ECLI:NL:RBNNE:2023:3946

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
28 september 2023
Publicatiedatum
28 september 2023
Zaaknummer
C/17/191182 / KG ZA 23/161
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Publicatie van onderzoeksrapport door Jeugdhulp Friesland en privacybelangen van ouders van minderjarige

In deze zaak vorderden [A] c.s. een verbod op de publicatie van een onderzoeksrapport door Jeugdhulp Friesland, dat betrekking had op de behandeling van hun dochter bij Behandelcentrum Woodbrookers. De ouders waren van mening dat de publicatie onrechtmatig was, omdat het rapport bijzondere persoonsgegevens bevatte die herleidbaar waren naar hun dochter. Jeugdhulp Friesland had aangekondigd het rapport openbaar te maken op haar website, wat leidde tot bezwaren van de ouders. Tijdens de mondelinge behandeling werd duidelijk dat het rapport geanonimiseerd zou worden voordat het gepubliceerd zou worden. De voorzieningenrechter oordeelde dat de ouders in deze procedure namens hun dochter optraden en dat hun privacybelang in de belangenafweging een geringe rol speelde. De rechter concludeerde dat de vrijheid van meningsuiting van Jeugdhulp Friesland zwaarder woog dan het belang van de ouders bij een verbod op publicatie. De vorderingen van [A] c.s. werden afgewezen, en zij werden veroordeeld in de proceskosten van Jeugdhulp Friesland.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling privaatrecht
Locatie Leeuwarden
zaaknummer / rolnummer: C/17/191182 / KG ZA 23-161
Vonnis in kort geding van 28 september 2023
in de zaak van

1.[A] ,

wonende te [woonplaats] ,
2.
[B],
wonende te [woonplaats] ,
optredend voor zichzelf en als wettelijk vertegenwoordigers van de minderjarige
[C],
wonende te [woonplaats] ,
eisers,
advocaat mr. C.M. Sent te Amsterdam,
tegen
de stichting
STICHTING JEUGDHULP FRIESLAND,
gevestigd te Leeuwarden,
gedaagde,
advocaat mr. G. Schraa en mr. M. de Groot te Leeuwarden.
Partijen zullen hierna [A] c.s. (in meervoud) en Jeugdhulp Friesland genoemd worden. Eisers sub 1 en 2 zullen ook afzonderlijk worden aangeduid als 'de ouders' en [C] als 'de dochter'.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding
  • de mondelinge behandeling van de zaak, gehouden op 13 september 2023
  • de pleitaantekeningen van de kant van Jeugdhulp Friesland
  • de aanhouding van de zaak
  • de akte nadere aanvulling van bezwaren en eis van de kant van [A] c.s.
  • de antwoordakte van Jeugdhulp Friesland.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Naar aanleiding van incidenten in het kader van de behandeling van de dochter bij Behandelcentrum Woodbrookers (hierna: Woodbrookers), onderdeel van Jeugdhulp Friesland, is er veel publiciteit ontstaan.
2.2.
Deze incidenten en publiciteit zijn aanleiding geweest voor het opstellen van het rapport 'Onderzoeksrapport Behandelcentrum Woodbrookers (BWB)' door het onafhankelijke onderzoeksinstituut Move professionals te Utrecht (hierna: het onderzoeksrapport).
2.3.
Op 12 september 2023 maakte Jeugdhulp Friesland bekend dat zij het onderzoeksrapport openbaar zal maken door plaatsing op haar website.
2.4.
[A] c.s. hebben hiertegen bezwaar gemaakt en Jeugdhulp Friesland verzocht van publicatie af te zien. Jeugdhulp Friesland heeft hierop afwijzend gereageerd.

