ECLI:NL:RBNNE:2023:3569

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
29 augustus 2023
Publicatiedatum
28 augustus 2023
Zaaknummer
18-098426-23
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van verdachte voor seksueel misbruik van minderjarige stiefdochter en vervaardigen van kinderpornografisch materiaal

Op 29 augustus 2023 heeft de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die gedurende bijna 2,5 jaar zijn minderjarige stiefdochter seksueel heeft misbruikt. De verdachte, geboren in 1987, heeft zich schuldig gemaakt aan meerdere ontuchtige handelingen met het slachtoffer, dat op het moment van de feiten nog geen zestien jaar oud was. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte de minderjarige stiefdochter heeft gedwongen tot seksuele handelingen, waaronder anale seks, en dat hij daar ook foto’s en filmpjes van heeft gemaakt. Dit gedrag heeft geleid tot de vervaardiging en het in bezit hebben van kinderpornografisch materiaal. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier jaar, waarvan één jaar voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaar en bijzondere voorwaarden. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van een deel van de tenlastelegging, omdat niet wettig en overtuigend bewezen kon worden dat hij zich had voorgedaan als een andere persoon om het slachtoffer te dwingen tot seksuele handelingen. De rechtbank heeft in haar oordeel ook de ernst van de feiten en de impact op het slachtoffer meegewogen, evenals de rol van de verdachte als vaderfiguur en de schending van het vertrouwen van het slachtoffer.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
Afdeling strafrecht Locatie Groningen
parketnummer 18.098426.23
Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 29 augustus 2023 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] 1987 te [geboorteplaats] , wonende te [adres] ,
thans gedetineerd te [instelling] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 15 augustus 2023. Verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. A.M. Veld, advocaat te Assen. Het openbaar ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. R. Janssens.

Tenlastelegging

Aan verdachte is, na nadere omschrijving van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
1.
hij, in of omstreeks periode van 1 oktober 2020 tot en met 30 september 2022 te [adres] en/of [adres] , althans in Nederland, meermalen en/of telkens door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid, te weten:
door zich online/digitaal voor te doen als een persoon genaamd [naam 1] en daarmee dreigende teksten te sturen, inhoudende seksuele opdrachten die zij diende te vervullen onder bedreiging met wederrechtelijke vrijheidsberoving, verkrachting, enig misdrijf tegen het leven gericht en/of zware mishandeling, zoals dat zij in een busje zou worden gestopt, van de fiets zou worden getrokken en/of in de bosjes zou worden verkracht als ook dat zij op zijn lul zou worden geregen tot ze kapot zou scheuren en dat er een mes in haar vagina zou worden gestoken en dat zij zou worden
opengesneden, althans woorden van gelijke aard en strekking, geuit door die digitale entiteit “ [naam 1] ” middels Instagram en/of Whatsapp, althans via internet en/of een berichtendienst,
[slachtoffer] (geboren op [geboortedatum] 2006) heeft gedwongen tot het ondergaan van een of meer handelingen die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] , te weten het telkens:
  • brengen van zijn penis in de anus van die [slachtoffer] en/of
  • brengen van zijn penis in de mond van die [slachtoffer] en/of
  • zich door die [slachtoffer] laten aftrekken en/of
  • brengen van zijn vinger(s) in de vagina en/of tussen de schaamlippen van die [slachtoffer] ,terwijl die [slachtoffer] een kind is die hij, verdachte verzorgt of opvoedt als behorend tot zijn gezin en/of waar hij gezag over uitoefent;
2.
hij, in of omstreeks de periode van 28 november 2018 tot en met 30 september 2022 te [adres] en/of [adres] , althans in Nederland, met [slachtoffer] (geboren op [geboortedatum] 2006), die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die bestonden of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] , immers heeft hij, verdachte (telkens):
  • zijn penis in de anus van die [slachtoffer] gebracht en/of
  • zijn penis in de mond van die [slachtoffer] gebracht en/of
  • zich door die [slachtoffer] laten aftrekken en/of
  • zijn vinger(s) in de vagina en/of tussen de schaamlippen van die [slachtoffer] gebracht,
terwijl die [slachtoffer] een kind is die hij, verdachte verzorgt of opvoedt als behorend tot zijn gezin en/of waar hij gezag over uitoefent;
3.
hij, in of omstreeks de periode van 15 augustus 2015 tot en met 12 april 2023 te [adres] , gemeente [adres] en/of [adres] , in elk geval in Nederland, meermalen, althans eenmaal telkens tenminste 39 afbeeldingen, te weten foto's, te weten afbeeldingen aangetroffen op (een gegevensdrager met daarop) het Instagramaccount en/of SD-kaart (Traveler SD-Card.E01) van hem, verdachte, van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken heeft vervaardigd, verworven en/of in bezit gehad welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het met de penis oraal, penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(afkomstig van Apple Iphone met goednummer PL0100-2023091692-1593582, althans van zijn Instagramaccount, althans op een gegevensdrager en/of op een server met daarop een social-media account, welke gegevensdrager of welk social media account hij tot zijn beschikking had) en/of het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon gekleed is en/of opgemaakt is en/of poseert in een omgeving, te weten vastgebonden op een bed en/of in een erotisch getinte houding (op een wijze) die niet bij haar leeftijd past en/of waarbij deze persoon zich in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van haar kleding ontdoet en/of (waarna) door het camerastandpunt, de (onnatuurlijke) pose en/of de uitsnede van de foto’s nadrukkelijk het ontblote geslachtsdeel, de borsten en/of de billen in beeld gebracht wordt, (waarbij) de afbeelding (aldus)een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling;
(afkomstig van Apple Iphone met goednummer PL0100-2023091692-1593582, althans van zijn Instagramaccount, althans op een gegevensdrager en/of op een server met daarop een social-media account, welke gegevensdrager of welk social media account hij tot zijn beschikking had).

