ECLI:NL:RBNNE:2023:4355

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
17 oktober 2023
Publicatiedatum
24 oktober 2023
Zaaknummer
18-134042-22
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplegen van hennepteelt en voorhanden hebben van een gasdrukpistool

In deze zaak heeft de rechtbank Noord-Nederland op 17 oktober 2023 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die zich samen met anderen schuldig heeft gemaakt aan het telen van hennep gedurende een periode van negen maanden. De verdachte was eigenaar van de loods waar de hennepkwekerij was aangetroffen en had de toegang tot deze loods geregeld met camera's. Daarnaast heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan het voorhanden hebben van een gasdrukpistool. De rechtbank oordeelde dat er sprake was van een grove overschrijding van de redelijke termijn en dat artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht van toepassing was. De rechtbank legde de verdachte een onvoorwaardelijke taakstraf op, in plaats van een gevangenisstraf, rekening houdend met de omstandigheden van de zaak en de rol van de verdachte.

De zaak kwam ter terechtzitting op 3 oktober 2023, waar de verdachte werd bijgestaan door zijn advocaat, mr. I. Djordjevic. Het openbaar ministerie werd vertegenwoordigd door mr. T. Pitstra. De tenlastelegging omvatte het opzettelijk telen van hennep en het voorhanden hebben van een gasdrukpistool. De rechtbank oordeelde dat de verdachte voldoende betrokkenheid had bij de hennepkwekerij, onder andere door het bezit van sleutels en het toezicht via camera's. De rechtbank achtte de feiten wettig en overtuigend bewezen, maar sprak de verdachte vrij van andere ten laste gelegde feiten.

De rechtbank heeft bij de strafoplegging rekening gehouden met de aard en ernst van de feiten, de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, en de vordering van de officier van justitie. De rechtbank concludeerde dat de verdachte niet verantwoordelijk had genomen voor zijn daden, wat meegewogen werd in de strafmaat. Uiteindelijk werd de verdachte veroordeeld tot een taakstraf van 80 uren, met vervangende hechtenis indien deze niet naar behoren werd verricht.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
Afdeling strafrecht Locatie Groningen
parketnummer 18/134042-22
Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 17 oktober 2023 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] 1960 te [geboorteplaats] , wonende te [adres] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 3 oktober 2023. Verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. I. Djordjevic, advocaat te Groningen.
Het openbaar ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr T. Pitstra.

Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
Primairhij in of omstreeks de periode van 1 januari 2018 tot en met 17 september 2018 te [plaatsnaam] , gemeente Oldambt, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, in een pand/loods aan de [adres] , meermalen, althans eenmaal, (telkens) opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt, in elk geval in genoemd(e) pand/loods opzettelijk aanwezig heeft gehad, een groot aantal, in elk geval een hoeveelheid, hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet;
Subsidiaireen of meer andere en/of onbekend gebleven persoon/personen in of omstreeks de periode van 1 januari 2018 tot en met 17 september 2018 te [plaatsnaam] , gemeente Oldambt, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans één van hen, meermalen, althans eenmaal, (telkens) opzettelijk in een pand/loods aan de [adres] heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt, in elk geval in genoemd(e) pand/loods opzettelijk aanwezig heeft gehad, een groot aantal, in elk geval een hoeveelheid, hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet, tot en/of bij het plegen van welk(e) misdrijf/misdrijven verdachte in of omstreeks de periode van 1 januari 2018 tot en met 17 september 2018 te [plaatsnaam] , gemeente Oldambt, (telkens) opzettelijk gelegenheid en/of middelen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest, door aan die andere(n) en/of onbekend gebleven persoon/personen voornoemd pand/loods voor de teelt/het kweken van hennepplanten ter beschikking te stellen;
2.
hij op of omstreeks 17 september 2018 te [plaatsnaam] , gemeente Oldambt, een wapen van categorie I, onder 7° van de Wet wapens en munitie, te weten een door de Minister van Justitie en Veiligheid aangewezen voorwerp dat een ernstige bedreiging van personen kon vormen en/of dat zodanig op een wapen geleek dat deze voor bedreiging of afdreiging geschikt was, namelijk een gasdrukpistool (merk Umarex, type COP), voorhanden heeft gehad.
Beoordeling van het bewijs
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft veroordeling gevorderd voor de feiten 1 primair en 2. Zij heeft daartoe ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde feit aangevoerd dat de hennepkwekerij is aangetroffen in de loods op het terrein van verdachte. In de woning van verdachte stond een camerasysteem waarop beelden van de binnenkant van de loods en het terrein daarbuiten live werden weergegeven. Daarnaast is er een sleutelbos aangetroffen met drie sleutels die passen op het hangslot dat aan de deur van de loods was bevestigd en is in de kruipruimte van de woning een stroomkabel gevonden die naar de loods liep. Dit wijst er op dat verdachte wel degelijk actief betrokken was bij de kwekerij. Zijn beide toenmalige stiefzoons en zijn ex-schoonzoon wijzen verdachte bovendien aan als de eigenaar van de kwekerij.
Ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde feit heeft de officier van justitie aangevoerd dat het gasdrukpistool is aangetroffen in de woning van verdachte, dat hij er over kon beschikken en het dus voor handen heeft gehad.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft betoogd dat verdachte moet worden vrijgesproken van de feiten 1 primair en 2. Zij heeft daartoe het volgende aangevoerd. Op basis van het procesdossier kan niet worden vastgesteld dat er sprake is geweest een nauwe en bewuste samenwerking dan wel van een materiële of intellectuele bijdrage van voldoende gewicht. Er blijkt niets van een onderlinge taak- of rolverdeling. Ook blijkt niet dat verdachte aanwezig is geweest op cruciale momenten zoals bij het knippen van de hennepplanten of dat hij op enigerlei wijze hennep heeft gekweekt. Verdachte heeft enkel zijn loods ter beschikking gesteld maar dat is onvoldoende om medeplegen van het telen van hennep aan te kunnen nemen. Ten aanzien van het gasdrukpistool wist verdachte überhaupt niet dat dit aanwezig was in zijn woning. Dat verdachte over het wapen beschikte kan dan ook niet worden vastgesteld.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
Ieder bewijsmiddel is -ook in onderdelen- slechts gebruikt voor het feit waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.
De door verdachte ter zitting van 3 oktober 2023 afgelegde verklaring, voor zover inhoudend: Ik heb de loods ter beschikking gesteld. Ik wist wat daar gebeurde.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aantreffen hennepkwekerij d.d. 18 september 2018, opgenomen op pagina 564 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer 2018187012 (Eekhoorn/NNRBA180222) d.d. 11 juli 2019, inhoudend als relaas van verbalisant:
Op 17 september 2018 werd er een hennepkwekerij aangetroffen in de loods op het adres [adres] te [plaatsnaam] .
Kweekruimte 1:
