Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.de vennootschap onder firma V.O.F. The Cabin,
2. [verweerder sub 2],
3. [verweerder sub 3],
1.Het procesverloop
2.Feiten
Hi [verweerder sub 2],
Comments Regarding Returning to Work
(…)
[verzoeker],
3.Het verzoek
4.Het verweer
5.De beoordeling
You are no longer employed at The Cabin and should not be accessing company details.'' The Cabin c.s. heeft gemotiveerd betwist dat het schrijven een opzegging behelst, volgens haar is de arbeidsovereenkomst van rechtswege geëindigd. Zij onderbouwt dit met de e-mail van 7 februari 2023 waarin [verweerder sub 2] aan [verzoeker] schrijft:
''Given that you abandoned your work, there is no requirement for me to notify you whether your existing contract is renewed or not. However, for the record, it is not renewed.'' De kantonrechter is met The Cabin c.s. van oordeel dat het voor [verzoeker] vanaf dat moment duidelijk was dat de arbeidsovereenkomst niet door The Cabin c.s. zou worden verlengd; deze e-mail kan worden beschouwd als een aanzegging in de zin van artikel 7:668 BW. [verzoeker] heeft dat bericht ook als zodanig opgevat. Tijdens de zitting heeft The Cabin c.s. toegelicht dat haar latere e-mail van 13 februari 2023 slechts een reactie was op berichten van [verzoeker] (zie r.o. 2.11 en 2.12, waarin [verzoeker] kenbaar had gemaakt niet meer te komen werken. Gelet op deze context en volgordelijkheid kan de e-mail van 13 februari 2023 redelijkerwijs niet worden opgevat als een opzegging. De vordering van [verzoeker] tot betaling van een gefixeerde schadevergoeding wordt daarom afgewezen.
My contract ends 1st of March'' wilde [verzoeker] [verweerder sub 2] er enkel op attenderen dat haar arbeidsovereenkomst tot 1 maart 2023 liep. The Cabin c.s. heeft in het verlengde daarvan erkend dat zij tot dat moment niet wist, althans niet scherp voor ogen had, dat [verzoeker] een tijdelijk dienstverband had en dat haar contract bijna eindig was. Verder leest de kantonrechter in het appje van 7 februari 2023 dat [verzoeker] voorstelt om een bedrijfsarts in te schakelen, hetgeen zij heeft herhaald in haar brief van 8 februari 2023. Ook daarmee toonde [verzoeker] haar bereidwilligheid om eventuele onduidelijkheid over haar ziekmelding weg te nemen en te (blijven) voldoen aan haar verplichtingen uit de arbeidsovereenkomst. Daarbij is ook niet gebleken dat [verzoeker] die bereidheid heeft beperkt tot 1 maart 2023, de datum waarop de arbeidsovereenkomst zou eindigen van rechtswege. Bovendien had het op de weg van The Cabin c.s. gelegen om, als zij uit de communicatie met [verzoeker] meende te kunnen concluderen dat [verzoeker] het contract niet wilde verlengen en The Cabin c.s. wel, dit te verifiëren. In plaats daarvan heeft The Cabin c.s. op 9 februari 2023 een mail gestuurd waarin met de woorden ''
for the record, it is not renewed'' tot uiting is gebracht dat zij niet (meer) wenste over te gaan tot verlenging van de arbeidsovereenkomst. Hieruit blijkt ook dat het initiatief tot het niet verlengen van de arbeidsovereenkomst bij The Cabin c.s. lag. Dat er kort voor die tijd tussen partijen nog werd gesproken over een positie als manager en over een driemaandenplan, maakt dit niet anders. Met de aanzegging van 9 februari 2023 is The Cabin c.s. kennelijk op haar schreden teruggekeerd. Een en ander brengt mee dat The Cabin c.s. de transitievergoeding aan [verzoeker] verschuldigd is.