Beoordeling van het bewijs

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft veroordeling gevorderd voor alle ten laste gelegde feiten. Ten aanzien van feit 1 en 2 heeft officier van justitie aangevoerd dat de verklaring van [slachtoffer] dat er gedurende een langere periode meermalen per week seksuele handelingen hebben plaatsgevonden wordt ondersteund door de seksuele foto’s van [slachtoffer] , de chats met verdachte en het bericht van [naam 1] waarin wordt verwezen naar filmpjes waarop anale seks tussen [slachtoffer] en verdachte te zien zou zijn. Sinds oktober 2020 hebben die seksuele handelingen plaatsgevonden in opdracht van en onder bedreiging van [naam 1] . Gelet op het feit dat het Instagram-account van [naam 1] gekoppeld is aan het e-mailadres van verdachte, de Instagram-accounts van verdachte en [naam 1] aan elkaar gekoppeld zijn en op de telefoon van verdachte een extra whatsapp account is aangetroffen onder de naam [naam 1] , kan wettig en overtuigend bewezen worden dat verdachte [naam 1] is en daarmee dat verdachte, zoals onder 1 ten laste gelegd, [slachtoffer] heeft ertoe heeft gedwongen anale seks met hem te hebben, hem af te trekken en hem te pijpen. Volgens [slachtoffer] stopte de seksuele handelingen in april 2021 zodat de pleegperiode van feit 1 en 2 beperkt dient te worden tot april 2021. Feit 3 kan in zijn geheel wettig en overtuigend worden bewezen.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft betoogd dat verdachte moet worden vrijgesproken van feit 1, heeft zich gerefereerd ten aanzien van feit 2 met dien verstande dat het hebben van anale seks niet bewezen kan worden en heeft ten aanzien van feit 3 betoogd dat slechts het vervaardigen van twee foto’s bewezen kan worden verklaard. Ten aanzien van feit 1 heeft de raadsvrouw aangevoerd dat het account van [naam 1] niet van verdachte is. Verdachte wist niet dat de optie bestond om meerdere Instagram-accounts aan een e-mailadres te koppelen en iedereen die de inloggegevens van het Instagram-account van verdachte heeft, kon via zijn account de berichten versturen. Bovendien kun je vanaf verschillende apparaten inloggen op een Instagram-account. Het hoeft dus niet zo te zijn dat de berichten gestuurd zijn met de iPhone 12 van verdachte. Verdachte dient om die redenen dan ook te worden vrijgesproken van feit 1. Ten aanzien van feit 3 wist verdachte niet dat het account van [naam 1] op zijn telefoon stond zodat de vereiste wetenschap van de op deze account aangetroffen afbeeldingen ontbreekt. Verdachte erkent twee foto’s te hebben gemaakt, voor het overige dient hij te worden vrijgesproken.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank acht het onder 1 ten laste gelegde niet wettig en overtuigend bewezen, zodat verdachte daarvan zal worden vrijgesproken. Het onder 2 en 3 ten laste gelegde acht de rechtbank wel wettig en overtuigend bewezen. De rechtbank zal de feiten hierna in chronologische volgorde bespreken, waardoor eerst feit 2 aan bod komt en daarna feit 1.

