ECLI:NL:RBNNE:2023:4055

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
4 oktober 2023
Publicatiedatum
5 oktober 2023
Zaaknummer
016900-23
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Verstek
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot toepassing vervangende hechtenis ex artikel 16 WWETGC met betrekking tot een Belgische boete

Op 4 oktober 2023 heeft de Rechtbank Noord-Nederland, locatie Leeuwarden, uitspraak gedaan in een zaak betreffende de vordering tot toepassing van vervangende hechtenis op basis van artikel 16 van de Wet wederzijdse erkenning en tenuitvoerlegging geldelijke sancties en confiscaties. De vordering was ingediend door de officier van justitie, die verzocht om verlof tot tenuitvoerlegging van 65 dagen vervangende hechtenis. Deze vordering was het gevolg van een eerder opgelegde geldboete van € 6.000,00 door het Hof van beroep te Gent, België, aan de veroordeelde, die niet op de zittingen was verschenen en geen betalingen had verricht ondanks meerdere aanmaningen.

De rechtbank constateerde dat de veroordeelde, geboren in 1956, niet had gereageerd op de aanmaningen en dat er geen beslag op zijn inkomen of goederen mogelijk was. De Belgische autoriteiten hadden ingestemd met de tenuitvoerlegging van de vervangende hechtenis, aangezien het niet mogelijk was om de geldelijke sanctie te innen. De rechtbank oordeelde dat aan de voorwaarden van artikel 16 WWETGC was voldaan en dat de vordering van de officier van justitie toewijsbaar was.

De rechtbank heeft de vordering toegewezen en bepaald dat de vervangende hechtenis voor maximaal 65 dagen kan worden opgelegd. Deze beslissing is openbaar uitgesproken door de rechters, waarbij mr. Koelman niet in staat was om de beslissing mede te ondertekenen.

Uitspraak

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling Strafrecht Locatie Leeuwarden
raadkamernummer 0161900-23 cjib zaaknummer 250525 4001 747358
Beslissing van de meervoudige raadkamer d.d. 4 oktober 2023 op de vordering van de officier van justitie ex artikel 16 van de Wet wederzijdse erkenning en tenuitvoerlegging geldelijke sancties en confiscaties, in de zaak tegen:

[veroordeelde] ,

geboren op [geboortedatum] 1956 te [geboorteplaats] , wonende [adres] , hierna te noemen veroordeelde.

Procesverloop

De officier van justitie heeft gevorderd dat de rechter verlof zal verlenen tot
tenuitvoerlegging van 65 dagen vervangende hechtenis. Deze vervangende hechtenis is, in samenhang met een geldelijke sanctie tot een bedrag van € 6.000,00, aan veroordeelde opgelegd door het Hof van beroep te Gent, België.
De behandeling van de vordering heeft plaatsgevonden op 20 september 2023. Veroordeelde is, alhoewel daartoe behoorlijk opgeroepen, niet verschenen. Mr. H.J. Mous was als officier van justitie bij de behandeling aanwezig.

Motivering

Het Hof van beroep te Gent, België, heeft veroordeelde op 29 april 2020 op tegenspraakveroordeeld voor bezit en verkoop van cocaïne en speed tot onder andere betaling van een boete tot een bedrag van € 6.000,00. Deze beslissing is op 15 mei 2020 onherroepelijk geworden. De beslissing is voor executie overgedragen aan Nederland, onder toezending van een afschrift van het ingevulde certificaat en een afschrift van het onderliggende arrest van het Hof van beroep. De officier van justitie heeft op 5 december 2022 de beslissing tot erkenning en tenuitvoerlegging van de opgelegde geldelijke sancties genomen.
Uit het overgelegde EGS-zaakoverzicht van het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB) d.d. 30 mei2023 blijkt dat aan veroordeelde op 12 december 2022 een initiële aanschrijving is verzonden, gevolgd door een eerste aanmaning op 28 januari 2023, een tweede aanmaning op 16 maart 2023 en een herinneringsbrief op 2 mei 2023. Er is geen enkele betaling ontvangen. Alle brieven zijn verzonden naar het woonadres van veroordeelde, waar hij vanaf 16 september 2021 als ingezetene ingeschreven staat. Het EGS-zaakoverzicht vermeldt dat incasso via de deurwaarder niet zinvol is omdat er geen beslag mogelijk is. In de vordering van de officier van justitie staat omschreven dat de deurwaarder heeft aangegeven dat er van veroordeelde geen bankrekeningnummer of inkomstenbron bekend is en dat hij geen voertuig op zijn naam heeft staan. Ook heeft hij eerdere geldboetes niet voldaan en geen initiatief getoond of gereageerd op stukken van de deurwaarder.
De Belgische autoriteiten hebben via het voorgeschreven certificaat ingestemd mettenuitvoerlegging van vervangende hechtenis indien het onmogelijk is om de beslissing tot het opleggen van de geldelijke sanctie geheel of gedeeltelijk ten uitvoer te leggen. De vervangende sanctie betreft hechtenis tot een maximumduur van 90 dagen. Uit het overgelegde arrest van het Hof van beroep te Gent blijkt dat de vervangende hechtenis alleen van toepassing is op de opgelegde geldboete van € 6.000,00.
De officier van justitie heeft schriftelijk gevorderd dat er, naar de in Nederland gebruikelijkemaatstaf, vervangende hechtenis voor de duur van 65 dagen wordt opgelegd.
De rechtbank constateert dat aan de in artikel 16 van de Wet wederzijdse erkenning entenuitvoerlegging geldelijke sancties en beslissingen tot confiscatie genoemde voorwaarden is voldaan en dat de vordering van de officier van justitie voor toewijzing vatbaar is.

Beslissing

De rechtbank wijst de vordering toe en bepaalt dat tenuitvoerlegging van vervangende hechtenis voor de duur van maximaal 65 dagen kan plaatsvinden.
Deze beslissing is gegeven door mr. W.S. Sikkema, voorzitter, mr. G.C. Koelman en mr. A. de Jong, rechters, bijgestaan door T.L. Komrij, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 4 oktober 2023.
Mr. Koelman is buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.