Uitspraak
[eiser] , uit [woonplaats] , eiser
de heffingsambtenaar van de gemeente Oldambt
Inleiding
Feiten
U vroeg mij hoeveel u hebt betaald voor mijn werk in de WOZ-kwesties.
Rechtbank Noord-Nederland
In deze uitspraak van de Rechtbank Noord-Nederland, zittingsplaats Groningen, op 19 oktober 2023, zijn de beroepen van eiser tegen de uitspraken op bezwaar van de heffingsambtenaar van de gemeente Oldambt beoordeeld. Eiser, eigenaar van een vrijstaande woning met vervuilde grond, had bezwaar gemaakt tegen de vastgestelde WOZ-waarden voor de belastingjaren 2020 en 2021. De heffingsambtenaar had de WOZ-waarde voor 2020 vastgesteld op € 64.000 en voor 2021 op € 81.000, maar na bezwaar verlaagd naar respectievelijk € 50.000 en € 55.000. Eiser betoogde dat zijn onroerende zaak door de vervuiling niets waard was, terwijl de heffingsambtenaar stelde dat hij voldoende rekening had gehouden met de vervuiling.
De rechtbank oordeelde dat de WOZ-waarden niet te hoog waren vastgesteld. De rechtbank baseerde haar oordeel op de taxaties die waren uitgevoerd, waarbij de marktwaarde zonder rekening te houden met de vervuiling op € 215.000 was vastgesteld. De rechtbank concludeerde dat de heffingsambtenaar de kosten van sanering had afgetrokken van de niet betwiste waardes in onvervuilde staat, wat leidde tot de vastgestelde WOZ-waarden. Eiser kreeg geen vergoeding voor proceskosten en het griffierecht werd niet teruggegeven. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en partijen werden geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.