Ontucht met minderjarige stiefdochter 1

[slachtoffer] , geboren op [geboortedatum] 2006, heeft verklaard dat zij vanaf dat zij 12 jaar oud was seksuele handelingen heeft verricht bij verdachte, haar (stief)vader, met wie zij in gezinsverband leefde. Zij heeft hem afgetrokken en gepijpt, er heeft anale seks plaatsgevonden en hij heeft met zijn vingers in haar vagina gevoeld. Het gebeurde ongeveer twee keer in de week dat ze hem moest aftrekken en daarna moest pijpen of dat er anale seks volgde. Verdachte legde haar dan uit wat ze moest doen, hoe ze moest zitten en wat voor bewegingen ze moest maken. Het gebeurde zowel thuis in [adres] als op de camping in [adres] . Toen ze in de zomer van 2020 wilde stoppen met de seksuele handelingen, kwam ze via Instagram en Snapchat in contact met iemand die zich [naam 1] noemde. Deze [naam 1] wilde dat ze foto’s en filmpjes van de seks met verdachte naar hem stuurde. In opdracht van [naam 1] heeft verdachte verschillende foto’s van haar gemaakt waarop te zien is dat zij verdachte pijpt, dat ze anaal door verdachte genomen wordt en waarop zij vastgebonden op bed ligt. Volgens [slachtoffer] stopte de seksuele handelingen in april 2021.
2
Verdachte heeft zowel bij de politie als ter terechtzitting erkend dat er seksuele handelingen tussen hem en [slachtoffer] hebben plaatsgevonden. Hij stelt dat [slachtoffer] hem één keer heeft afgetrokken, één keer heeft gepijpt en dat hij één keer met zijn vingers in haar vagina heeft gevoeld. Ook erkent hij een foto te hebben gemaakt van het pijpen en dat [slachtoffer] vastgebonden ligt op bed.
3Verdachte ontkent dat er vaker seksuele handelingen hebben plaatsgevonden en ontkent dat er anale seks is geweest tussen hem en [slachtoffer] .
De rechtbank hecht echter meer geloof aan de verklaring van [slachtoffer] dat de seksuele handelingen vaker hebben plaatsgevonden en dat er ook anale seks heeft plaatsgevonden, dan aan de verklaring van verdachte. De rechtbank overweegt daartoe het volgende.
[slachtoffer] heeft op 16-jarige leeftijd uit eigen beweging aan haar moeder verteld wat er een aantal jaren daarvoor tussen haar en verdachte is gebeurd. Daarnaast heeft ze gedetailleerd en consequent verklaard over de seksuele handelingen, hoe het begon en wat ze allemaal moest doen. Daar tegenover staat dat verdachte zijn verklaring over wat er is gebeurd telkens bijstelt. In eerste instantie is er volgens verdachte niks gebeurd en zouden de seksuele foto’s waarop [slachtoffer] te zien is, bewerkt zijn. Als hij vervolgens geconfronteerd wordt met bewijsmiddelen die niet passen bij zijn eerdere verklaring, komt hij terug op eerdere ontkenningen en bekent hij steeds meer handelingen. Dat doet af aan de geloofwaardigheid van de ontkenning van verdachte dat de handelingen vaker hebben plaatsgevonden en dat er anale seks is geweest.
Bovendien wordt de verklaring van [slachtoffer] door meerdere bewijsmiddelen ondersteund. Haar verklaring over hoe het begon, te weten dat verdachte pijn had bij het hebben van seks met [slachtoffer] haar moeder, niet klaar kon komen en dat hij [slachtoffer] vroeg hem te helpen, wordt ondersteund door een notitie die in de telefoon van verdachte is aangetroffen. In die notitie schrijft verdachte dat hij niet meer kon genieten van seks en niet meer klaarkwam.
4Haar verklaring dat er anale seks heeft plaatsgevonden, wordt ondersteund door een bericht van voornoemde [naam 1] aan verdachte. Daarin zegt [naam 1] tegen verdachte: “
Neuk haar nog maar eens goed in de reet vind ze lekker heb ik gezien op filmpjes en foto’s.”
5Dat sluit aan bij de verklaring van [slachtoffer] dat er in opdracht van [naam 1] anale seks heeft plaatsgevonden waar verdachte een filmpje van zou hebben gemaakt.
Daarnaast vindt de rechtbank ondersteuning voor de door [slachtoffer] beschreven gang van zaken in de chats tussen verdachte en [slachtoffer] . Daarin zegt verdachte dingen tegen [slachtoffer] zoals “
En je slaap bij mij op nieuwe bed?? Ik blijf wel van je af beloofd”. Wanneer [slachtoffer] een afbeelding stuurt van een lingeriesetje, reageert verdachte “
krijg je van mij als ik dan dans/strip showtje mag”. [slachtoffer] reageert daarop met “
nee” waarop verdachte zegt “
oke en dan nog blowjob voor alle extra sigaretten Mac en dan krijg je nog 50 euro. Deal??”. [slachtoffer] zegt “
Ja hoor” waarop verdachte herhaaldelijk vraagt wanneer hij een blowjob krijgt. In een ander gesprek zegt verdachte: “
Gaan we nog ff langs caravan dan. (…) Neuken ja graag”. In weer een ander gesprek vraagt verdachte aan [slachtoffer] : “
Hoeveel geld wil je voor korte broeken (…) 100 genoeg??” [slachtoffer] antwoordt: “
Ja hoor” waarop verdachte vraagt “
Krijg ik der voor??”. [slachtoffer] zegt “
Niks”. Verdachte reageert daarop met “
Hoezo niks. Jij 100 euro ik ook terug. Dus zeg het maar”. [slachtoffer] reageert daarop met “
Ja laat maar”. Verdachte zegt daarop “
Je mag 10, 1500. Dan sex”. [slachtoffer] zegt “
Nee”. Verdachte reageert met “
2500” en nadat [slachtoffer] opnieuw met 'nee' reageert, zegt verdachte “
2835, meer heb ik niet contant
6. Naar het oordeel van de rechtbank passen deze gesprekken en toespelingen die verdachte doet meer bij de toedracht zoals omschreven door [slachtoffer] dat er veelvuldig seksueel contact was op aandringen van verdachte, dan bij de door verdachte omschreven toedracht, namelijk dat er op initiatief van en door middel van chantage van verdachte door [slachtoffer] , slechts een enkele keer een seksuele handelingen zouden hebben plaatsgevonden.
Gelet op het vorenstaande heeft de rechtbank geen enkele aanleiding om te twijfelen aan de verklaring van [slachtoffer] over welke seksuele handelingen er plaatsvonden en hoe vaak. De rechtbank gaat derhalve uit van de toedracht van de feiten zoals omschreven door [slachtoffer] , die zoals hiervoor omschreven voldoende wordt ondersteund door andere bewijsmiddelen.
De rechtbank acht derhalve wettig en overtuigend bewezen dat verdachte gedurende een langere periode seksuele handelingen heeft verricht met [slachtoffer] , die aan zijn zorg was toevertrouwd, zoals onder 2 ten laste gelegd.
Verkrachting door zich voor te doen als [naam 1]
Zoals hiervoor benoemd, heeft [slachtoffer] verklaard dat zij in de zomer van 2020, toen ze wou stoppen met de seksuele handelingen met verdachte, in contact kwam met iemand die zich [naam 1] noemde. [naam 1] gaf haar opdrachten tot het verrichten van seksuele handelingen met verdachte. Daar moest een foto van worden gemaakt en die moest aan [naam 1] worden gestuurd. Als ze de opdracht niet zou vervullen, zou ze worden opgehaald met een busje, van haar fiets worden getrokken en in de bosjes worden verkracht, aldus [slachtoffer] .
Hoewel de rechtbank, zoals hierna in het kader van het voorhanden hebben van kinderpornografisch materiaal uiteen zal worden gezet, wettig en overtuigend bewezen acht dat verdachte zich heeft voorgedaan als [naam 1] , komt de rechtbank niet tot een bewezenverklaring van feit 1.
Dit omdat er geen ondersteunend bewijs is voor de verklaring van [slachtoffer] dat [naam 1] haar via Instagram en Snapchat opdrachten stuurde tot het verrichten van seksuele handelingen en dat die seksuele handelingen naar aanleiding van door die [naam 1] geuite bedreigingen hebben plaatsgevonden. Er is weliswaar een chat op het Instagram-account van [naam 1] aangetroffen tussen [slachtoffer] en [naam 1] , daterend van 16 januari 2021, maar daarin valt niet te lezen dat [naam 1] [slachtoffer] opdrachten geeft tot het verrichten van seksuele handelingen, noch dat er dreigementen worden geuit. Uit het gesprek blijkt ook geen andere vorm van dwang. Het enkele feit dat [naam 1] in het gesprek foto’s stuurt waarop te zien is dat [slachtoffer] seksuele handelingen verricht met de mededeling ‘heb deze gekregen van je pa’, vormt naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende steunbewijs dat die seksuele handelingen hebben plaatsgevonden onder bedreiging (of anderszins dwang) van [naam 1] . Ook voor het overige is daar geen enkele aanwijzing voor in het dossier te vinden. Uit het dossier blijkt wel dat [naam 1] op 21 augustus 2022 bedreigende teksten zoals omschreven onder feit 1 in de tenlastelegging aan [slachtoffer] heeft gestuurd, maar [slachtoffer] heeft verklaard dat de seksuele handelingen tussen haar en verdachte toen al waren gestopt en de bedreigingen zijn ook geen aanleiding geweest voor het verrichten van nieuwe seksuele handelingen. Het voorgaande maakt dat van de bedreiging van 21 augustus 2022 door [naam 1] niet worden gezegd dat [slachtoffer] hierdoor is gedwongen tot het ondergaan of verrichten van seksuele handelingen met verdachte.
De rechtbank zal verdachte daarom vrijspreken van het onder 1 ten laste gelegde.
Op het account van [naam 1] aangetroffen kinderpornografisch materiaal
[slachtoffer] heeft verklaard dat verdachte foto’s en filmpjes heeft gemaakt van de seksuele handelingen die zij bij hem moest verrichten en dat verdachte deze foto’s en filmpjes aan [naam 1] stuurde. Op het Instagram-account van [naam 1] is, zoals hiervoor vermeld, een chat aangetroffen met [slachtoffer] waarin [naam 1] foto’s aan [slachtoffer] stuurt waarop [slachtoffer] naakt of in lingerie en/of in erotische poses te zien is. In het aangetroffen gesprek worden ongeveer 40 van dergelijke foto’s van [naam 1] aan [slachtoffer] gestuurd.
7Op de foto’s is [slachtoffer] onder andere te zien met een penis in haar mond en vastgebonden op een bed waarbij haar string opzij is geschoven en er een voorwerp tussen haar billen zit. Deze foto’s heeft verdachte erkend te hebben gemaakt, maar stelt niet te weten hoe [naam 1] daarvan in het bezit is geraakt. Verder betreffen de foto’s onder meer foto’s van ontblote borsten, een vagina, [slachtoffer] die naakt op bed poseert en 24 spiegelfoto’s waarop [slachtoffer] te zien is in een BH en string, met ontbloot bovenlichaam of helemaal naakt. De spiegelfoto’s heeft [slachtoffer] zelf gemaakt, de andere foto’s zijn volgens [slachtoffer] door verdachte gemaakt.
8De afbeeldingen zijn door de politie gekwalificeerd als kinderporno grafisch materiaal.
9
De chat met foto’s is aan het licht gekomen toen de moeder van [slachtoffer] inlogde op het Instragam-account van verdachte. Toen kwam zij op een ander account terecht, namelijk het account [naam 2] .
10Uit de accountgegevens van [naam 2] volgt dat het e-mailadres
[naam 3]aan dit account is gekoppeld. Dat is het e-mailadres van verdachte.
11Bij onderzoek naar de iPhone 12 van verdachte, de telefoon die hij ten tijde van de ten laste gelegde feiten in gebruik had, werd bij het openen van Instagram het account [naam 4] zichtbaar, het account van verdachte. Naast de accountnaam stond een pijltje naar beneden en wanneer daarop werd geklikt, werd het account [naam 2] zichtbaar.
12Het account [naam 2] was dus gekoppeld aan het account [naam 4] . Ook in de iPhone 14 van verdachte waren voornoemde accounts op Instagram aan elkaar gekoppeld. Daarnaast blijkt uit onderzoek aan de iPhone 14 dat in de contacten een [naam 1] is opgeslagen. Deze [naam 1] had hetzelfde telefoonnummer als verdachte zelf. Voorts staat in de ownergegevens van de telefoon bij Whatsapp de accountnaam [naam 5] , maar ook een user id-additional name met de naam [naam 1] .
13
Op de iPhone 12 van verdachte is onderzoek gedaan naar het gebruik van deze telefoon op het moment van voornoemde bedreiging op 21 augustus 2022. Daaruit volgen de volgende bevindingen.
14
  • Tussen 16:55:15 uur en 16:58:19 uur was er WhatsApp contact in een WhatsApp-groep.
  • Tussen 16:58:30 uur en 17:02:59 uur was er Instagram contact tussen [naam 2] en [slachtoffer] .
Het contact betreft de bedreiging die [naam 1] aan [slachtoffer] uit.
  • Om 17:03:20 uur was er WhatsApp contact tussen verdachte en iemand anders.
  • Tussen 17:03:46 uur en 17:04:22 uur was er weer contact via Instagram tussen [naam 2] en [slachtoffer] .
  • Tussen 17:05:26 uur en 17:15:01 uur was er WhatsApp contact tussen verdachte en [slachtoffer] . In dit appverkeer stuurt [slachtoffer] een screenshot van voornoemde bedreigingen aan verdachte en wordt uitvoerig over de bedreiging gesproken.
  • Om 17:16:18 uur was er Instagram contact tussen [naam 2] en [naam 5] . [naam 2] stuurt een bedreiging aan verdachte.
  • Tussen 17:16:69 uur en 17:18:34 uur is er weer WhatsApp contact tussen verdachte en [slachtoffer] .
De gebruiker van de iPhone 12 voert aldus binnen een kort tijdsbestek communicatie via WhatsApp als [naam 5] en via Instagram als [naam 2] .
Verdachte ontkent [naam 1] te zijn en stelt niet te hebben geweten dat er een tweede account aan zijn eigen Instagram-account was gekoppeld. Hij denkt dat [slachtoffer] het account op zijn telefoon heeft aangemaakt en gebruikt. Ook stelt hij op de hierboven genoemde tijdstippen geen gebruik te hebben gemaakt van zijn telefoon en het hierboven genoemde gesprek over de door [slachtoffer] ontvangen bedreiging van [naam 1] op WhatsApp met [slachtoffer] niet te hebben gevoerd. Ook dat zou volgens verdachte [slachtoffer] zelf zijn geweest.
Gelet op de hiervoor genoemde chat tussen het account [naam 2] en [slachtoffer] op Instagram, voornoemde tijdlijn van het gebruik van de iPhone 12 en het gesprek tussen verdachte en [slachtoffer] op WhatsApp direct na de bedreiging van [naam 1] op 21 augustus 2022, schuift de rechtbank het scenario dat [slachtoffer] degene achter het account van [naam 1] is, als hoogst onwaarschijnlijk terzijde. Nog los van de nodige technische perikelen en de inconsistenties in het verhaal van verdachte, zou dat scenario minst genomen betekenen dat [slachtoffer] op meerdere momenten op haar eigen telefoon en op de telefoon van verdachte gesprekken met zichzelf moet hebben gevoerd op Instagram en WhatsApp. Ten tijde van de bedreiging in augustus 2022 zou zij dan via Instagram een gesprek met zichzelf moeten hebben gevoerd waarbij zij zich heeft voorgedaan als [naam 1] en tegelijkertijd zou zij dan via WhatsApp een gesprek met zichzelf hebben gevoerd waarbij zij zich zou hebben voorgedaan als verdachte, alsook via WhatsApp gesprekken met anderen moeten hebben gevoerd als zijnde verdachte. Naar het oordeel van de rechtbank kan het gelet op bovenstaande bevindingen dan ook niet anders dan dat verdachte degene is die het account van [naam 1] beheerde en aldus voornoemde kinderpornografische afbeeldingen van [slachtoffer] via het account [naam 2] aan [slachtoffer] heeft gestuurd. Daarmee heeft verdachte via het Instagramaccount van [naam 1] , kinderpornografisch materiaal in bezit gehad. Daarnaast kan wettig en overtuigend worden bewezen dat verdachte een deel van de (als kinderpornografisch gekwalificeerde) foto’s zelf heeft gemaakt (en in bezit heeft gehad). De wetenschap van verdachte is gelet op het voorgaande ook gegeven.
Gelet op vorenstaande acht de rechtbank het onder 3 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen. Voor zover de tenlastelegging ziet op de foto’s die op de SD-kaart zijn aangetroffen, zal de rechtbank verdachte van dat deel van de tenlastelegging vrijspreken nu uit het dossier niet blijkt dat het kinderpornografisch materiaal betreft.

