Op 28 september 2023 heeft de Rechtbank Noord-Nederland, locatie Leeuwarden, uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die bij verstek is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 4 maanden. De verdachte, geboren in 1994 en zonder bekende woon- of verblijfplaats, werd beschuldigd van brandstichting met gemeen gevaar voor goederen en vernieling. De feiten vonden plaats op 29 januari 2021 in de gemeente De Fryske Marren, waar de verdachte opzettelijk brand heeft gesticht in een matras in een asielzoekerscentrum, wat leidde tot gemeen gevaar voor de aanwezige goederen. Daarnaast heeft hij opzettelijk een spiegel en een deur vernield die toebehoorden aan het COA.
De rechtbank heeft de zaak behandeld naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting op 14 september 2023, waarbij de verdachte niet aanwezig was. De officier van justitie heeft veroordeling gevorderd op basis van getuigenverklaringen en de bekennende verklaring van de verdachte. De rechtbank achtte de ten laste gelegde feiten bewezen en oordeelde dat de verdachte strafbaar was, zonder dat er omstandigheden waren die de strafbaarheid uitsloten.
Bij de strafmotivering heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd, en de persoon van de verdachte. Ondanks de vordering van de officier van justitie voor een gevangenisstraf van 8 maanden, heeft de rechtbank besloten om een lagere straf op te leggen van 4 maanden, mede vanwege het tijdsverloop en vergelijkbare straffen in soortgelijke zaken. Tevens is besloten tot teruggave van in beslag genomen goederen aan de verdachte, aangezien het belang van strafvordering zich daartegen niet verzet.