De opgelegde terbeschikkingstelling
Bij vonnis van 4 mei 2011 heeft de rechtbank Leeuwarden veroordeelde wegens onder meer poging tot doodslag ter beschikking gesteld met voorwaarden. De terbeschikkingstelling is aangevangen op 9 augustus 2011. Bij beslissing van voornoemde rechtbank is op 28 februari 2012 de terbeschikkingstelling met voorwaarden omgezet in een terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege. De terbeschikkingstelling is laatstelijk op 31 augustus 2021 verlengd met twee jaar.
Het advies van de instelling
In het verlengingsadvies is onder meer het volgende aangegeven, zakelijk weergegeven:
Veroordeelde is gediagnosticeerd met schizofrenie, een ongespecificeerde persoonlijkheidsstoornis en stoornissen in het gebruik van alcohol, cannabis, amfetaminen en cocaïne. De behandeling van veroordeelde is in meerdere klinieken gestagneerd, waarna veroordeelde in 2012 is opgenomen in Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC) Dr. S. van Mesdag. Daar ging hij in 2018 over naar de
Forensisch Psychiatrische Afdeling Zuidlaren en in mei 2020 heeft hij zijn intrek genomen in het Witte Huis (forensisch beschermd wonen) in Zuidlaren. In november 2020 is de machtiging voor proefverlof toegekend en werd er toegewerkt naar een uitstroom naar een beschermde woonvorm van GGZ Friesland in Franeker. Na een aanvankelijk positieve lijn was veroordeelde niet open over de frequentie van zijn cannabisgebruik en bleek dat hij meer begrenzing en ondersteuning nodig had. Wegens middelengebruik en een toename van psychotische problemen is veroordeelde in het kader van time-out meerdere keren teruggeplaatst in de FPC Dr. S. van Mesdag. Op 29 september 2021 is de machtiging voor proefverlof ingetrokken, maar het transmuraal verlof bleef behouden. In oktober 2022 was er opnieuw sprake van een toename in psychotische symptomen en werkte veroordeelde niet mee aan de urinecontroles. Dat heeft geleid tot een nieuwe time-out en de opschorting van het transmuraal verlof. Na twee weken kon veroordeelde weer terug naar het Witte huis. Zijn medicatie werd opgehoogd en zijn signaleringplan werd aangepast. Veroordeelde functioneert zo langzamerhand op het hoogst haalbare niveau. Een setting waar naast voldoende ondersteuning en begeleiding ook controle, toezicht en begrenzing kan worden geboden wordt als meest passende vervolgvoorziening geïndiceerd. Binnen het huidige behandel- en begeleidingskader kan veroordeelde zich voldoende staande houden en wordt de kans op herhaling ingeschat als laag tot matig. Bij een voorwaardelijke beëindiging van de tbs-maatregel of een beëindiging van de tbs-maatregel wordt de kans op herhaling als matig, respectievelijk hoog ingeschat. Zonder de huidige forensische behandeling en begeleiding zal veroordeelde meer cannabis gebruiken en minder adequaat zijn medicatie innemen. Dat leidt tot een toename van psychotische symptomen en antisociaal gedrag. Daardoor wordt de kans op agressie en/of delicten onverantwoord hoog. De verloven blijven grotendeels begeleid om terugval in middelengebruik en ontregeling te voorkomen. Er is nog geen uitzicht op een uitstroom naar een vervolgsetting. De behandeling zal zich de komende tijd richten op stabiel functioneren en de kwaliteit van leven. Daarnaast wordt er onderzoek gedaan naar het opnieuw inzetten van proefverlof en of dat nog van toepassing is voor het traject van veroordeelde. De kliniek adviseert de terbeschikkingstelling te verlengen met twee jaar.
De deskundige E.A. Solodova heeft tijdens de terechtzitting van 27 juli 2023 het advies bevestigd en nader toegelicht. Deze toelichting houdt - zakelijk weergegeven - in:
De uitstroom naar een beschermde woonvorm bij GGZ-Friesland in Franeker is niet gelukt.
Veroordeelde is daarna aangemeld voor een plek in Zuidlaren, maar daar is hij ook afgewezen. Er is op dit moment geen zicht op een concrete woonplek. Zijn behandelplan wordt opnieuw besproken en er wordt Forensisch psychiatrisch toezicht (FPT) aangevraagd. Zo kan de reclassering ook meedenken over het vervolgtraject. Veroordeelde heeft op dit moment slechts een half uur onbegeleid verlof op het terrein van Zuidlaren. Zijn middelengebruik is een hardnekkig probleem. Het is niet te verwachten dat dat gedrag uitdooft. Veroordeelde lijkt bovendien chronisch psychotisch en hij zal voor de rest van zijn leven begeleiding nodig hebben. Of dat voor altijd binnen een forensisch kader moet, valt nog te bezien, maar op dit moment is hij zonder forensisch kader niet uit te plaatsen. Een voorwaardelijke beëindiging is niet aan de orde.
Het standpunt van het openbaar ministerie
De officier van justitie heeft gepersisteerd bij haar vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling met dwangverpleging met twee jaar.
Het standpunt van de veroordeelde en zijn raadsman
De veroordeelde heeft verzocht om een verlenging met één jaar. De raadsman heeft dit standpunt als volgt toegelicht: Veroordeelde is van menig dat hij na zijn terugval in oktober 2022 stappen heeft gezet zijn behandeltraject. Volgens het verlengingsadvies gaat het beter met hem en is in de afgelopen periode goed verlopen. Veroordeelde stelt zich begeleidbaar op en hij heeft een goed contact met het behandelteam. Zijn middelengebruik is weliswaar problematisch, maar hij is gemotiveerd om daaraan te werken. Hij ziet zich zelf niet als een gevaar voor de maatschappij. De afgelopen 10 jaar zijn er geen geweldsincidenten geweest. Veroordeelde wil het behandeltraject zo snel mogelijk doorlopen en hij verzoekt daarom de rechtbank de termijn van de terbeschikkingstelling met één jaar te verlengen zodat hij snel de vervolgstap naar meer zelfstandigheid kan zetten.
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank stelt op grond van de overwegingen in het onderliggende vonnis vast dat de terbeschikkingstelling niet in duur beperkt is en dus verlengd kan worden.
Op grond van de inhoud van voormelde advies, de door de deskundige gegeven toelichting en hetgeen overigens uit het onderzoek ter zitting naar voren is gekomen, is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen en goederen vereist dat de termijn van de dwangmaatregel wordt verlengd.
Volgens vaste jurisprudentie is het uitgangspunt dat, wanneer aannemelijk is geworden dat de behandeling van de terbeschikkinggestelde meer tijd in beslag zal nemen dan de tijd die resteert bij een verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van een jaar, de terbeschikkingstelling verlengd dient te worden met een termijn van twee jaar
Uit het verlengingsadvies blijkt dat door aanhoudend cannabisgebruik en door een toename van psychotische symptomen de fase van het proefverlof met als doel een uitstroom naar forensisch beschermd wonen is afgebroken. Time-outs met terugplaatsingen in de kliniek hebben deze terugvallen niet kunnen voorkomen. Het behandeltraject bevindt zich nu weer in de fase van het transmuraal verlof. Veroordeelde kan op dit moment een verruiming van vrijheden niet aan en er is nog geen zicht op uitstroom naar een vervolgsetting. Gelet op deze stand van de behandeling is het niet te verwachten dat de behandeling binnen een jaar zal zijn afgerond. De rechtbank zal dan ook de terbeschikkingstelling, overeenkomstig de vordering en het verlengingsadvies, met twee jaar verlengen.
De rechtbank heeft gelet op de artikelen 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht.