In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 17 oktober 2023 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich samen met anderen schuldig heeft gemaakt aan het telen van hennep gedurende een periode van negen maanden. De rechtbank oordeelde dat er sprake was van een grove overschrijding van de redelijke termijn, aangezien de verdachte sinds zijn aanhouding in 2018 niet meer in aanraking was gekomen met politie en justitie. De rechtbank vond een korte onvoorwaardelijke taakstraf passend in dit geval.
De verdachte, bijgestaan door zijn advocaat mr. W.G. ten Have, verscheen ter terechtzitting op 3 oktober 2023. Het openbaar ministerie was vertegenwoordigd door mr. T. Pitstra. De tenlastelegging omvatte het opzettelijk telen van hennepplanten in een pand in de gemeente Oldambt. De rechtbank achtte het primair ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen, mede op basis van de verklaring van de verdachte en het proces-verbaal van de politie.
De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een taakstraf van 40 uren, met de bepaling dat bij niet-nakoming vervangende hechtenis van 20 dagen zal worden opgelegd. De rechtbank heeft rekening gehouden met de aard en ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, en de persoonlijke situatie van de verdachte. De rechtbank heeft ook de LOVS-oriëntatiepunten in overweging genomen, maar besloot tot een lichtere straf vanwege de grove overschrijding van de redelijke termijn.