ECLI:NL:RBNNE:2023:3964

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
31 augustus 2023
Publicatiedatum
29 september 2023
Zaaknummer
C/18/224862 / JE RK 23-444
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging gesloten jeugdhulp voor minderjarige in Groningen

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Noord-Nederland op 31 augustus 2023 uitspraak gedaan over een verzoek tot machtiging voor gesloten jeugdhulp voor een minderjarige, geboren in 2008. Het verzoek is ingediend door het college van Burgemeesters en Wethouders van de gemeente Groningen, vertegenwoordigd door WIJ-Lewenborg. De kinderrechter heeft de zaak mondeling behandeld, waarbij de moeder en haar advocaat aanwezig waren, evenals vertegenwoordigers van het college. De vader was niet verschenen.

De kinderrechter heeft vastgesteld dat het ouderlijk gezag over de minderjarige wordt uitgeoefend door beide ouders. Eerder, op 9 maart 2023, was er al een voorwaardelijke machtiging verleend voor gesloten jeugdhulp, die op 9 september 2023 zou aflopen. De minderjarige had zich tijdens zijn verblijf in een open groep niet aan de voorwaarden gehouden en was opnieuw geplaatst in een gesloten setting. Het college verzocht om een verlenging van de machtiging voor een periode van vijf maanden, omdat de minderjarige een positieve ontwikkeling doormaakt, maar nog steeds begeleiding en structuur nodig heeft.

De kinderrechter heeft de feiten en de standpunten van de betrokkenen zorgvuldig gewogen. De minderjarige gaf aan dat hij het goed deed, maar ook dat hij graag meer vrijheden wilde. De moeder steunde het verzoek van het college, terwijl de minderjarige zelf tegen de verlenging was. De kinderrechter oordeelde dat de gesloten jeugdhulp noodzakelijk was om de veiligheid van de minderjarige te waarborgen en verleende de machtiging voor de gevraagde periode van 9 september 2023 tot 9 februari 2024. De kinderrechter sprak de hoop uit dat er in deze periode een passende vervolgplek voor de minderjarige gevonden zou worden.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling privaatrecht
Locatie Groningen
zaakgegevens: C/18/224862 / JE RK 23-444
datum uitspraak: 31 augustus 2023

beschikking machtiging gesloten jeugdhulp

in de zaak van

het college Burgemeesters en Wethouders van de gemeente Groningen,

hierna te noemen het college, gevestigd te Groningen,
vertegenwoordigd door WIJ-Lewenborg,
die betrekking heeft op
[de minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2008 te [geboorteplaats] , hierna te noemen [de minderjarige] ,
advocaat: mr. S.E. de Jong, kantoorhoudende te Groningen,
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[de moeder] , hierna te noemen de moeder,

wonende te [woonplaats 1] ,
advocaat: mr. M.R.P. Ossentjuk,

[de vader] , hierna te noemen de vader,

wonende te [woonplaats 2] .

Het procesverloop

De procedure is ingeleid met een verzoekschrift met bijlagen van het college, ingekomen bij de rechtbank op 31 juli 2023. Onder de bijlagen bevinden zich onder meer de instemmende verklaring van de gekwalificeerde gedragswetenschapper van 27 juli 2023 en de instemmende verklaring van de ouders van 11 juli 2023.
Op 29 augustus 2023 heeft het college een machtiging overlegd waaruit blijkt wie namens het college het woord mag voeren tijdens de mondelinge behandeling.
Op 31 augustus 2023 heeft de kinderrechter de zaak mondeling behandeld. Daarbij zijn verschenen en gehoord mr. S.E. de Jong, de moeder, haar advocaat en [naam 1] en [naam 2] namens het college. Hoewel behoorlijk opgeroepen is de vader niet verschenen tijdens de mondelinge behandeling.
Voorafgaand aan de mondelinge behandeling heeft de kinderrechter apart gesproken met [de minderjarige] en zijn advocaat.
De kinderrechter heeft direct na de mondelinge behandeling uitspraak gedaan.

De feiten

De kinderrechter gaat bij de beoordeling van het verzoek uit van de volgende feiten.
Het ouderlijk gezag over [de minderjarige] wordt uitgeoefend door de ouders.
Bij beschikking van 9 maart 2023 heeft de kinderrechter een voorwaardelijke machtiging gesloten jeugdhulp verleend voor zes maanden, tot 9 september 2023.
In eerste instantie is [de minderjarige] op 9 maart 2023 voor één week geplaatst bij Jeugdzorg Plus van Elker in Groningen. De plaatsing van [de minderjarige] was bedoeld als een korte interventie, waarna hij daarna geplaatst zou worden op een open groep bij Elker. [de minderjarige] heeft zich tijdens zijn verblijf op de open groep niet aan de voorwaarden van de beschikking van 9 maart 2023 gehouden en verblijft sinds 29 maart 2023 opnieuw bij Jeugdzorg Plus van Elker.

Het verzoek

Het college verzoekt de kinderrechter op grond van artikel 6.1.2 lid 3c Jeugdwet een machtiging voor plaatsing van [de minderjarige] in een gesloten jeugdzorg af te geven, voor de duur van 5 maanden.
Tijdens de mondelinge behandeling heeft het college, samengevat weergegeven, aangegeven dat er sprake is een positief traject en een kanteling in de houding van [de minderjarige] . [de minderjarige] zet zich goed in, maar er zijn nog wel zorgen over de keuzes die hij maakt en hoe hij het gaat doen op een open groep. [de minderjarige] wil heel graag, maar het lukt hem nog niet altijd om zijn aandacht en concentratie te behouden op de gesloten groep. Inmiddels is [de minderjarige] met een behandeling gestart. Er is geen PTSS vastgesteld bij [de minderjarige] . Het College zet zich in om [de minderjarige] binnen een aantal maanden te plaatsen op een open groep. [de minderjarige] gaf een maand geleden aan nog goed op zijn plek te zitten bij Jeugdzorg Plus, maar inmiddels zijn er een aantal ontwikkelingen waardoor [de minderjarige] erg wordt geprikkeld door een gevoel van onveiligheid. Dit alles buiten zijn schuld om. Mede gelet daarop wordt er gekeken naar een passende plek voor [de minderjarige] .

De standpunten

Het standpunt van [de minderjarige]
Door en namens [de minderjarige] is aangegeven dat het goed gaat met hem. [de minderjarige] is een stuk rustiger geworden. Hij heeft veel baat bij de regels binnen Jeugdzorg Plus, maar zou liever naar een open groep gaan. Hij is het dan ook niet eens met het verzoek van het college. [de minderjarige] zou graag meer vrijheden krijgen en ervaart iets van verveling. Hij maakt zich zorgen over zijn scholing en zou graag iets met zijn intelligentie gaan doen. Anderzijds wordt ook gezien dat zelfstandig wonen op een open groep spannend en een uitdaging is. Er komt veel op [de minderjarige] af, mede door de traumabehandelingen die hij recent is gestart.
Het standpunt van de moeder
Door en namens de moeder is tijdens de mondelinge behandeling aangegeven dat [de minderjarige] enorm is gegroeid. Hij heeft baat bij de structuur in de Jeugdzorg Plus. De weekenden dat [de minderjarige] bij zijn moeder verblijft gaan een stuk beter. Hij is beter te begrenzen. De moeder stemt in met het verzoek van het college en hoopt dat er een passende plek voor hem gevonden wordt, waar het goed met hem blijft gaan.

De beoordeling

Gelet op het bepaalde in artikel 6.1.2, tweede lid, Jeugdwet kan een machtiging gesloten jeugdhulp slechts worden verleend indien naar het oordeel van de kinderrechter deze jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de jeugdige naar volwassenheid ernstig belemmeren. Bovendien dient de opneming en verblijf noodzakelijk te zijn om te voorkomen dat de jeugdige zich aan deze jeugdhulp onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken. De kinderrechter overweegt hiertoe als volgt.
Uit de overgelegde stukken en hetgeen naar voren is gebracht tijdens de mondelinge behandeling blijkt dat [de minderjarige] een positieve ontwikkeling doormaakt. Hij heeft veel baat bij de structuur die hij ervaart binnen de Jeugdzorg Plus. Anderzijds heeft [de minderjarige] veel meegemaakt en hij is pas recent gestart met traumabehandeling. Er komt veel op [de minderjarige] af en het lukt hem niet altijd om de aandacht en concentratie te behouden op bijvoorbeeld school. Het college heeft aangegeven op zoek te zijn naar een passende vervolgplek voor [de minderjarige] . De structuur, begeleiding en de kaders die [de minderjarige] nodig heeft kunnen hem op dit moment alleen geboden worden op de huidige gesloten groep. Mede omdat er nu nog geen passend alternatief beschikbaar is, is de kinderrechter van oordeel dat het verzoek moet worden toegewezen om de veiligheid van [de minderjarige] te kunnen waarborgen. De kinderrechter zal de machtiging voor een gesloten accommodatie voor jeugdhulp dan ook verlenen, en wel voor de verzochte periode van vijf maanden. De kinderrechter spreekt de hoop uit dat in deze periode een passende vervolgplek voor [de minderjarige] gevonden wordt.

De beslissing

De kinderrechter:
verleent een machtiging om [de minderjarige] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp met ingang van 9 september 2023 tot uiterlijk 9 februari 2024.
Deze beschikking is gegeven door mr. K.R. Bosker, kinderrechter, in tegenwoordigheid van de griffier en in het openbaar uitgesproken op 31 augustus 2023. De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 7 september 2023.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Arnhem-Leeuwarden
(fn:
RAB)