ECLI:NL:RBNNE:2023:4213
Rechtbank Noord-Nederland
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel in strafzaak
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 10 oktober 2023 uitspraak gedaan in een vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel. De vordering was ingediend door de officier van justitie op 23 augustus 2023, waarbij een bedrag van € 322.105,60 werd gevorderd. De rechtbank heeft de zaak behandeld op 26 september 2023, waarbij de veroordeelde aanwezig was met zijn advocaat, mr. H.C.L. Crozier, en het openbaar ministerie vertegenwoordigd was door mr. H. Mous. De rechtbank heeft vastgesteld dat de veroordeelde voordeel heeft verkregen uit de opbrengst van een hennepkwekerij, waarbij de officier van justitie een opbrengst per kilogram van € 4070,- hanteerde. De verdediging betoogde dat de ontnemingsvordering afgewezen moest worden, of in ieder geval gematigd tot € 32.000,00, omdat er ook veel oogsten zijn mislukt. De rechtbank heeft de schatting van het wederrechtelijk verkregen voordeel gebaseerd op bewijsmiddelen, waaronder een rapport van de politie en eerdere vonnissen. Uiteindelijk heeft de rechtbank vastgesteld dat de veroordeelde € 163.848,60 aan wederrechtelijk verkregen voordeel heeft genoten en heeft de verplichting tot betaling aan de staat opgelegd. Tevens is er vastgesteld dat er sprake was van een overschrijding van de redelijke termijn in de procedure, maar dat deze overschrijding voldoende was gecompenseerd in de straf.