De opgelegde terbeschikkingstelling
Bij vonnis van 22 november 2001 heeft de rechtbank Leeuwarden de veroordeelde wegens het meermalen medeplegen van seksueel binnendringen van het lichaam van minderjarigen, ter beschikking gesteld met bevel tot verpleging van overheidswege.
De terbeschikkingstelling is aangevangen 9 september 2004 en laatstelijk op 13 september 2022 verlengd met één jaar.
Het advies van de instelling
In het verlengingsadvies wordt geadviseerd de termijn van de terbeschikkingstelling te verlengen met twee jaren en de dwangverpleging voorwaardelijk te beëindigen. In dit verlengingsadvies is – zakelijk weergegeven – onder meer het volgende aangegeven:
Bij veroordeelde is sprake van pedofilie, een depressieve stoornis en een laag sociaal-emotioneel functioneren. Hij heeft een zeer egocentrische beleving, regeert lust-onlustbepaald, kan impulsief reageren, is onvoldoende afgestemd op de ander en de
situatie en heeft een gebrekkige gewetensfunctie. De sociale en emotionele beperkingen hebben mede geleid tot een hardnekkige narcistische en antisociale persoonlijkheidsdynamiek.
Op 10 januari 2022 is veroordeelde verhuisd naar [instelling] . Hij verblijft hier onder verantwoordelijkheid en met ondersteuning van het Forensisch Resocialisatie Team (FRT) van [instelling] . Op deze woonplek kan het risicomanagement worden gewaarborgd en de resocialisatie verder worden vormgegeven. Na een periode van gewenning lijkt veroordeelde zijn nieuwe woonplek te hebben geaccepteerd. Zijn seksualiteitsproblematiek lijkt in de loop der jaren door intensieve begeleiding, toezicht en controle minder op de voorgrond te staan. Bij [instelling] is nog geen gerichtheid op kinderen waargenomen, mogelijk door de beperkte verlofmogelijkheden (door zijn fysieke toestand). Het ouder worden van veroordeelde en achteruitgang in mobiliteit kunnen beschermend werken. Van belang blijft dat, zolang hij geen mogelijkheid krijgt om contacten aan te gaan met kinderen, het risico op recidive laag blijft.
De risico’s op recidive, binnen de huidige setting en begeleidingscontext met de voorwaarden in het verlofplan, worden ingeschat als aanvaardbaar laag. Veroordeelde vertoont geen enkele drang zich te onttrekken en stelt zich tot op heden begeleidbaar op. Veroordeelde is blijvend afhankelijk van een intensieve 24-uursbegeleiding met een hoge mate van controle, toezicht en structuur. Veroordeelde is goed ingebed in de zorg en conformeert zich aan zowel het risicomanagement als de gestelde voorwaarden en afspraken. Veroordeelde functioneert stabiel en er worden geen seksueel
grensoverschrijdende gedragingen waargenomen. Er is voor de reclassering een mogelijkheid om een IFZO-indicatie aan te vragen (door de reclassering) zodat het FRT extra ondersteuning kan bieden indien nodig. De verwachting is dat dit traject van voorwaardelijke beëindiging nog langere tijd (langer dan twee jaar) in beslag zal nemen.
De deskundige I. Beekhuis heeft tijdens de zitting van 5 september 2023 het advies bevestigd en nader toegelicht. Deze toelichting houdt - zakelijk weergegeven - in:
Het gaat goed, maar de beëindiging van de tbs-maatregel moet zorgvuldig en in kleine stapjes. De afgelopen jaar was de focus met name gericht op de gezondheid van veroordeelde en dat maakt dat er minder aandacht is voor andere punten. Ook bij een eventuele voorwaardelijke beëindiging blijft de visie en expertise van de kliniek van groot belang. Op dit moment is het onrustig met personele veranderingen, de kliniek is bang dat de forensische scherpte dan verdwijnt. De kliniek wil daarom nog graag een jaar op afstand betrokken blijven zodat het mogelijk is om indirect bemoeienis te houden om te zorgen dat het goed blijft gaan.
