ECLI:NL:RBNNE:2023:3616
Rechtbank Noord-Nederland
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in bestuursrechtelijke schadevergoedingzaak
Op 23 augustus 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Nederland, zittingsplaats Groningen, uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoeker had de rechtbank verzocht om verweerder, de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV), te veroordelen tot vergoeding van schade op grond van artikel 8:88 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Op 5 augustus 2023 vroeg verzoeker de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening te treffen, omdat hij een spoedeisend belang had bij juridische bijstand in een aanstaande procedure over schadevergoeding.
Tijdens de zitting op 16 augustus 2023 heeft verzoeker zijn situatie toegelicht, waarbij hij aangaf dat hij niet over de financiële middelen beschikt om een advocaat of deskundige in te schakelen. Verweerder heeft in zijn verweerschrift betoogd dat er geen spoedeisend belang is voor het treffen van een voorlopige voorziening, aangezien verzoeker een arbeidsongeschiktheidsuitkering ontvangt en er geen acute noodsituatie is aangetoond.
De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de omstandigheden van verzoeker niet voldoende zijn om te concluderen dat er sprake is van een spoedeisende situatie. Een financieel belang op zich is niet voldoende voor het treffen van een voorlopige voorziening, tenzij er sprake is van een acute financiële noodsituatie. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat verzoeker niet in zo'n situatie verkeert en dat het verzoek om schadevergoeding op 21 september 2023 behandeld zal worden. Daarom heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen.