Uitspraak
RECHTBANK Noord-Nederland
1.[eiser sub 1] ,
2.
[eiser sub 2],
1.[gedaagde sub 1] ,
2.
[gedaagde sub 2],
3.
[gedaagde sub 3],
Rechtbank Noord-Nederland
In deze zaak vorderen de eisers, bestaande uit twee broers, dat de rechtbank vaststelt dat de door hen opgestelde concept 'overeenkomst vergoeding windmolens' een juiste uitwerking is van de eerder gesloten vaststellingsovereenkomst (VSO) met de gedaagden. De VSO, gesloten op 11 december 2020, betreft de overdracht van aandelen in een agrarisch bedrijf en de bijbehorende jaarlijkse vergoedingen voor windmolens die op de percelen zijn geplaatst. De eisers stellen dat er een verplichting bestaat voor de gedaagden om de conceptovereenkomst te ondertekenen, omdat deze de afspraken over de jaarlijkse vergoeding voor de windmolens correct weergeeft. De gedaagden betwisten dit en stellen dat er geen verplichting bestaat tot het maken van aanvullende afspraken, aangezien de VSO duidelijk is en de jaarlijkse vergoeding al wordt nagekomen. De rechtbank oordeelt dat er geen verplichting bestaat voor de gedaagden om een nadere overeenkomst te sluiten en dat er geen leemte in de VSO is die moet worden ingevuld. De vorderingen van de eisers worden afgewezen, en de proceskosten worden gecompenseerd, waarbij iedere partij zijn eigen kosten draagt.