Ruimte 1 was ingericht met verschillende apparatuur voor het telen van hennep. Wij zagen dat de plantenbakken gevuld waren met nieuwe potgrond. Wij zagen dat er op de vloer van de ruimte vijver folie lag. Wij zagen dat de wanden van de ruimte bekleed waren met reflectiefolie.
  • Er stonden 280 plantenbakken van 25 cm bij 25 cm in kweekruimte 1, die waren gevuld metpotgrond. Er stonden 16 potten per vierkante meter.
  • In totaal hingen er in de kweekruimte 24 assimilatielampen van 600 watt. - In de kweekruimte bevonden zich drie (3) koolstoffilters.
  • De luchtverversing en luchtafvoer werd geregeld door een aan- en afzuiginstallatie.
  • Er hing één thermostaat in kweekruimte 1.
  • Er hingen zes (6) ventilatoren van 45 watt in kweekruimte 1.
Kweekruimte 2:
Ruimte 2 was ingericht was met verschillende apparatuur voor het telen van hennep. Wij zagen dat de plantenbakken gevuld waren met nieuwe potgrond. Wij zagen dat er op de vloer van de ruimte, vijver folie lag. Wij zagen dat de wanden van de ruimte bekleed waren met reflectiefolie.
  • Er stonden 294 plantenbakken van 25 cm bij 25 cm in kweekruimte 2, die waren gevuld metpotgrond. Er stonden 16 potten per vierkante meter.
  • In totaal hingen er in de kweekruimte 24 assimilatielampen van 600 watt.
  • In de kweekruimte bevonden zich drie (3) koolstoffilters.
  • De luchtverversing en luchtafvoer werd geregeld door een aan- en afzuiginstallatie.- Er stond één(1) elektrische kachel van 3KW in kweekruimte 2 - Er hing één thermostaat in kweekruimte 2.
  • Er hingen zes(6) ventilatoren van 45 watt in kweekruimte 2.
Ruimte 3:
Na het binnentreden van ruimte 3, zagen wij dat, er een schakelkastpaneel met een tijdklok hing. De tijdklok was ingesteld op 12 uur. Wij zagen vanuit deze ruimte dat de elektriciteit ten behoeve van de twee kweekruimten werd geregeld. In beide kwekerij zagen wij dat de elektrische apparatuur was aangesloten. In ruimte 3 troffen wij diverse groeimiddelen aan, die gebruikt kunnen worden in de hennepteelt. Wij troffen verder het volgende aan: twee PH-meters, een luchtbevochtiger van 1200
watt, 5 transformatoren van 600 watt en een elektrische kachel van 3 KW.
Ruimte 4:
Na het binnentreden van de loods, kwamen wij in ruimte 4. Wij zagen dat je vanuit ruimte 4 toegang tot ruimte 1, 2, 3 en 5 had. Wij zagen dat op de wand van kweekruimte 1, 24 transformatoren en een Davin controller hingen. Wij zagen dat op de wand van kweekruimte 2, 25 transformatoren, een climate controller en een SPC controller hingen.
Ruimte 5:
In ruimte 4 bevond zich een ladder die tegen de muur van ruimte 1 en ruimte 2 stond. Wij zagen dat de ladder toegang gaf tot het dak van de kweekruimten. Wij liepen de ladder omhoog en wij zagen dat er 5 slakkenhuizen op het dak van de kweekruimten stonden. Wij zagen dat de slakkenhuizen verbonden waren middels afzuigslangen met de beide kweekruimten.
In
ruimte 3, 4 en 5waren lege jerrycan en flessen hennepvoeding aangetroffen.
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 14 februari 2019,opgenomen op pagina 628 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
Tijdens de ontmanteling van de hennepkwekerij werd in de loods een elektriciteitskabel aangetroffen ten behoeve van de hennepkwekerij. Deze kabel bleek aangelegd te zijn, vanuit de woning naar de loods achter op het erf en was rechtstreeks op het schakelpaneel van de hennepkwekerij gemonteerd. De kabel bleek uit te komen in de kruipruimte van de woning, ter hoogte van de meterkast.
4. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 5 november 2018,opgenomen op pagina 648 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
Ik zag dat [verdachte] een welkomstbrief had ontvangen van [bedrijf] waarin stond dat op 15 juni 2017, [bedrijf] startte met leveren aan de [adres] te [plaatsnaam] , het leveringsadres van zowel energie als gas.
Op de [adres] te [plaatsnaam] staan drie personen ingeschreven. Ik zag dat het gemiddelde verbruik voor een huishouden van drie personen 3605 kWh per jaar bedroeg. Ik zag op het verbruiksgegevens overzicht dat het verbruik aan de [adres] te [plaatsnaam] het volgende was:
Tussen 15-06-2017 en 15-06-2018 (1 jaar) een verbruik van 2023 kWh.
Tussen
15-06-2018 en 19-09-2018 (3 maanden) een verbruik van 6311 kWh.
Het gemiddelde verbruik (Nibud) is per drie maanden (3605/12 x 3) 901,25 kWh. Het verbruik aan de [adres] te [plaatsnaam] bedroeg 6311 kWh per drie maanden. Dit is zeven keer zoveel dan het gemiddelde verbruik (6311/901.25 = 7.0).
5. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 20 februari 2019, opgenomen op pagina 732 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
Uit de bekeken camerabeelden is gebleken dat:
  • [verdachte] als hij thuis is, onbekende personen met een personenauto, circa 8 uren, op zijn erftoelaat. Deze personen vervolgens in de nachtelijke uren weer van het erf laat vertrekken zonder dat hij deze mensen aanspreekt. Dit gebeurde in de periode van 17 juni 2018 tot en met 28 juli 2018, tweemaal.
  • [verdachte] de sleutels van het hangslot, van de enige toegangsdeur van de loods, in zijn woningheeft. De loods die nagenoeg in zijn geheel ingericht is als hennepkwekerij.
  • [verdachte] zijn bestelbus ter beschikking stelt van [naam] en zijn stiefzoon [naam] om goederenten behoeve van de hennepkwekerij op te halen en tevens afval uit de hennepkwekerij weg te brengen.
  • [verdachte] in zijn woning aanwezig is als er gesprekken plaatsvinden met betrekking tot dehennepkwekerij.
6.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 26 september 2018, opgenomen op pagina 557 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisanten: Op het terreintje naast de loods zagen wij vuilniszakken liggen. De vuilniszakken hebben wij geopend en wij zagen dat hier hennep gerelateerd afval in zat (teelaarde, plantenresten en stekblokjes). Onder andere werden 2.425 stekblokjes aangetroffen en een hoeveelheid (verpakkingen van) voedingsmiddelen.
Betreden loods
Wij hebben bovengenoemde loods betreden. De toegangsdeur was voorzien van een hangslot. De bevestigingsplaat waar het hangslot de deur mee op slot hield, hebben wij verbroken. In de keuken van de woning troffen wij aan een haakje een sleutelbos aan. Hierbij bleek dat drie van de sleutels pasten op het hangslot waarmee de loods met daarin de hennepkwekerij was afgesloten.
Doorzoeking woning
Vindplaats
Betreft
Omschrijving
Keuken (BG)
Gegevensdragers
Camerasysteem met twee harde schijven
Keuken (BG)
Hennep
Hennep in plastic potje
Keuken (BG)
Wapen
Balletjes pistool gelijkend op vuurwapen
Woonkamer (BG)
Hennep
Plastic zak met hennep
Slaapkamer (1e verdieping)
Hennep
Hennepgruis en hennep
7. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 20 september 2018, opgenomen op pagina 699 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant: In de woning werd gezocht naar goederen, aanwijzingen en/of bewijsstukken die in verband gebracht konden worden met de handel in en/of produceren van verdovende middelen als bedoeld in de Opiumwet. Hierbij zijn de volgende goederen in beslag genomen:
1. balletjespistool + patroonhouder.
8. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 29 april 2019, opgenomen op pagina 1128 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
Gasdrukpistool
Object: gasdrukpistool
Merk/type: Umarex COP
Kaliber: 6 mm BB (balletjes)
Serienummer: 13G74413
Inclusief passende balletjesmagazijn. Dit pistool is een C02-gasdrukpistool. Het pistool is zwart van kleur. Dit gasdrukpistool is voorzien van enkele niet-functionele onderdelen die de kennelijke bedoeling hebben dit wapen het uiterlijk te geven van een vuurwapen. Gezien de uiterlijke kenmerken en de vorm en afmetingen is dit gasdrukpistool niet of nauwelijks van echte vuurwapens in deze vorm te onderscheiden waarvan de werking berust op het teweegbrengen van een scheikundige ontploffing dan wel een andere scheikundige reactie. Dit gasdrukpistool vertoont onder andere een sprekende gelijkenis met pistolen van de merken: Walther, type P99—Q, kaliber 9xl9rnm en Heckler & Koch, type HK3O, kaliber 9xl9mm.
Derhalve is dit gasdrukpistool een wapen in de zin van artikel 2 lid 1 categorie 1 lid 7 van de Wet wapens en munitie, gelet op artikel 3 onder a van de Regeling wapens en munitie.
Met betrekking tot de hiervoor weergegeven standpunten overweegt de rechtbank het volgende.
Uit de bovengenoemde bewijsmiddelen volgt dat er negen maanden lang een hennepkwekerij actief is geweest in een aan verdachte toebehorende loods aan de [adres] te [plaatsnaam] .
De rechtbank is van oordeel dat verdachte daarbij een rol van voldoende gewicht heeft gehad om te kunnen spreken van medeplegen. De rechtbank betrekt daarbij dat verdachte eigenaar is van de loods, dat hij in het bezit was van een drietal sleutels die paste op het slot van de enige deur die toegang gaf tot de kwekerij en dat er in de loods en op zijn terrein camera’s waren geïnstalleerd die rechtstreeks uitgekeken konden worden in de woning van verdachte. Voornoemde omstandigheden duiden er naar het oordeel van de rechtbank op dat verdachte de beschikkingsmacht had over de kwekerij en dat hij fungeerde als opzichter van de kwekerij en daarmee als medepleger heeft te gelden. Dat er geen beeldmateriaal is waarop verdachte in de loods is te zien, doet aan het voorgaande niet af.
Bij de doorzoeking in de woning van verdachte is tevens een gasdrukpistool aangetroffen in de keuken. Het wapen is omgebouwd zodat het wapen qua uiterlijk overeenkomt met een daadwerkelijk vuurwapen. Verdachte is eigenaar en bewoner van zijn woning en het wapen lag in de keuken, als het ware voor het oprapen, waardoor het onaannemelijk is dat verdachte niet wist van de aanwezigheid van dit wapen in zijn woning. De rechtbank is dan ook van oordeel dat verdachte dit wapen voorhanden heeft gehad.

