ECLI:NL:RBNNE:2023:3621

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
17 mei 2023
Publicatiedatum
31 augustus 2023
Zaaknummer
C/19/143054 / FA RK 23-384
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing verzoek tot wijziging van voornamen van minderjarigen in stressvolle omstandigheden

In deze zaak hebben verzoekers op 21 februari 2023 een verzoekschrift ingediend om de voornamen van hun beide kinderen te wijzigen. De rechtbank heeft het verzoek behandeld tijdens een mondelinge behandeling op 12 april 2023, waarbij verzoekers bijgestaan werden door hun advocaat. De verzoekers, die in een stressvolle periode verkeerden, gaven aan dat de keuze voor de namen van hun kinderen onder druk was genomen, wat leidde tot negatieve associaties met de huidige namen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verzoekers niet in staat waren om weloverwogen keuzes te maken ten aanzien van de namen van hun kinderen, mede door de psychische druk en de omstandigheden waarin zij verkeerden. De rechtbank oordeelde dat er een voldoende zwaarwegend belang was voor de wijziging van de voornamen en dat de gevraagde namen niet ongepast waren. De rechtbank heeft het verzoek tot voornaamswijziging toegewezen en de nieuwe voornamen vastgesteld. De beschikking is gegeven door mr. F.V. Marquenie, kinderrechter, en is openbaar uitgesproken op 17 mei 2023. Verzoekers kunnen binnen drie maanden hoger beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling Privaatrecht
Locatie Assen
zaak-/rekestnummer: C/19/143054 / FA RK 23-384
beschikking voornaamswijziging d.d. 17 mei 2023
inzake het verzoek van
[verzoeker 1]en
[verzoeker 2],
beiden wonende te [woonplaats] ,
als wettelijke vertegenwoordigers van:
  • [minderjarige 1], geboren op [geboortedatum 1] 2020 te [geboorteplaats] , en
  • [minderjarige 2], [geboortedatum 2] 2021 te [geboorteplaats] .
advocaat mr. J.J. Boethout, kantoorhoudende te Zeist.

1.Procesverloop

1.1.
Verzoekers hebben op 21 februari 2023 een verzoekschrift ingediend waarin zij verzoeken de voornamen van hun beide kinderen te wijzigen.
1.2.
Op 12 april 2023 is ter griffie een F9-formulier met bijlage ontvangen.
1.3.
De rechtbank heeft het verzoek behandeld op de mondelinge behandeling met gesloten deuren van 12 april 2023 . Op de mondelinge behandeling zijn verzoekers verschenen bijgestaan door hun advocaat.

2.De feiten

2.1.
Uit het huwelijk van verzoekers is op [geboortedatum 1] 2020 de minderjarige
[naam 1 minderjarige 1](hierna [roepnaam minderjarige 1] genoemd) geboren. De voornamen van de minderjarige zijn op 27 november 2020 ambtshalve gewijzigd in
[naam 2 minderjarige 1]. Bij beschikking van deze rechtbank van 8 december 2021 heeft de rechtbank de voornamen van de minderjarige gewijzigd in
[naam 3 minderjarige 1].
2.2.
Op [geboortedatum 2] 2021 is
[minderjarige 2](hierna [roepnaam minderjarige 2] genoemd) geboren. Bij beschikking van deze rechtbank van 8 december 2021 is de voornaam van deze minderjarige gewijzigd in
[naam 2 minderjarige 2].

3.Het standpunt van verzoekers

3.1.
Verzoekers leggen aan hun verzoek ten grondslag dat zij toen zij in verwachting waren van [roepnaam minderjarige 1] het er over eens waren dat zij [roepnaam minderjarige 1] twee voornamen wilden geven. In een voor verzoekers stressvolle periode, mede veroorzaakt door het feit dat een nichtje van verzoekers dezelfde naam kreeg, als zij voor [roepnaam minderjarige 1] hadden bedacht, is [roepnaam minderjarige 1] geboren. In "the heat of the moment" hebben partijen gekozen voor de naam [naam 1 minderjarige 1] , later door de ambtenaar van de burgerlijke stand gewijzigd in [naam 2 minderjarige 1] . In aanloop naar de geboorte van de tweede dochter van verzoekers werd het kiezen van een voornaam voor haar een ware obsessie voor verzoekers. Verzoekers voelden zich mede door hun omgeving onder druk gezet en hebben toen gekozen voor de voornamen [naam 1 minderjarige 2] . Enkele dagen na de bevalling is de vrouw in behandeling gekomen bij de crisisdienst van de GGZ, omdat er een vermoeden was van een psychiatrische crisis wat zich uitte in een psychotische beleving rondom de naam van haar beide dochters. Achteraf is komen vast te staan dat verzoekster al langere tijd had te lijden onder een depressie.
3.2.
In deze voor verzoekers stressvolle periode hebben zij een procedure tot voornaamswijziging van de kinderen ingediend. Achteraf blijkt dat verzoekers daar op dat moment niet goed over hadden nagedacht. Zo hebben zij zich ook niet gerealiseerd dat de "oude" namen van de kinderen ook officieel geregistreerd zouden blijven. Een situatie die verzoekers niet wilden. De namen [naam 3 minderjarige 1] en [naam 2 minderjarige 2] kregen voor verzoekers steeds meer een negatieve lading en riepen (negatieve) associaties op. Deze namen zijn het gevolg geweest van de twijfels, stress en het verdriet dat verzoekers hebben ervaren rondom het kiezen van de voornamen voor hun dochters. Verzoekers hebben ook nimmer de wens gehad om hun dochters drie voornamen te geven en zijn van mening dat alle gebeurtenissen en daarmee ook de drie voornamen voor hen teveel is geworden. De afkeer tegen de voornamen van de kinderen wordt in de loop der tijd voor verzoekers steeds groter. Het herinnert hen voortdurend aan een hele negatieve periode uit hun leven. Verzoekers zijn van mening dat de kinderen niet moeten opgroeien met deze voornamen en de negatieve associaties die deze namen oproepen.

