ECLI:NL:RBNNE:2023:3878

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
22 september 2023
Publicatiedatum
22 september 2023
Zaaknummer
18-284491-22
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling tot jeugddetentie wegens diefstal met geweld in vereniging

Op 22 september 2023 heeft de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte, geboren in 2007, die beschuldigd werd van twee gevallen van diefstal met geweld. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een jeugddetentie van 27 dagen, waarvan 20 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren. De zaak betreft twee incidenten waarbij de verdachte samen met anderen geweld heeft gebruikt om goederen van slachtoffers af te nemen. Het eerste incident vond plaats op 12 september 2022, waarbij de verdachte en zijn mededaders AirPods en een mobiele telefoon van slachtoffer 1 hebben gestolen, vergezeld van geweld. Het tweede incident vond plaats op 29 april 2022, waarbij de verdachte samen met anderen slachtoffer 2 van zijn fiets heeft getrokken en hem heeft mishandeld om een mobiele telefoon, geld en schoenen te stelen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de ten laste gelegde feiten en heeft de strafeis van de officier van justitie gevolgd. De rechtbank heeft daarbij rekening gehouden met de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd, en de persoonlijke situatie van de verdachte. De rechtbank heeft bijzondere voorwaarden aan de voorwaardelijke jeugddetentie verbonden, waaronder toezicht door de jeugdreclassering en deelname aan hulpverlening.

Uitspraak

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht Locatie Groningen
parketnummer 18.284491.22
ter terechtzitting gevoegd parketnummer 18.033971.23

Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d.

22 september 2023 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte] ,geboren op [geboortedatum] 2007 te [geboorteplaats] , wonende te [adres 1] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 8 september 2023.
Verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. F.H. Kappelhof, advocaat te Delfzijl.
Het openbaar ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. H.J. Veen.

Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
Parketnummer 18.284491.22
hij op of omstreeks 12 september 2022 te [plaats] , althans in Nederland, op [adres 2] , althans op of aan een openbare weg, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, airpods en/of een airpod case en/of een (mobiele) telefoon, in elk geval enig goed/goederen, dat geheel of ten dele aan [slachtoffer 1] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 1] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door:
  • op die [slachtoffer 1] af te rennen en/of
  • om die [slachtoffer 1] heen te gaan staan en/of de vrije doorgang te beletten en/of
  • te zeggen; "Geef je Airpods hier" en/of "Geef me nu jouw Airpod case" en/of
  • die [slachtoffer 1] tegen zijn hoofd, althans zijn lichaam te slaan en/of te stompen en/of over het oorte vegen, en/of
  • ( onverhoeds) een/die airpod case en/of een telefoon uit zijn hand(en) te grissen/pakken;en/of, dan wel
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 12 september 2022 te [plaats] , gemeente Midden-Groningen
[slachtoffer 1] heeft mishandeld door hem (met kracht) tegen zijn hoofd, althans zijn lichaam te slaan en/of te stompen;
Parketnummer 18.033971.23
hij op of omstreeks 29 april 2022 te [plaats] , gemeente Midden-Groningen tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een mobiele telefoon (Iphone xs 64 gb) en/of geld en/of schoenen (witte schoenen van Nike air Force 1), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 2] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 2] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door (- zakelijk weergegeven -) hem van de fiets af te trekken en/of vast te pakken en/of vast te houden en/of naar de brandgang te slepen en/of (meermalen en/of met kracht) tegen het hoofd, althans het lichaam, en/of naar de grond en/of knock out te slaan en/of
(meermalen en/of met kracht) tegen het lichaam te trappen/schoppen;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van 29 april 2022 tot en met 3 mei 2022 te [plaats] en/of [plaats] , (althans) in de gemeente Midden-Groningen, in elk geval in Nederland, schoenen (witte schoenen van
Nike air Force 1), althans een goed heeft verworven, voorhanden heeft gehad, en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het een door misdrijf verkregen goed betrof.

Beoordeling van het bewijs

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft veroordeling gevorderd van het onder parketnummer 18.284491.22 primair en het onder parketnummer 18.033971.23 primair ten laste gelegde.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft betoogd dat hij zich ten aanzien van de bewezenverklaring kan vinden in het standpunt van de officier van justitie.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank volstaat ten aanzien van het hierna onder parketnummer 18.284491.22 primair en het onder parketnummer 18.033971.23 primair bewezen verklaarde met een opgave van de bewijsmiddelen overeenkomstig het bepaalde in artikel 359, derde lid tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering, nu verdachte het hierna bewezen verklaarde duidelijk en ondubbelzinnig heeft bekend.
Deze opgave luidt als volgt:
Ten aanzien van het onder parketnummer 18.284491.22 primair ten laste gelegde
de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 8 september 2023;
een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 12 september 2022,opgenomen op pagina 24 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer PL01002022250524 d.d. 23 januari 2023, inhoudende de verklaring van [slachtoffer 1] .

Ten aanzien van het onder parketnummer 18.033971.23 primair ten laste gelegde

de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 8 september 2023;
een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 30 april 2022,opgenomen op pagina 19 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer PL01002022198983 d.d. 25 augustus 2022, inhoudende de verklaring van [slachtoffer 2] .

Bewezenverklaring

De rechtbank acht het onder parketnummer 18.284491.22 primair en het onder parketnummer 18.033971.23 primair ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:
Parketnummer 18.284491.22 primair
hij op 12 september 2022 te [plaats] op [adres 2] tezamen en in vereniging met anderen AirPods en een AirPod case en een mobiele telefoon die aan [slachtoffer 1] toebehoorden heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd vergezeld van geweld tegen die [slachtoffer 1] gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken, door:
  • op die [slachtoffer 1] af te rennen en
  • om die [slachtoffer 1] heen te gaan staan en de vrije doorgang te beletten en
  • te zeggen: "Geef je AirPods hier" en "Geef me nu jouw AirPod case" en
  • die [slachtoffer 1] tegen zijn hoofd te slaan en over het oor te vegen en
  • onverhoeds die AirPod case en een telefoon uit zijn hand te grissen;
hij op 29 april 2022 te [plaats] tezamen en in vereniging met anderen een mobiele telefoon (iPhone XS
64 gb) en geld en schoenen (witte schoenen van Nike air Force 1) die aan [slachtoffer 2] toebehoorden heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd voorafgegaan van geweld tegen die [slachtoffer 2] gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken, door hem van de fiets af te trekken en vast te pakken en vast te houden en naar de brandgang te slepen en meermalen met kracht tegen het hoofd te slaan en meermalen met kracht tegen het lichaam te schoppen.
Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de
bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde Het bewezen verklaarde levert op:

Parketnummer 18.284491.22 primairdiefstal, vergezeld van geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
Parketnummer 18.033971.23 primairdiefstal, voorafgegaan van geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.
Deze feiten zijn strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.

Strafbaarheid van verdachte

De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.

Strafmotivering

Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van het onder parketnummer 18.284491.22 primair en het onder parketnummer 18.033971.23 primair ten laste gelegde wordt veroordeeld tot een jeugddetentie van 27 dagen waarvan 20 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren met daaraan gekoppeld de bijzondere voorwaarden zoals opgenomen in het rapport van de Raad voor de Kinderbescherming (hierna: de Raad) van 25 augustus 2023.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich ten aanzien van de strafeis gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek op de terechtzitting en de over hem opgemaakte rapportages, het verdachte betreffende uittreksel uit de justitiële documentatie, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de raadsman.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich, samen met anderen, binnen een korte periode schuldig gemaakt aan twee straatroven. Op 29 april 2022 heeft verdachte met anderen aangever [slachtoffer 2] van zijn fiets getrokken en naar een brandgang gesleept omdat er kennelijk sprake was van ruzie. In de brandgang is er geweld gebruikt en zijn de telefoon, geld en schoenen van aangever weggenomen. Bij de beroving is fors geweld gebruikt.
Op 12 september 2022 heeft verdachte met een groepje aangever [slachtoffer 1] ingesloten. Verdachte heeft aangever geslagen en zijn AirPods afgepakt omdat aangever de moeder van verdachte zou hebben uitgescholden.
Dit betreffen nare incidenten. De rechtbank neemt het verdachte kwalijk dat hij met zijn handelen inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van de slachtoffers en bij hen gevoelens van angst en onveiligheid heeft veroorzaakt. Bovendien heeft verdachte geen respect getoond voor de eigendommen van een ander. De rechtbank rekent verdachte dit aan.
Uit het rapport van de Raad van 25 augustus 2023 volgt dat verdachte zich sinds de schorsing van de voorlopige hechtenis op 4 november 2022 aan de gestelde regels en afspraken heeft gehouden. Naast de beschermende factoren, komen er ook risicofactoren naar voren. Verdachte was onderdeel van een problematische jeugdgroep in [plaats] en volgens de begeleiding van de Kwajongens heeft verdachte nog altijd contact met deze groep. Daarnaast blijkt uit onderzoek dat verdachte zeer laag begaafd is, wat mogelijk ervoor zorgt dat hij situaties niet kan overzien en het lerend vermogen beperkt is. Daarnaast is gebleken dat verdachte een langere periode in zijn leven geen onderwijs heeft gevolgd. Ook komt naar voren dat verdachte zeer impulsief is, over weinig probleemoplossende vaardigheden beschikt en weinig probleembesef heeft. Deze factoren verhogen de kans op herhaling van delictgedrag. Er dient aandacht te blijven bestaan voor zijn vaardigheidstekorten en er zal onderzocht moeten worden in hoeverre verdachte deze vaardigheden kan leren.
Gezien de ernst van de feit heeft de Raad een onvoorwaardelijke straf overwogen, maar ziet hierin niet direct een pedagogische meerwaarde en verwacht niet dat dit zal bijdragen aan een vergroot leereffect. De Raad ziet een voorwaardelijke werkstraf niet als passend, gezien de ernst van de delicten. De Raad is, net als de jeugdreclassering, van oordeel dat een voorwaardelijke jeugddetentie meest passend is om verdachte te motiveren om zijn huidige positieve ontwikkeling vast te houden en ervoor te zorgen dat hij niet recidiveert. Hierin is het van belang dat de jeugdreclassering betrokken blijft, om de ontwikkeling van verdachte te monitoren en waar nodig passende hulpverlening of behandeling in te zetten.
De rechtbank heeft voor het bepalen van de straf gelet op de oriëntatiepunten die door het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS) zijn vastgesteld. Bij een straatroof geldt als vertrekpunt een taakstraf vanaf 60 uren dan wel dienovereenkomstige jeugddetentie (dat wil zeggen: jeugddetentie van één maand). In strafverzwarende zin heeft de rechtbank het georganiseerde karakter en het toegepaste geweld meegewogen. In strafmatigende zin weegt de rechtbank niet alleen de ouderdom van de feiten mee maar ook het schorsingskader waarin verdachte zich sinds 4 november 2022 bevindt, waarbij hij zich over het algemeen goed heeft gehouden aan de gestelde voorwaarden en afspraken. Daarnaast is verdachte niet eerder wegens soortgelijke feiten met justitie in aanraking is gekomen.
Alles overwegend is de rechtbank van oordeel dat de strafeis van de officier van justitie een passende reactie vormt. De rechtbank deelt de zorgen van de Raad omtrent verdachtes problematiek op verschillende leefgebieden. De rechtbank acht het daarom van belang dat verdachte wordt verplicht om mee te werken aan de benodigde hulpverlening en behandeling. Door een deels voorwaardelijke jeugddetentie aan verdachte op te leggen met daaraan gekoppeld de bijzondere voorwaarden zoals opgenomen in het rapport van de Raad van 25 augustus 2023, is er sprake van een stevige stok achter de deur ter voorkoming van recidive in de toekomst.

