De opgelegde terbeschikkingstelling
Bij arrest van 25 juli 2000 heeft het gerechtshof Leeuwarden veroordeelde wegens moord ter beschikking gesteld met bevel tot verpleging van overheidswege. De terbeschikkingstelling is aangevangen op 9 augustus 2000. Op 2 augustus 2022 heeft de rechtbank de termijn van de terbeschikkingstelling met één jaar verlengd en de verpleging van overheidswege voorwaardelijk beëindigd.
Het advies van GGZ Reclassering Inforsa van 13 juni 2023
Veroordeelde is gediagnosticeerd met een andere gespecificeerde persoonlijkheidsstoornis met borderline en ontwijkende trekken, een ongespecificeerde schizofreniespectrum- of andere psychotische stoornis, stoornis in cannabisgebruik (in remise onder toezicht) en een post-traumatische stressstoornis. Veroordeelde blijft kwetsbaar voor cognitieve instabiliteit en dissociatie. Ook heeft zij de neiging zich vermijdend op te stellen ten aanzien van de hulpverlening. Beschermende factoren zijn haar (relatie met haar) partner, haar dagbesteding, de huisvesting, medicatie, de hulpverlening en haar abstinentie van drugsgebruik. Het afgelopen jaar heeft veroordeelde stabiel gefunctioneerd. Ze heeft belangrijke aanvullende therapieën doorlopen, ze is abstinent van de cannabis gebleven, zij neemt haar medicatie in en werkt mee aan controles. Veroordeelde heeft meerdere keren de wens uitgesproken om haar poliklinische behandeling vrijwillig voort te zetten. Ook stelt ze dat ze voornemens is met Lister in contact te willen blijven na beëindiging van de tbs. Ondanks dat er voor veroordeelde een lastige tijd aankomt, omdat haar beste vriendin ernstig ziek is, is de reclassering van mening dat dat geen reden is om de termijn van de terbeschikkingstelling te verlengen. Er zal, zoals bij iedereen, altijd een risico blijven bestaan dat er een gebeurtenis voorvalt die veel impact zal hebben op veroordeelde. Bij totale afwezigheid van hulpverlening zal het aankomen op veroordeelde zelf en haar partner om tijdig hulpverlening in te schakelen. Haar partner heeft in het verleden laten zien dat dat hij tijdig ingrijpt als het niet goed gaat met veroordeelde. Om te voorkomen dat veroordeelde teveel afhankelijk wordt van haar partner en om overvraging van hem te voorkomen, kan bij dreigende instabiliteit en een terugval een zorgmachtiging worden aangevraagd. De kans op herhaling wordt bij een beëindiging van de tbs-maatregel als laag ingeschat en de reclassering ziet op dit moment geen grond meer om deze maatregel waarbij de verpleging voorwaardelijk beëindigd is te verlengen.
De deskundige J. Post heeft tijdens de terechtzitting van 27 juli 2023 het advies bevestigd en nader toegelicht. Deze toelichting houdt - zakelijk weergegeven - in:
De geadviseerde beëindiging van de tbs is een kwestie van vertrouwen. Veroordeelde is stabiel en ze zegt op vrijwillige basis gebruik te willen blijven maken van het huidige hulpverleningskader. Veroordeelde heeft blijvend hulp nodig en dat ze die hulp zal blijven aanvaarden, is een kwestie van vertrouwen.