Bewezenverklaring

De rechtbank acht feit 2 en feit 3 wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:
2.
hij in de periode van 28 november 2018 tot en met 1 april 2021 te [adres] en [adres] , met [slachtoffer] (geboren op [geboortedatum] 2006), die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] , immers heeft hij, verdachte telkens:
  • zijn penis in de anus van die [slachtoffer] gebracht en/of
  • zijn penis in de mond van die [slachtoffer] gebracht en/of
  • zich door die [slachtoffer] laten aftrekken en/of- zijn vingers in de vagina van die [slachtoffer] gebracht, terwijl die [slachtoffer] een kind is die hij, verdachte verzorgt of opvoedt als behorend tot zijn gezin;
3.
hij in de periode van 16 januari 2021 tot en met 8 april 2023 in Nederland, tenminste 39 afbeeldingen, aangetroffen op het Instagram-account van hem, verdachte, van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken heeft vervaardigd en/of in bezit gehad welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het met de penis oraal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon gekleed is en/of poseert in een omgeving, te weten vastgebonden op een bed en/of in een erotisch getinte houding (op een wijze) die niet bij haar leeftijd past en/of door het camerastandpunt, de (onnatuurlijke) pose en/of de uitsnede van de foto’s nadrukkelijk het ontblote geslachtsdeel, de borsten en/of de billen in beeld gebracht wordt, (waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling.
Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde Het bewezen verklaarde levert op:

2. met iemand die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren heeft
bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen die mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, terwijl de schuldige het feit begaat tegen een kind dat hij verzorgt of opvoedt als behorend tot zijn gezin, meermalen gepleegd
3. afbeeldingen van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaarnog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, vervaardigen en in bezit hebben
Deze feiten zijn strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.

Strafbaarheid van verdachte

De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.

