Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 30 augustus 2023 in de zaak tussen
[eisers], uit [woonplaats], eisers
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente [woonplaats], het college
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
.Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Eisers verzoeken om te oordelen dat de privaatrechtelijke beperkingen uit de akte van levering in de bouwverordening worden opgenomen. Verder verzoeken zij de rechtbank om de omgezette regels te handhaven door het gerealiseerde bouwwerk illegaal te verklaren en het talud aan de achterzijde van [adres] in zijn oorspronkelijke staat terug te laten brengen op kosten van het college.
Een privaatrechtelijke kettingbeding en mogelijke wateroverlast zijn geen weigeringsgronden als bedoeld in artikel 2.10, eerste lid van de Wabo. De rechtbank kan zich op zich wel voorstellen dat eisers het vreemd vinden dat aan de ene kant een kettingbeding wordt opgenomen dat verandering van de beschoeiing verbiedt, terwijl aan de andere kant wel een vergunning wordt verleend voor het plaatsen van een damwand. Het college heeft echter vanwege het beperkte stelsel van weigeringsgronden geen ruimte om een belangenafweging te maken en daarbij die belangen te betrekken. Wat de vrees voor wateroverlast betreft is overigens nog wel van belang dat op de zitting de vergunninghouder heeft gezegd dat ook het waterschap het plaatsen van de damwand heeft beoordeeld, en daarvoor een vergunning heeft verleend.