De rechtbank heeft veroordeelde bij vonnis van 17 oktober 2023 in de zaak met parketnummer 18/134042-22 veroordeeld ter zake van medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een artikel 3 onder B van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd.
Gelet op de inhoud van voornoemd vonnis, is voldoende aannemelijk geworden dat veroordeelde wederrechtelijk voordeel heeft genoten door middel van het strafbare feit ter zake waarvan hij bij voornoemd vonnis is veroordeeld.
De rechtbank neemt als uitgangspunt voor de berekening van het bedrag waarop het wederrechtelijk verkregen voordeel door middel van voormelde strafbare feiten wordt geschat, het rapport wederrechtelijk verkregen voordeel. De rechtbank gaat daarbij uit van in totaal 4 oogsten.
Dit levert de volgende berekening op:
Ruimte 1:
Opbrengst
280 planten x 27,7 gram opbrengst per hennepplant = 7,756 kilogram
7,756 kilogram x € 4.070 verkoopprijs hennep = € 31.566,92
Totale bruto opbrengst van 4 oogsten bedraagt 4 x € 31.566,92 = € 126.267,68
Kosten
Afschrijvingskosten volgens rapport functioneel afpakken = € 200,-
Hennepstekken van 280 planten x 3.81 = € 1.066,80
Variabele kosten van 280 planten x 3.88 = € 1.086,40
Elektriciteitskosten = geen
Kosten knippers van 280 planten x 2.00 = € 560,-
Huisvestingskosten = geen
-------------------------------
Totale kosten per oogst = € 2.913,20
Totale kosten van 4 oogsten bedraagt 4 x € 2.913,20 = € 11.652,80
Ruimte 2:
294 hennepplanten x 27,7 gram opbrengst per hennepplant = 8,143 kilogram
8,143 kilogram x € 4.070 verkoopprijs hennep = € 33.142,01
Totale bruto opbrengst van 4 oogsten bedraagt 4 x € 33.145,27 = € 132.568,04
Kosten
Afschrijvingskosten volgens rapport functioneel afpakken = € 200,-
Hennepstekken van 294 planten x 3.81 = € 1.120,14
Variabele kosten van 294 planten x 3.88 = € 1.140,72
Elektriciteitskosten = geen
Kosten knippers van 294 planten x 2.00 = 588,-
Huisvestingskosten = geen
------------------------------------
Totale kosten per oogst = € 3.048,86
Totale kosten van 4 oogsten bedraagt 4 x € 3.048,86 = € 12195,44
Het wederrechtelijk verkregen voordeel
Opbrengst ruimte 1 van 4 oogsten (€ 126.267,68) + opbrengst ruimte 2 van 4 oogsten (€ 132.568,04) = € 258.835,72
Kosten ruimte 1 van 4 oogsten (€ 11.652,80) + kosten ruimte 2 van 4 oogsten (€ 12.195,44) = € 23.848,24
Totaal wederrechtelijk verkregen voordeel veroordeelde: € 258.835,72 - € 23.848,24 = € 234.987,48
De raadsvrouw heeft zich op het standpunt gesteld dat veroordeelde een veel kleiner bedrag heeft ontvangen en dat de vordering daarom moet worden gematigd tot een bedrag van
€ 9.526,26. Dit bedrag is gebaseerd op de taxatiewaarde van de auto van verdachte, te weten € 15.000,- minus de kosten van het elektriciteitsverbruik ter hoogte van € 973,75 en met een matiging van 30% in verband met de grove overschrijding van de redelijke termijn.
De rechtbank acht het onaannemelijk dat veroordeelde slechts het gestelde lage bedrag heeft ontvangen uit de opbrengsten. De rechtbank ziet geen reden om af te wijken van de berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel zoals hierboven opgenomen.
De rechtbank ziet wel aanleiding om, overeenkomstig de lijn van de Hoge Raad, ook in de ontnemingsvordering rekening te houden met het forse tijdsverloop. In beginsel bedraagt de vermindering niet meer dan € 5.000,-. Indien de redelijke termijn echter met meer dan twaalf maanden is overschreven dan handelt de rechtbank in ontnemingszaken naar bevind van zaken. Ter compensatie van de overschrijding van de redelijke termijn met vijf jaren zal de rechtbank in dit geval een matiging toepassen van 30%.