Strafmotivering

Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van feit 1, 2 en 3 wordt veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 6 jaren.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft gepleit voor een korte onvoorwaardelijke gevangenisstraf met daarnaast een (eventueel forse) voorwaardelijke straf. Daartoe heeft de raadsvrouw aangevoerd dat het recidiverisico wordt ingeschat als laag en dat het niet wenselijk is dat de terugkeer van verdachte binnen het gezin nog jaren op zich laat wachten door een lange detentie. De kinderen hebben hun vader nodig en de reclassering kan het gezin begeleiden bij de terugkeer van verdachte in het gezin.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek ter terechtzitting en het reclasseringsadvies van 11 juli 2023, het uittreksel uit de justitiële documentatie, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de verdediging.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft gedurende een periode van bijna 2,5 jaar zijn minderjarige stiefdochter [slachtoffer] seksueel misbruikt. [slachtoffer] heeft verdachte moeten aftrekken, pijpen en er heeft anale seks plaatsgevonden. Verdachte heeft daar ook foto’s en filmpjes van gemaakt en zich daarmee schuldig gemaakt aan het vervaardigen en in bezit hebben van kinderpornografisch materiaal.
Het misbruik begon toen [slachtoffer] net 12 jaar oud was. Verdachte had pijn bij het hebben van seks en drong er bij [slachtoffer] op aan om hem te helpen door seksuele handelingen bij en met hem te verrichten. [slachtoffer] wilde niet, maar heeft er uiteindelijk aan toegegeven omdat ze haar vader wilde helpen. Toen zij na bijna twee jaar wilde stoppen, ontving zij via Instagram berichten van een haar onbekende persoon genaamd [naam 1] , waarvan pas later duidelijk werd dat dit haar stiefvader was. Hoewel de rechtbank niet bewezen heeft geacht dat verdachte door zich voor te doen als [naam 1] [slachtoffer] heeft gedwongen tot het verrichten of voortzetten van seksuele handelingen, is wel gebleken dat de seksuele handelingen zijn doorgegaan nadat het contact met [naam 1] was ontstaan. Als zijnde [naam 1] stuurde verdachte door hemzelf gemaakte foto’s van die seksuele handelingen en andere seksuele foto’s naar [slachtoffer] , zei daarbij dat hij die foto’s van haar vader had gekregen en deed seksuele toespelingen waarin hij aangaf seks met haar te willen. De rol die verdachte heeft aangenomen door zich voor te doen als [naam 1] is dan ook alsnog zeer verontrustend en kwalijk te noemen. Ook nadat naar eigen zeggen van [slachtoffer] in april 2021 de seks met haar vader stopte, gingen de seksuele toespelingen van verdachte door. Hij bleef proberen
[slachtoffer] via WhatsApp verleiden tot seksuele handelingen en door het versturen van kinderpornografische afbeeldingen van haarzelf, onder andere door daar geld of cadeaus tegenover te stellen.
Verdachte heeft ter terechtzitting aangegeven dat hij na het eerste seksuele contact al inzag dat het fout was om dergelijke handelingen met zijn stiefdochter te verrichten. Desondanks heeft hij telkens opnieuw seksuele handelingen met haar gepleegd. Sterker nog, verdachte is jarenlang bezig geweest om [slachtoffer] ertoe te (blijven) bewegen seksuele handelingen met hem te verrichten onder andere door daar zoals gezegd geld of cadeaus tegenover te stellen.
Hij heeft enkel oog gehad voor zijn lustgevoelens en seksuele behoeftes en nooit stilgestaan bij het leed dat hij [slachtoffer] aandeed. Verdachte heeft met zijn handelen op grove wijze misbruik gemaakt van de positie waarin [slachtoffer] zich bevond en van het overwicht dat hij op haar had. Verdachte was voor [slachtoffer] een vaderfiguur, ze hadden volgens [slachtoffer] een sterke vader-dochter band en [slachtoffer] heeft een paar jaar geleden ook zijn achternaam aangenomen. De rechtbank neemt het verdachte bijzonder kwalijk dat hij het vertrouwen dat [slachtoffer] in hem had en ook zou mogen hebben, op uiterst grove wijze heeft geschonden. In plaats van een steun- en voorbeeldfiguur voor [slachtoffer] te zijn, heeft hij haar psychische en lichamelijke ontwikkeling ernstig verstoord en een grove inbreuk gemaakt op haar geestelijke en lichamelijke integriteit.
Voorts rekent de rechtbank het verdachte zwaar aan dat hij geen enkele verantwoordelijkheid neemt en alle schuld in de schoenen van zijn minderjarige stiefdochter probeert te schuiven. Volgens verdachte kwam het initiatief juist bij [slachtoffer] vandaan, chanteerde ze hem tot het ondergaan van de seksuele handelingen en heeft ze zelf het account van [naam 1] aangemaakt uit wraakgevoelens richting verdachte. De rechtbank acht deze verklaring volstrekt ongeloofwaardig en de houding van verdachte zeer verwerpelijk en zorgelijk.
Ondanks de ernst van hetgeen haar is overkomen, lijkt het erop dat de gevolgen voor [slachtoffer] op dit moment gelukkig beperkt zijn. Tegelijkertijd lijkt zij ook te worstelen met de situatie. In haar schriftelijke slachtofferverklaring schrijft zij enerzijds dat ze vindt dat verdachte een straf verdiend, maar dat ze hem anderzijds ondanks alles ook erg mist. Ook zegt zij haar gevoelens en emoties weggestopt te hebben dus niet goed kan zeggen wat het misbruik met haar heeft gedaan. Het feit dat [slachtoffer] op dit moment weinig last lijkt te hebben van het seksueel misbruik, wil dan ook geenszins zeggen dat zij daar in de toekomst geen problemen van zal ondervinden. De ervaring leert immers dat seksueel misbruik vaak nadelige psychische en emotionele gevolgen voor het slachtoffer kan hebben die nog lange tijd kunnen doorwerken alsook dat die gevolgen zich vaak pas na verloop van tijd voordoen.
De rechtbank heeft voorts acht geslagen op het rapport van de reclassering van 11 juli 2023. De reclassering vindt het zorgelijk dat verdachte, ondanks dat hij wist dat de ontuchtige handelingen met zijn stiefdochter onacceptabel waren, zich er niet van heeft laten weerhouden om dat herhaaldelijk te doen. De reclassering heeft dan ook geen goed zicht gekregen op de vraag hoe verdachte tot het delictgedrag is gekomen en wat risicofactoren voor dat delictgedrag zijn. Dit is wel nodig om tot verlaging van risico’s van herhaling van delictgedrag en ander ongewenst gedrag te komen. Om daar goed zicht op te krijgen is een zedenbehandeling in een ambulant kader nodig, waar verdachte open voor staat. Binnen de behandeling dient aandacht te zijn voor de onderliggende problematiek aangaande de seksuele delicten en een veilige terugkeer van verdachte in de gezinssituatie, nu dat de intentie van verdachte en zijn vrouw is. Binnen een reclasseringstoezicht kan dit gemonitord worden.
De rechtbank deelt de zorgen van de reclassering omtrent het delictgedrag en acht het daarom van groot belang dat daar inzicht in wordt verkregen en verdachte behandeld wordt om herhaling in de toekomst te voorkomen. Een en ander klemt temeer nu verdachte, zoals hiervoor overwogen, de schuld van wat er is gebeurd bij een minderjarig kind legt en zelf geen verantwoordelijkheid neemt, terwijl het kennelijk wel de bedoeling is dat verdachte terugkeert in het gezin waar nog meer minderjarige kinderen onderdeel van uitmaken. De rechtbank zal daarom een deels voorwaardelijke straf opleggen met de bijzondere voorwaarden zoals door de reclassering geadviseerd.
Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen met betrekking tot de ernst van de feiten en het gedrag van verdachte, acht de rechtbank een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van aanzienlijke duur gerechtvaardigd. Een korte onvoorwaardelijke gevangenisstraf zodat verdachte snel terug kan keren naar zijn gezin doet geen recht aan de aard en ernst van de bewezenverklaarde feiten. Nu de rechtbank – anders dan de officier van justitie – niet tot een bewezenverklaring van feit 1 komt, komt de rechtbank wel tot een lagere gevangenisstraf dan door de officier van justitie is geëist. Alles afwegende acht de rechtbank een gevangenisstraf voor de duur van 4 jaren, waarvan 1 jaar voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaren en de bijzondere voorwaarden zoals geadviseerd door de reclassering, passend en geboden.

Beslag

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de twee iPhones van verdachte verbeurd worden verklaard nu die zijn gebruikt bij de delictpleging, alsook dat het SD-kaartje verbeurd wordt verklaard omdat daar kinderpornografisch materiaal op is aangetroffen. De overige inbeslaggenomen goederen kunnen worden teruggegeven aan verdachte.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft zich op het standpunt gesteld dat alle in beslag genomen goederen moeten worden teruggegeven. De aangetroffen kinderporno stond op een Instagram-account waarvan verdachte geen wetenschap had. Het stond dus niet op de telefoons zelf, zodat de iPhones teruggegeven dienen te worden. De SD-kaart wordt verzocht leeg terug te geven.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat de twee iPhones van verdachte verbeurd dienen te worden verklaard nu het Instagramaccount waarop kinderpornografisch materiaal is aangetroffen, op beide iPhones is aangetroffen. De iPhones betreffen daarom voorwerpen met behulp van welke het feit is begaan. Nu de op de SD-kaart aangetroffen foto’s door de politie niet zijn gekwalificeerd als kinderpornografisch, zal de rechtbank de teruggave van de SD-kaart bevelen. Ook ten aanzien van de overige in beslag genomen goederen zal de rechtbank de teruggave bevelen.