De adviezen van de deskundigen als bedoeld in artikel 6:6:12, derde lid Sv.
Beide deskundigen hebben geadviseerd tot verlenging van de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaren en voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging.
Uit het psychiatrisch onderzoek Pro Justitie d.d. 25 mei 2023, opgesteld door I. Maksimović, psychiater, blijk onder meer als volgt.
De psychiater heeft geconcludeerd dat bij veroordeelde sprake is van pedofilie, een persoonlijkheidsstoornis met narcistische en antisociale trekken, samenhangend met een laag sociaalemotioneel functioneren, zwakbegaafdheid en een depressieve stoornis, thans in remissie. Het risico op recidive vloeit voort uit de stoornissen van veroordeelde en houdt verband met de persoonlijkheidsstoornis van veroordeelde. In de loop van het traject heeft veroordeelde voldoende basale vaardigheden aangeleerd om binnen een setting zoals [instelling] adequaat te kunnen functioneren. Veroordeelde laat zich aansturen en begeleiden, maar het is tevens zo, dat hij voor het delictvrij functioneren afhankelijk is van een zekere mate van externe controle en aansturing. Binnen de huidige professionele setting van [instelling] zijn er voldoende beschermende factoren: 24-uurs zorg, ondersteuning en bejegening aangepast aan de beperkingen van veroordeelde en voldoende forensische scherpte. Binnen de huidige context, waarbij alle verloven begeleid zijn (mede door de slechte fysieke gesteldheid van veroordeelde), wordt het recidiverisico als laag ingeschat. Bij beëindiging van de maatregel en het wegvallen van toezicht zouden de risico’s toenemen, omdat veroordeelde niet in staat is om voldoende zelfcontrole toe te passen zonder toezicht en aansturing. In dat geval wordt het risico klinisch als matig verhoogd ingeschat.
Voor een optimaal risicomanagement is het nodig om de huidige mate en de vorm van hulpverlening, ondersteuning, controle en begrenzing voort te zetten. Van belang in het risicomanagement bij veroordeelde is een verblijf binnen een instelling met 24-uurs zorg en toezicht, een ondersteunend milieu en voldoende forensische scherpte. Binnen een verblijf zoals de huidige waarbij voldoende externe structuur, controle en zorg is, is het risicomanagement voldoende. Voortzetting van de tbsmaatregel is nodig voor het risicomanagement, mede omdat het zorgt voor voldoende forensische scherpte in deze zaak, in de vorm van voortzetting van de begeleiding door het Forensisch
Transmuraal Team (FRT) van [instelling] . Naar het oordeel van de psychiater is het wel veilig om het bevel tot verpleging voorwaardelijk te beëindigen, wel onder de voorwaarde dat het FRT betrokken blijft.
Gelet op de chroniciteit van de problematiek van veroordeelde en de noodzaak van langdurige zorg en forensische scherpte wordt geadviseerd om de tbs-maatregel met twee jaren te verlengen en het bevel tot verpleging voorwaardelijk te beëindigen.
De voorwaarden die gelden voor proefverlof zijn adequaat in het geval van een voorwaardelijke beëindiging van het bevel tot verpleging. Het is van belang dat het FRT van [instelling] veroordeelde blijft begeleiden. Ook is het van belang om de mogelijkheid in te bouwen dat veroordeelde voor een time out kan worden opgenomen bij [instelling] (of elders) mocht zijn toestandsbeeld verslechteren. Ook is het van belang om de mogelijkheid in te bouwen dat veroordeelde over kan gaan naar een verpleegtehuis zoals [instelling] of een vergelijkbare instelling, mocht dat noodzakelijk blijken.
Uit het psychologisch onderzoek Pro Justitia d.d. 17 april 2023, opgesteld door H.A. de Jonge, GZpsycholoog, blijkt onder meer als volgt.
De psycholoog heeft geconcludeerd dat in diagnostische zin sprake is van een verstandelijke beperking. Daarnaast is sprake van pedofilie van het niet-exclusieve type, gericht op beide seksen. De psycholoog ziet ook persoonlijkheidsproblematiek met afhankelijke, antisociale en narcistische trekken, maar denkt dat deze stoornis door veroudering milder geworden is en minder een rol speelt in het gedrag van veroordeelde.
De kans op herhaling wordt bij continuering van de huidige situatie als matig-laag gezien. Een factor die daarbij in het oog moet worden gehouden is dat veroordeelde fysiek bijna niet in staat is om alleen op verlof te gaan en er dus altijd begeleiding bij hem zal zijn.
Geadviseerd wordt de tbs-maatregel met twee jaren te verlengen. Veroordeelde is goed op zijn plek in de setting waar hij nu verblijft. Zonder hulp en toezicht wordt het recidivegevaar wel hoger. Overgang naar een situatie zonder dwangmaatregel zal zeer geleidelijk aan vormgegeven moeten worden. Een jaar is te kort daarvoor.
Geadviseerd wordt het bevel tot verpleging voorwaardelijk te beëindigen. Veroordeelde is inmiddels in een situatie waarin alle inhoudelijke voorwaarden voor risicomanagement gerealiseerd zijn en continuering van de dwangverpleging dus geen enkel doel meer dient. Veroordeelde woont met plezier in [instelling] . Het is raadzaam en ook in overeenstemming met zijn eigen wens om het verblijf daar te continueren. De reclassering is het eens met de voorwaardelijke beëindiging en continuering van het verblijf van veroordeelde in [instelling] . Het voornemen van [instelling] om het FRT nog wat langer mee te laten kijken wordt als zorgvuldig en bijdragend gezien. Hoewel de zorg nu door het team van [instelling] uitgevoerd kan worden moet er wel nagedacht worden over de consequenties van eventuele toename van de zorgbehoefte van veroordeelde door toenemende somatische problematiek of door mentale aftakeling.
Het reclasseringsadvies
Uit het reclasseringsadvies van 29 juni 2023, opgesteld door [medewerker] , reclasseringswerker van Reclassering Nederland in Enschede, blijkt het volgende.
Geconcludeerd wordt dat veroordeelde bij [instelling] optimaal is ingebed. Veroordeelde is tevreden over deze plek en wil hier oud worden. Bij [instelling] wordt gerichtheid op autonomie niet gesignaleerd en lijkt hij milder en minder snel gekrenkt. Zijn seksualiteitsproblematiek lijkt in de loop der jaren door intensieve begeleiding en controle en door medicatie (welke een libidoremmende werking heeft) minder op de voorgrond te staan. Gerichtheid op kinderen wordt niet waargenomen. De problematiek waar veroordeelde mee kampt is van chronische aard en vraagt hedendaags en in de verdere toekomst intensieve ondersteuning en begeleiding in combinatie met adequaat risicomanagement. Hij heeft zijn draai gevonden bij [instelling] . Hij is goed ingebed in zorg en conformeert zich aan de afspraken en voorwaarden. Het team bij [instelling] is in staat om veroordeelde te begeleiden in zijn moeilijkheden en tevens zijn ze in staat delictgerelateerde signalen te herkennen en hierop te acteren. De functie van vangnet, welke de kliniek op dit moment vervult is niet langer nodig. Mocht het gedrag van veroordeelde veranderen waardoor de kans op recidive toeneemt dan kan, indien geïndiceerd, het FRT van [instelling] worden ingeschakeld. De seksuele problematiek is voldoende in remissie door medicatie en de structurerende, begeleidende en controlerende context bij zorglocatie [instelling] . Ondanks de kwetsbaarheid van veroordeelde, verloopt zijn tbs-traject de laatste jaren positief en is het recidiverisico vanwege de huidige context laag. Daarom vinden wij de stap naar voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging verantwoord.
De deskundige [naam] heeft tijdens de zitting van 5 september 2023 het reclasseringsadvies bevestigd.
Het standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie heeft gepersisteerd bij zijn vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling met dwangverpleging met twee jaren en heeft gevorderd dat de dwangverpleging voorwaardelijk wordt beëindigd.
Het standpunt van de veroordeelde en zijn raadsvrouw
De raadsvrouw heeft gepleit voor verlenging van de terbeschikkingstelling met één jaar en voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging.
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank stelt op grond van de overwegingen in de verlengingsbeslissing van 8 september 2020 vast dat de terbeschikkingstelling niet in duur beperkt is en dus verlengd kan worden.
Op grond van de inhoud van voormelde adviezen, de door de deskundigen gegeven toelichting en hetgeen overigens uit het onderzoek ter zitting naar voren is gekomen, is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen en goederen vereist dat de termijn van de maatregel wordt verlengd.
Duur verlenging
De rechtbank overweegt met betrekking tot de duur van de verlenging van de termijn van de terbeschikkingstelling het volgende:
De raadsvrouw heeft betoogd dat de terbeschikkingstelling met één jaar moet worden verlengd in plaats van twee jaren.
Volgens vaste jurisprudentie is het uitgangspunt dat, wanneer aannemelijk is geworden dat de behandeling meer tijd in beslag zal nemen dan de tijd die resteert bij een verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van één jaar, de terbeschikkingstelling in principe verlengd dient te worden met een termijn van twee jaren (ECLI:GHARL:2013:7285). De rechtbank ziet in dit geval geen aanleiding om van voornoemd uitgangspunt af te wijken. Zowel de kliniek als de Pro Justitia rapporteurs hebben geadviseerd om de terbeschikkingstelling met twee jaren te verlengen. Dit omdat het van belang is dat de overgang naar een situatie zonder dwangverpleging stap voor stap gaat. Hierbij weegt de rechtbank ook mee dat veroordeelde aan zijn heup geopereerd zal worden. Het is mogelijk dat veroordeelde hierdoor weer mobieler wordt. De rechtbank acht het van belang dat deze situatie voor een langere periode dan één jaar gemonitord wordt.
Overeenkomstig de vordering en het verlengingsadvies, zal de rechtbank de terbeschikkingstelling met twee jaren verlengen.
Voorwaardelijke beëindiging dwangverpleging
De rechtbank ziet zich vervolgens voor de vraag gesteld of de dwangverpleging voorwaardelijk moet worden beëindigd en overweegt daartoe als volgt.
De terbeschikkingstelling met dwangverpleging is primair bedoeld om de samenleving te beschermen tegen terbeschikkinggestelden voor zolang er nog sprake is van een hoog recidiverisico. Secundair is zij er op gericht om de terbeschikkinggestelde adequaat te behandelen zodat deze kan resocialiseren en in de samenleving kan terugkeren.
De risico’s zijn door de deskundigen en de kliniek zodanig ingeschat dat een voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging verantwoord is. De psychiater en psycholoog stellen dat de risico’s voldoende ingeperkt kunnen worden, zolang de begeleiding door het FRT wordt voortgezet om de forensische scherpte in deze zaak te behouden. Met inachtneming van de adviezen van de psychiater en psycholoog, heeft de reclassering voorwaarden voor de voorwaardelijke beëindiging geadviseerd. Veroordeelde is bereid om deze voorwaarden na te leven. De veroordeelde wordt hiermee in staat gesteld te bewijzen dat hij zich op een aanvaardbare wijze in de samenleving kan handhaven.
De rechtbank is gelet op het voorgaande van oordeel dat het gevaar van de veroordeelde voor de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen en goederen dusdanig is teruggebracht dat het verantwoord is de verpleging van overheidswege onder de door de reclassering opgestelde voorwaarden te beëindigen. Omdat de rechtbank het belangrijk vindt dat het FRT [instelling] een ‘forensische’ vinger aan de pols houdt, zal de rechtbank daarbij ook bepalen dat veroordeelde meewerkt aan begeleiding en behandeling door het FRT, indien en voor zolang het FRT [instelling] dat noodzakelijk acht.
De rechtbank heeft gelet op de artikelen 38d, 38e en 38g van het Wetboek van Strafrecht.