ECLI:NL:RBNNE:2023:3969
Rechtbank Noord-Nederland
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Wrakingsverzoek niet-ontvankelijk na einduitspraak door rechter
In deze zaak heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Noord-Nederland op 21 september 2023 een wrakingsverzoek behandeld dat was ingediend door een verzoeker tegen mr. P.G. Wijtsma, de rechter die de hoofdzaak behandelde. Het wrakingsverzoek werd ingediend op 8 september 2023, nadat de rechter al een einduitspraak had gedaan in de hoofdzaak. De verzoeker stelde dat de rechter vooringenomen was en niet voldoende had gezorgd voor een eerlijk proces. Hij gaf aan dat hij niet de kans had gekregen om zijn argumenten naar voren te brengen en dat de rechter te snel door wilde gaan naar de volgende zaak.
De wrakingskamer overwoog dat de wet niet voorziet in de mogelijkheid om een rechter te wraken na een einduitspraak. De verzoeker was niet-ontvankelijk in zijn wrakingsverzoek omdat het verzoek te laat was ingediend. De wrakingskamer baseerde haar beslissing op artikel 8:15 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 6 van het Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens. De wrakingskamer concludeerde dat de verzoeker niet in zijn verzoek kon worden ontvangen, en dat de procedure in de hoofdzaak voortgezet moest worden in de stand waarin deze zich bevond ten tijde van het indienen van het wrakingsverzoek.
De beslissing werd openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, en tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open. De wrakingskamer heeft de betrokken partijen, waaronder de verzoeker en de rechter, op de hoogte gesteld van deze beslissing.