisch FACT, wat onderdeel is van GGZ Friesland.
2.4.
Gelet op de toelichting van de arts en hetgeen in de nieuwe medische verklaring wordt aangegeven, komt de rechtbank tot het oordeel dat er geen sprake meer is van een stoornis in het kader van de Wvggz, waaruit onmiddellijk dreigend ernstig nadeel voortvloeit. Er is daarom niet voldaan aan de wettelijke criteria voor een voortzetting van de crisismaatregel. De rechtbank zal het verzoek dan ook afwijzen.
2.5.
Voorgaande neemt niet weg dat de rechtbank grote zorgen heeft, omdat betrokkene nog steeds zeer angstig en agressief is. Betrokkene heeft weliswaar aangegeven dat hij erg graag hulp wil, maar er is ook sprake van drugsgebruik dat tot psychotisch gedrag heeft geleid en in het verleden wees betrokkene hulp af. Bovendien lijkt er een verschil van inzicht te zijn over de behandeling, nu betrokkene graag opgenomen wil blijven en de psychiater heeft aangegeven dat ingestoken wordt op ambulante zorg. De rechtbank geeft de officier van justitie in overweging om in afstemming met de GGZ te onderzoeken of vrijwillige hulp ook op termijn afdoende is of dat de Wet zorg en dwang mogelijk van toepassing kan zijn.

3.De beslissing

De rechtbank:
3.1.
wijst het verzoek tot voortzetting van de crisismaatregel af.
Deze beschikking is mondeling gegeven op 21 september 2023 door mr. J. Teertstra, rechter, bijgestaan door de griffier en schriftelijk uitgewerkt en ondertekend op 5 oktober 2023.
..
fn. 767
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.