Het advies van de psychiater van 19 juni 2023
Bij veroordeelde is sprake van een ziekelijke stoornis van de geestvermogens in de zin van een ongespecificeerde schizofreniespectrum- of andere psychotische stoornis, een posttraumatische stressstoornis en een stoornis in cannabisgebruik, matig, in remissie onder toezicht en een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens in de zin van een andere persoonlijkheidsstoornis met borderline en ontwijkende trekken. De ernst van zowel de persoonlijkheidsstoornis als de posttraumatische stressstoornis is aanzienlijk afgenomen, terwijl de psychotische stoornis in remissie is. De deskundige schat de kans op herhaling binnen het huidige forensische kader op de korte en (middel)lange termijn in als laag. Bij beëindiging van de terbeschikkingstelling en zonder professionele behandeling en begeleiding schat de deskundige de kans op herhaling op de korte termijn in als laag tot matig en op de (middel)lange termijn in als matig, omdat het risico bestaat dat veroordeelde het gebruik van antipsychoticum staakt. Veroordeelde blijft naar verwachting levenslang kwetsbaar en is voorlopig nog afhankelijk van een antipsychoticum, woonbegeleiding en ambulante forensisch psychiatrische begeleiding. Zonder medicatie bestaat de kans dat veroordeelde ontregelt en het is de verwachting dat zij onder toenemende druk minder goed zal functioneren. Voor de langere termijn is een vorm van psychiatrische begeleiding van belang. Belangrijkste aandachtspunten in het risicomanagement zijn voortzetting van woonbegeleiding door Lister en ambulante forensisch psychiatrische behandeling/ begeleiding door de Waag, voortzetting van een antipsychoticum, het niet gebruiken van alcohol en drugs en het monitoren van haar gemoedstoestand. De deskundige geeft de rechtbank in overweging om de tbs-maatregel te beëindigen. Een eventuele zorgmachtiging is niet nodig om de tbs-maatregel te beëindigen, omdat de verwachting is dat veroordeelde op vrijwillige basis het huidige zorgkader zal voortzetten.
Het standpunt van het openbaar ministerie
Ter terechtzitting heeft de officier van justitie zich op het standpunt gesteld dat, gelet op het advies van de psychiater, het advies van reclassering en de door de deskundige gegeven toelichting op zitting, een einde kan komen aan de terbeschikkingstelling. Bij veroordeelde is weliswaar nog sprake is van een stoornis, maar er wordt niet meer voldaan aan het gevaarscriterium. De officier van justitie vordert afwijzing van de vordering tot van verlenging van de terbeschikkingstelling.
Het standpunt van de veroordeelde en haar raadsvrouw
De raadsvrouw heeft de beëindiging van de maatregel terbeschikkingstelling bepleit. Zij heeft daartoe aangevoerd dat niet meer voldaan wordt aan het gevaarscriterium. Het gaat goed met veroordeelde en volgens de reclassering en de psychiater blijft de kans op herhaling laag bij een beëindiging van de terbeschikkingstelling.
Het oordeel van de rechtbank
Op grond van de inhoud van de adviezen, de door de deskundige ter zitting gegeven toelichting en hetgeen overigens uit het onderzoek ter zitting naar voren is gekomen, is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen niet langer verlenging van de terbeschikkingstelling eist. Er is weliswaar nog sprake van een stoornis, maar veroordeelde heeft het afgelopen jaar stabiel gefunctioneerd. Veroordeelde blijft kwetsbaar, maar de reclassering en de psychiater schatten in dat zij de begeleiding en behandeling die zij in het kader van de tbs ontvangt ook na beëindiging van de tbs wil blijven ontvangen. Na de beëindiging van de terbeschikkingstelling blijft veroordeelde op vrijwillige basis in (poliklinische) behandeling bij de Waag en blijft zij in contact met Lister voor begeleiding. Veroordeelde is ook bereid de benodigde medicatie te blijven gebruiken. Daarnaast vindt veroordeelde steun in de relatie met haar man. De reclassering én de psychiater schatten, bij een beëindiging van de terbeschikkingstelling, de kans op herhaling daarom in als laag. De rechtbank kan zich vinden in de adviezen van de deskundigen en zal omdat er niet meer wordt voldaan aan het gevaarscriterium de terbeschikkingstelling beëindigen.
De rechtbank zal dan ook de vordering van de officier van justitie die strekt tot verlenging van de terbeschikkingstelling, afwijzen.