Bewezenverklaring

De rechtbank acht feiten 1 primair en 2 wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:
1.
Primairhij in de periode van 1 januari 2018 tot en met 17 september 2018 te [plaatsnaam] , tezamen en in vereniging met anderen, in een pand/loods aan de [adres] , meermalen, telkens opzettelijk heeft geteeld, een groot aantal hennepplanten en delen daarvan, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II;
2.
hij op 17 september 2018 te [plaatsnaam] , een wapen van categorie I, onder 7° van de Wet wapens en munitie, te weten een door de Minister van Justitie en Veiligheid aangewezen voorwerp dat zodanig op een wapen geleek dat deze voor bedreiging of afdreiging geschikt was, namelijk een gasdrukpistool (merk Umarex, type COP), voorhanden heeft gehad.
Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde Het bewezen verklaarde levert op:

primairmedeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3 onder B van de Opiumwet gegeven verbod, terwijl het feit betrekking heeft op een grote hoeveelheid van het middel, meermalen gepleegd;
handelen in strijd met artikel 13, eerste lid, van de Wet wapens en munitie.
Deze feiten zijn strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.

Strafbaarheid van verdachte

De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.

Strafmotivering

Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van feiten 1 primair en 2 wordt veroordeeld tot een taakstraf voor de duur van 240 uren, te vervangen door 120 dagen hechtenis, waarvan 120 uren, te vervangen door 60 dagen, voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren en met aftrek van het voorarrest. De officier van justitie heeft daarbij rekening gehouden met de forse overschrijding van de redelijke termijn en de omstandigheid dat artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr) van toepassing is.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft primair gepleit voor vrijspraak ten aanzien van feiten 1 primair en 2. Mocht de rechtbank tot een bewezenverklaring komen onder feit 1 subsidiair dan zal hooguit een korte taakstraf op zijn plaats zijn gelet op de grove overschrijding van de redelijke termijn, de LOVSoriëntatiepunten en de omstandigheid dat artikel 63 Sr van toepassing is.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek ter terechtzitting en de rapportages van Reclassering Nederland d.d. 26 juni 2023 en d.d. 26 januari 2021, het uittreksel uit de justitiële documentatie, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de verdediging.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich, samen met anderen, schuldig gemaakt aan het telen van hennep gedurende een periode van negen maanden. Verdachte was eigenaar van de loods waar de hennepkwekerij is aangetroffen en beheerde de toegang tot alsook het toezicht rondom de loods middels camera’s. De teelt en het gebruik van hennep leveren veel maatschappelijke overlast op. Verdachte heeft er door zijn handelen aan bijgedragen dat de verslavingsproblematiek met alle daarmee vaak gepaard gaande vormen van criminaliteit in stand wordt gehouden. Daarnaast heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan het voorhanden hebben van een gasdrukpistool. Een dergelijk wapen dient ter bescherming van de algemene veiligheid uit de maatschappij te worden geweerd. Verdachte heeft bij de politie en tijdens de terechtzitting voor geen van de bewezenverklaarde feiten verantwoordelijkheid genomen. De rechtbank rekent verdachte dit aan.
De LOVS-oriëntatiepunten gaan uit van een taakstraf voor de duur van 180 uren en een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 2 maanden bij het telen van 500-1000 hennepplanten. De rechtbank is echter van oordeel dat er sprake is van een grove overschrijding van de redelijke termijn. Bovendien is artikel 63 Sr van toepassing. De rechtbank acht derhalve enkel een onvoorwaardelijke taakstraf in dit geval passend.

Toepassing van wetsartikelen

De rechtbank heeft gelet op de artikelen 9, 22c, 22d, 47, 57 en 63 van het Wetboek van Strafrecht, de artikelen 3 en 11 van de Opiumwet en 13 en 55 Wet wapens en munitie.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak gelden.

Uitspraak

De rechtbank

Verklaart het onder feit 1 primair en 2 ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte tot:

een taakstraf voor de duur van 80 uren.

Beveelt dat voor het geval de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis voor de duur van 40 dagen zal worden toegepast.
Beveelt dat de tijd door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde taakstraf geheel in mindering zal worden gebracht naar de maatstaf van 2 uren per dag inverzekeringstelling.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.A.M. Wolters, voorzitter, mr. S. Zwarts en mr. S.T. Kooistra, rechters, bijgestaan door mr. H.A. Vonk, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 17 oktober 2023.
Mr. S.T. Kooistra is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.