3.Het geschil

3.1.
[A] c.s. vorderen samengevat - een verbod het onderzoeksrapport te publiceren op de website van Jeugdhulp Friesland, dan wel het rapport op andere wijze openbaar te maken, anders dan met hun uitdrukkelijke toestemming, op straffe van verbeurte van een dwangsom en met veroordeling van Jeugdhulp Friesland in de kosten van het geding.
3.2.
[A] c.s. hebben aan hun vordering ten grondslag gelegd dat het publiceren van het onderzoeksrapport onrechtmatig tegenover hen is. Het rapport is namelijk inmiddels gelekt en zij hebben kunnen constateren dat daarin veel bijzondere persoonsgegevens staan die rechtstreeks herleidbaar zijn naar de casus van de dochter. Bovendien is geen hoor en wederhoor toegepast.
3.3.
Tijdens de mondelinge behandeling is duidelijk geworden dat het onderzoeksrapport eerst zal worden geanonimiseerd voordat het wordt gepubliceerd. De te publiceren versie van het onderzoeksrapport, met weggelakte delen, heeft Jeugdhulp Friesland ter zitting overgelegd.
3.4.
[A] c.s. zijn vervolgens in de gelegenheid gesteld om hun bezwaren tegen de publicatie van deze versie van het onderzoeksrapport nader te onderbouwen. Dat hebben [A] c.s. bij akte gedaan. Volgens [A] c.s. heeft Jeugdhulp Friesland data weggelakt die niet zien op de bijzondere persoonsgegevens van de dochter, maar op het eigen nalatig handelen van Woodbrookers om zo haar eigen nalatig handelen te maskeren. Dit maakt het rapport voor hen nog meer diffamerend dan het al was. Daarom handhaven [A] c.s. hun vordering om Jeugdhulp Friesland te verbieden het onderzoeksrapport te publiceren. Voor het geval deze vordering wordt afgewezen, hebben zij een aantal aanvullende vorderingen ingediend.
3.5.
Jeugdhulp Friesland heeft verweer gevoerd. Zij vindt dat het rapport gewoon openbaar moet worden gemaakt, zodat de samenleving van de inhoud daarvan kennis kan nemen. Het rapport is van een onafhankelijke partij. Het biedt tegenwicht aan de gekleurde en ongenuanceerde publicaties in de pers over de gang van zaken bij Woodbrookers. De privacy van [A] c.s. wordt voldoende gewaarborgd doordat de passages met bijzondere persoonsgegevens zijn weggelakt. Alleen op pagina 37 is per abuis een verwijzing naar de dochter en de ouders blijven staan. Deze verwijzing zal bij publicatie alsnog worden weggelakt.

