De kinderrechter kan bij de beoordeling van het verzoek uitgaan van de volgende feiten.
[de minderjarige] is een jongen van nu vijftien jaar oud, die is geboren uit het door echtscheiding ontbonden huwelijk van zijn ouders. Op grond van de wet oefenen de ouders samen het gezag uit over [de minderjarige] .
[de minderjarige] is gediagnosticeerd met ADHD, ASS, Gilles de la Tourette en een depressieve stoornis.
Bij beschikking van 22 maart 2023 is [de minderjarige] onder toezicht gesteld van de GI tot 22 maart 2024 en is eveneens een machtiging tot uithuisplaatsing van [de minderjarige] in accommodatie voor jeugdzorg verleend voor de duur van de ondertoezichtstelling.
[de minderjarige] verbleef sinds 15 december 2022 bij Factor 5, een hulpverlenende instantie die zich richt op het bieden van begeleiding aan jongeren en (jong)volwassenen met gedrags-, ontwikkelings- en/of persoonlijkheidsproblematiek.
Die plaatsing heeft niet gebracht wat ervan werd gehoopt. [de minderjarige] gleed steeds verder af, vluchtte steeds meer in excessief drugsgebruik, liep veelvuldig weg en was uit contact.
Na een reeks van incidenten heeft de GI op 16 mei 2023 van Factor 5 te horen gekregen dat de plaatsing van [de minderjarige] bij Factor 5 zal eindigen. De GI heeft hierop aan de kinderrechter verzocht een (spoed)machtiging gesloten jeugdhulp ten aanzien van [de minderjarige] te verlenen.
Bij beschikking van 16 mei 2023 heeft de kinderrechter zonder voorafgaande mondelinge behandeling een (spoed)machtiging verleend om [de minderjarige] met ingang van 16 mei 2023 voor de duur van vier weken te plaatsen in een accommodatie voor gesloten jeugdhulp en de beslissing op de resterende duur van het verzoek van de GI aangehouden.
Op 26 mei 2023 heeft de kinderrechter het verzoek om een (spoed)machtiging te verlenen alsnog mondeling behandeld, heeft hij na de mondelinge behandeling uitspraak gedaan en de spoedmachtiging verleend, maar het verzoek om een reguliere machtiging te verlenen, afgewezen. Redengevend hiervoor was dat [de minderjarige] ten tijde van het indienen van het verzoek vermist was, waardoor hij, anders dan op grond van art. 6.1.2. lid 6 Jeugdwet wel zou moeten, niet persoonlijk kon worden onderzocht door een gedragswetenschapper.
In de periode die hierop volgde heeft de GI zich ingespannen om [de minderjarige] te vinden. [de minderjarige] was ondanks intensief onderzoek door de GI, politie maar ook zijn ouders, niet te vinden.
Omdat de spoedmachtiging zou verlopen op 13 juni 2023, heeft de GI verzocht om aansluitend op die machtiging opnieuw een spoedmachtiging te verlenen.
Bij beschikking van 19 juni 2023 heeft de kinderrechter de spoedmachtiging gesloten jeugdhulp verleend tot 13 juli 2023.
[de minderjarige] heeft zich onttrokken aan de hulpverlening en hij is wekenlang voor hulpverlening, zijn ouders en ingeschakelde politie onvindbaar geweest, totdat hij op 22 juni 2023 door de politie werd gevonden op een schoolplein in de wijk [wijknaam 1] van de stad [plaats] . [de minderjarige] is vervolgens naar een accommodatie voor gesloten jeugdhulp van Elker gebracht.
Bij beschikking van 7 juli 2023 heeft de kinderrechter met ingang van diezelfde datum aan de GI een machtiging verleend om [de minderjarige] in een gesloten accommodatie te doen opnemen en te doen verblijven voor de duur van twee maanden. De kinderrechter heeft iedere verdere beslissing aangehouden en een nieuwe mondelinge behandeling bepaald, waarbij de GI is verzocht om uiterlijk acht dagen voor die mondelinge behandeling de kinderrechter te informeren over de stand van zaken, de verwijzing naar Accare en de diagnostiek die dan heeft plaatsgevonden en het behandelvooruitzicht van [de minderjarige] , zodat de kinderrechter kan beoordelen of een verdere verlenging van de gesloten machtiging nog noodzakelijk is in de zin van art. 8 lid 2 EVRM.
Tot 18 juli 2023 ging het goed met [de minderjarige] bij JeugdzorgPlus van Elker. [de minderjarige] was in gesprek, stelde zich open en meewerkend op en hield zich aan de afspraken. Hij deed goed mee op de groep en in de lessen op Portalis. Naar aanleiding hiervan mocht [de minderjarige] zijn verloven opbouwen en mocht hij onder begeleiding of samen met zijn moeder naar buiten.
Op 18 juli 2023 is [de minderjarige] weggelopen tijdens een begeleid verlof moment toen hij samen met begeleiding en andere jongeren een ijsje ging halen in de wijk [wijknaam 2] . Op 10 augustus 2023 kwam er een anonieme melding binnen dat [de minderjarige] bij zijn vriendin verbleef. De politie heeft [de minderjarige] daar vervolgens opgehaald en teruggebracht naar Elker. Op 11 augustus 2023 is [de minderjarige] wederom weggelopen.
Bij beschikking van 29 augustus 2023 heeft de kinderrechter een machtiging gesloten jeugdhulp verleend voor de resterende duur van het verzoek en daarom tot 7 oktober 2023, die uitsluitend ten uitvoer mocht worden gelegd in de instelling waar [de minderjarige] op dat moment verbleef (Elker Jeugdzorg Plus).
Momenteel wordt [de minderjarige] begeleid door Traject 58 en door Accare Forensische Jeugdpsychiatrie (FJP). [de minderjarige] is goed in contact met de FJP. Ook de ouders hebben gesprekken met de FJP. De bedoeling is dat [de minderjarige] geplaatst gaat worden op een open groep met een voorwaardelijke machtiging gesloten jeugdhulp. [de minderjarige] staat (nog) niet open voor een buitenland traject. Voor [de minderjarige] wordt een geschikte vervolgplek gezocht.
[de minderjarige] wordt verdacht van ernstige strafbare feiten. Hij moet op 6 oktober 2023 voorkomen bij de meervoudige strafkamer van deze rechtbank. [de minderjarige] wordt ervan verdacht dat hij op 17 maart 2023 zich schuldig heeft gemaakt aan bedreiging met zware mishandeling en op 11 oktober 2022 aan diefstal met geweld.