4.De beoordeling

4.1.
Op basis van artikel 1:4, vierde lid, van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW) kan wijziging van de voornaam op verzoek van de betrokken persoon of zijn wettelijke vertegenwoordiger worden gelast door de rechtbank. De wijziging geschiedt doordat van de beschikking een latere vermelding aan de geboorteakte wordt toegevoegd. Een verzoek tot voornaamswijziging is toewijsbaar als verzoeker(s) daarbij een voldoende zwaarwegend belang heeft/hebben. Tevens dient beoordeeld te worden of de voornamen niet ongepast zijn in de zin van artikel 1:4 BW of in strijd zijn met het algemeen belang waarbij gedacht kan worden aan de betrouwbaarheid van de registers van de burgerlijke stand.
4.2.
De rechtbank is van oordeel dat op grond van de processtukken en met name de toelichting van verzoekers op de mondelinge behandeling, voldoende vast staat dat de keuze voor de namen van hun dochters in een voor verzoekers zeer stressvolle periode heeft plaatsgehad. De vrouw heeft mede als gevolg van alle stress, te kampen gehad met een zware depressie en is daarvoor behandeld. Verzoekers waren door de omstandigheden waarin zij verkeerden niet in staat om keuzes te maken die overeenkwamen met hun daadwerkelijke wensen ten aanzien van de namen voor hun dochters. Tevens staat vast dat verzoekers op het moment dat zij het eerste verzoek tot voornaamswijziging bij deze rechtbank indienden, nog steeds niet in staat waren om een weloverwogen beslissing over de namen van de kinderen te nemen en ook de consequenties van hun verzoek niet hebben overzien. Inmiddels is de behandeling van de vrouw geëindigd en hebben verzoekers naar hun zeggen in alle rust de tijd genomen om te beslissen wat daadwerkelijk de namen van hun dochters moeten zijn, hetgeen heeft geresulteerd in het onderhavige verzoek.
4.3.
Alles overwegende is de rechtbank van oordeel dat verzoekers een voldoende zwaarwegend belang hebben bij de verzochte wijzigingen. De gevraagde voornamen zijn geoorloofd naar de maatstaven van artikel 1:4, tweede lid, BW. Van andere bezwaren tegen de gevraagde voornamen is niet gebleken en ook het publiek belang verzet zich niet tegen de verzochte voornaamswijzigingen. De rechtbank zal het verzoek daarom toewijzen als verzocht.

5.Beslissing

De rechtbank:
5.1.
wijzigt de voornamen van de minderjarige [naam 3 minderjarige 1] , geboren op [geboortedatum 1] 2020 te [geboorteplaats] , in
[naam 4 minderjarige 1];
5.2.
wijzigt de voornamen van de minderjarige [naam 2 minderjarige 2] , geboren op [geboortedatum 2] 2021 te [geboorteplaats] , in
[naam 3 minderjarige 2];
5.3.
draagt de griffier op om een afschrift van deze beschikking aan de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Groningen te zenden nadat een periode van drie maanden is verstreken na de dag van de beschikking.
Deze beschikking is gegeven door mr. F.V. Marquenie, (kinder)rechter, bijgestaan door de griffier en in het openbaar uitgesproken op 17 mei 2023.
(
fn: mmv/615)
Van deze beschikking kan binnen 3 maanden hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, locatie Leeuwarden. Indien u in deze procedure bent verschenen start deze termijn op de dag van de uitspraak. Als u niet in de procedure bent verschenen kan de termijn op een latere datum beginnen. Volgens de wet bent u verplicht om voor het instellen van hoger beroep een advocaat in te schakelen. In verband met de beperkte termijn dient u zo spoedig mogelijk contact met uw/een advocaat op te nemen!
De griffier.