4.De beoordeling

4.1.
De voorzieningenrechter gaat er, gelet op het bepaalde in artikel 1:245 BW, vanuit dat de ouders in deze procedure namens hun minderjarige dochter optreden en dat de aanduiding van de minderjarige dochter als zelfstandig verzoekster op een misverstand berust.
4.2.
De voorzieningenrechter stelt vast dat [A] c.s. na de mondelinge behandeling bij akte hun vordering hebben aangevuld. Jeugdhulp Friesland heeft zich hiertegen verzet omdat dit volgens haar in strijd is met de goede procesorde. Jeugdhulp Friesland heeft echter de gelegenheid gehad om bij antwoordakte op de aangevulde vorderingen te reageren. Dat heeft zij ook gedaan. Gelet hierop is de voorzieningenrechter van oordeel dat de verdediging van Jeugdhulp Friesland niet is geschaad doordat [A] c.s. hun vorderingen hebben aangevuld. Daarom zal de voorzieningenrechter de aanvullingen toestaan en daarop recht doen.
4.3.
De spoedeisendheid van de zaak is naar het oordeel van de voorzieningenrechter uit het gestelde en gevorderde voldoende aannemelijk geworden.
4.4.
Als de vorderingen van [A] c.s. worden toegewezen, is dat een beperking van de vrijheid van meningsuiting van Jeugdhulp Friesland (artikel 10 lid 1 EVRM). Dit recht kan volgens het tweede lid van dat artikel alleen worden beperkt als die beperking in de wet is geregeld en in een democratische samenleving nodig is. Van zo’n beperking is sprake als de publicatie van het onderzoeksrapport onrechtmatig is tegenover [A] c.s. (artikel 6:162 BW). Om uit te maken of dat het geval is moet een belangenafweging worden gemaakt. Het belang dat [A] c.s. stellen is dat zij door publicatie worden aangetast in hun privacy, hun eer en goede naam. Het belang van Jeugdhulp Friesland is dat zij de uitkomsten van een onafhankelijk onderzoek over de gang van zaken bij Woodbrookers onder de aandacht van het publiek moet kunnen brengen. Welke van deze belangen de doorslag moet krijgen, hangt af van de omstandigheden van het geval.
4.5.
De voorzieningenrechter stelt vast dat in de te publiceren versie van het onderzoeksrapport veel passages zijn weggelakt en dat hem niet gebleken is dat er in deze versie nog (directe) verwijzingen naar [A] c.s. in het rapport staan. Hiermee is vooralsnog voldoende aannemelijk dat het risico minimaal is dat onderdelen van het rapport herleidbaar zijn naar [A] c.s. Daarbij gaat de voorzieningenrechter er vanuit dat ook de verwijzing naar [A] c.s. op pagina 37 is weggelakt. Als derden bepaalde passages toch kunnen linken aan [A] c.s. komt dit niet door wat in het rapport staat, maar komt dat door eerdere publicaties in de media over de dochter en haar behandeling bij Woodbrookers. Tijdens de mondelinge behandeling is duidelijk geworden dat de ouders deze publiciteit zelf hebben opgezocht en informatie hebben gedeeld met de pers over hetgeen hen en hun dochter is overkomen tijdens haar behandeling bij Woodbrookers. Dit is vanzelfsprekend hun goed recht, maar door dat te doen hebben zij wel het risico aanvaard dat derden bepaalde informatie in het onderzoeksrapport naar hen zouden kunnen herleiden. In dit licht is ook van belang dat niet is onderbouwd dat en waarom [A] c.s. wel het recht hebben om hun visie en ervaringen openbaar te maken maar dat Jeugdhulp Friesland niet het recht heeft om een, onafhankelijke, reactie openbaar te maken. Dit alles brengt mee dat het privacybelang van [A] c.s. in de afweging van de belangen slechts een geringe rol kan spelen.
4.6.
Wat de inhoud van het onderzoeksrapport betreft, geldt dat dit rapport is opgesteld door een onafhankelijk onderzoeksinstituut en dat het niet aan de voorzieningenrechter is om de juistheid of volledigheid daarvan te beoordelen. Dit in aanmerking nemend zijn er naar het oordeel van de voorzieningenrechter in deze zaak op voorhand onvoldoende aanknopingspunten om te kunnen oordelen dat de inhoud of strekking van het onderzoeksrapport onrechtmatig is tegenover [A] c.s. Concrete beschuldigingen of verwijten aan het adres van [A] c.s. vallen hier namelijk, anders dan zij betogen, niet uit af te leiden. Dat (openbaarmaking van) het rapport schadelijk is voor de reputatie van [A] c.s., is dan ook voorshands niet aannemelijk geworden.
4.7.
Dit brengt de voorzieningenrechter tot de voorlopige conclusie dat in dit geval aan de vrijheid van meningsuiting van Jeugdhulp Friesland een groter gewicht moet worden toegekend dan aan het belang van [A] c.s. bij een verbod op publicatie. De belangenafweging valt dus ten gunste van Jeugdhulp Friesland uit. Dat betekent dat Jeugdhulp Friesland naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter door het publiceren van de versie van het onderzoeksrapport met de weggelakte delen (inclusief de verwijzing naar [A] c.s. op pagina 37) tegenover [A] c.s. niet onrechtmatig handelt. De voorzieningenrechter ziet ook geen grond om deze versie nog verder aan te passen in de door [A] c.s. gewenste zin. De voorzieningenrechter ziet, gelet op de stellingen van [A] c.s., ook geen aanleiding om Jeugdhulp Friesland te gebieden de zwartgelakte data openbaar te maken, zoals [A] c.s. hebben verzocht. Dit zou niet bevorderlijk zijn voor de door [A] c.s. gewenste bescherming van de privacy. De slotsom is dat de vorderingen van [A] c.s. zullen worden afgewezen.
4.8.
Voor zover [A] c.s. mocht hebben bedoeld om een beroep te doen op de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG), brengt dat de voorzieningenrechter niet tot een ander oordeel. In dat geval moet immers dezelfde belangenafweging worden gemaakt en ook in dat kader valt de afweging om de bovengenoemde redenen uit in het voordeel van Jeugdhulp Friesland.
4.9.
Tot slot merkt de voorzieningenrechter nog op dat hij kennis heeft genomen van de aankondiging van [A] c.s. dat zij, bij afwijzing van het verzochte verbod op publicatie, zelf in het openbaar zullen reageren. Dat is aan hen, waarbij zich echter wel de vraag opdringt in hoeverre dit dienstbaar zou zijn aan het in deze procedure door [A] c.s. aangevoerde belang van privacybescherming.
4.10.
[A] c.s. zullen als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Jeugdhulp Friesland worden vastgesteld op:
- griffierecht € 676,00
- salaris advocaat
1.079,00
Totaal € 1.755,00.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
wijst de vorderingen af,
5.2.
veroordeelt [A] c.s. in de proceskosten, aan de zijde van Jeugdhulp Friesland tot op heden vastgesteld op € 1.755,00.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.E. Biesma en in het openbaar uitgesproken op 28 september 2023. [1]

Voetnoten

1.type: 693