In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Noord-Nederland op 31 augustus 2023 uitspraak gedaan over een verzoek tot machtiging voor gesloten jeugdhulp voor een minderjarige, geboren in 2008. Het verzoek is ingediend door het college van Burgemeesters en Wethouders van de gemeente Groningen, vertegenwoordigd door WIJ-Lewenborg. De kinderrechter heeft de zaak mondeling behandeld, waarbij de moeder en haar advocaat aanwezig waren, evenals vertegenwoordigers van het college. De vader was niet verschenen.
De kinderrechter heeft vastgesteld dat het ouderlijk gezag over de minderjarige wordt uitgeoefend door beide ouders. Eerder, op 9 maart 2023, was er al een voorwaardelijke machtiging verleend voor gesloten jeugdhulp, die op 9 september 2023 zou aflopen. De minderjarige had zich tijdens zijn verblijf in een open groep niet aan de voorwaarden gehouden en was opnieuw geplaatst in een gesloten setting. Het college verzocht om een verlenging van de machtiging voor een periode van vijf maanden, omdat de minderjarige een positieve ontwikkeling doormaakt, maar nog steeds begeleiding en structuur nodig heeft.
De kinderrechter heeft de feiten en de standpunten van de betrokkenen zorgvuldig gewogen. De minderjarige gaf aan dat hij het goed deed, maar ook dat hij graag meer vrijheden wilde. De moeder steunde het verzoek van het college, terwijl de minderjarige zelf tegen de verlenging was. De kinderrechter oordeelde dat de gesloten jeugdhulp noodzakelijk was om de veiligheid van de minderjarige te waarborgen en verleende de machtiging voor de gevraagde periode van 9 september 2023 tot 9 februari 2024. De kinderrechter sprak de hoop uit dat er in deze periode een passende vervolgplek voor de minderjarige gevonden zou worden.