Toepassing van wetsartikelen

De rechtbank heeft gelet op de artikelen 77a, 77g, 77i, 77x, 77y, 77z, 77aa, 77gg en 312 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak gelden.
Uitspraak

De rechtbank

Verklaart het onder parketnummer 18.284491.22 primair en het onder parketnummer 18.033971.23 primair ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte tot:

een jeugddetentie voor de duur van 27 dagen.

Bepaalt dat van deze jeugddetentie een gedeelte, groot
20 dagenniet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond dat de veroordeelde zich voor het einde van een proeftijd, welke hierbij wordt vastgesteld op 2 jaren, aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of de hierna te noemen voorwaarden niet heeft nageleefd.
Stelt als bijzondere voorwaarden:
  • dat de veroordeelde zich na het onherroepelijk worden van de uitspraak meldt bij de WilliamSchrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering (WSSjbjr), telefoonnummer 088 - 5260000 en dat hij zich daarna zal blijven melden zo lang en zo frequent als deze instelling dat noodzakelijk acht;
  • dat de veroordeelde dagbesteding volgt;
  • dat de veroordeelde meewerkt aan diagnostiek en de eventueel daaruit voortvloeiende geïndiceerdebehandeling door Accare of een soortgelijke instelling voor zolang de jeugdreclassering dit nodig vindt, waarbij de veroordeelde zich houdt aan de door die instelling te geven huisregels;
  • dat de veroordeelde meewerkt aan de ambulante behandeling van de Kwajongens of anderegeïndiceerde hulpverlening;
  • dat de veroordeelde gedurende de proeftijd meewerkt aan controle van het gebruik van alcohol endrugs middels urineonderzoek en ademonderzoek om zicht te krijgen op het middelengebruik, zolang de jeugdreclassering dit nodig vindt;
  • dat de veroordeelde gedurende de proeftijd of zoveel korter als de jeugdreclassering nodig vindt,inzicht geeft in zijn sociale contacten;
Geeft aan William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering, een gecertificeerde instelling die jeugdreclassering uitvoert, opdracht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
Voorwaarden daarbij zijn dat de veroordeelde gedurende de proeftijd:
  • ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen vaneen of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
  • medewerking zal verlenen aan het jeugdreclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 77aa, eerste tot enmet het vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de jeugdreclassering zo vaak en zolang als de jeugdreclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen.

Heft op het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis met ingang van heden.

Dit vonnis is gewezen door mr. J. van Bruggen, voorzitter, tevens kinderrechter, mr. H. Brouwer en mr. J.H.S. Kroeze, rechters, bijgestaan door mr. A.C. Fennema-Smit, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 22 september 2023.
Mrs. J. van Bruggen en J.H.S. Kroeze zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.