Toepassing van wetsartikelen

De rechtbank heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 33, 33a, 57, 240b, 245 en 248 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak gelden.

Uitspraak

De rechtbank

Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte onder 1 is ten laste gelegd en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 2 en 3 ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte tot:

een gevangenisstraf voor de duur van 4 jaren.

Bepaalt dat van deze gevangenisstraf
een gedeelte, groot 1 jaar, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond, dat de veroordeelde voor het einde van of gedurende de proeftijd, die hierbij wordt vastgesteld op 3 jaren, de hierna te noemen voorwaarden niet heeft nageleefd.
Beveelt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf, geheel in mindering zal worden gebracht.
Voorwaarde is, dat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig zal maken aan een strafbaar feit.
Stelt als bijzondere voorwaarden:
Veroordeelde meldt zich op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering datnodig vindt. De reclassering zal contact met veroordeelde opnemen voor de eerste afspraak;
Veroordeelde laat zich ambulant behandelen voor de zedenproblematiek door de AFPN of eensoortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Naast inhoudelijke behandeling voor de problematiek, dient veroordeelde, indien dit nodig wordt geacht, ook mee te werken aan begeleiding die gericht is op de terugkeer in het gezin, gelet op de onderlinge verhoudingen tussen hem en het slachtoffer, om op deze manier bij te dragen aan de veiligheid van het slachtoffer en een gezonde onderlinge verstandshouding;
Veroordeelde keert na zijn detentie terug naar de stacaravan, of naar het adres van zijnschoonzus. Hij keert pas terug naar het woonadres van het gezin zodra hier toestemming voor ligt vanuit de behandelaren en de reclassering.
Geeft aan voornoemde reclasseringsinstelling de opdracht als bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
Voorwaarden daarbij zijn dat de veroordeelde gedurende de proeftijd:
  • ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen vaneen of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
  • medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het
Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen.

Beslag

Verklaart verbeurd:
  • Apple iPhone (goednummer: 1593582)
  • Appel iPhone (goednummer: 1593742)
Beveelt de teruggave aan verdachte van:
  • Geheugenkaart Mmc Mobile (goednummer: 1593728)
  • Geheugenkaart merkloos (goednummer: 1593731)
  • Geheugenkaart Sandisk Rs-Mmc (goednummer: 1593729)
  • Geheugenkaart Sandisk micro sd (1593735)
  • Geheugenkaart Sandisk transflash (1593736)
  • Geheugenkaart traveler high speed (goednummer: 1593737)
  • Apple iPhone 6, zilver (goednummer: 1593740)
  • Notebook Asus Aspire (goednummer: 1593746)
  • Caterpillar telefoon (goednummer: 1594155)
  • Caterpillar telefoon (goednummer: 1594162)
Dit vonnis is gewezen door mr. F. Sieders, voorzitter, mr. J. Faber en mr. M. van der Veen, rechters, bijgestaan door mr. L. Lamers, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 29 augustus 2023.
Mr. Van der Veen is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
De door de rechtbank in de voetnoten als processen-verbaal aangeduide bewijsmiddelen zijn in de wettelijke vorm opgemaakt.
Proces-verbaal van bevindingen informatief gesprek zeden d.d. 13 april 2023, inhoudende de verklaring van [slachtoffer] , opgenomen op pagina 59 e.v. van het dossier van politie Noord-
Nederland met nummer PL0100-2023091692, onderzoek Perth d.d. 26 juni 2023 (hierna te noemen: “het p-v”). En proces-verbaal van verhoor getuige [slachtoffer] d.d. 16 mei 2023, opgenomen op pagina 66 e.v. van het p-v.
3. Verklaring verdachte ter terechtzitting van 15 augustus 2023.
4. Proces-verbaal van bevindingen d.d. 18 april 2023, p. 109 e.v. van het p-v.
5. Proces-verbaal van bevindingen d.d. 14 april 2023, p. 92 e.v. van het p-v.
6. Bijlage bij het proces-verbaal van bevindingen d.d. 14 april 2023 op p. 92 e.v. van het p-v.
7. Proces-verbaal van bevindingen d.d. 19 april 2023, p. 115 e.v. van het p-v.
8. Proces-verbaal van bevindingen informatief gesprek zeden d.d. 13 april 2023, p. 59 e.v. van het p-v.
9. Proces-verbaal van bevindingen d.d. 4 mei 2023, p. 123 e.v. van het p-v.
10. Proces-verbaal van verhoor getuige W. Kiewiet d.d. 12 april 2023, p. 40 e.v. van het p-v.
11. Proces-verbaal van bevindingen d.d. 19 april 2023, p. 115 e.v. van het p-v.
12. Proces-verbaal van bevindingen d.d. 18 april 2023, p. 107 e.v. van het p-v.
13. Proces-verbaal van bevindingen d.d. 18 april 2023, p. 107 e.v. van het p-v.
14. Proces-verbaal van bevindingen d.d. 19 april 2023, p. 140 e.v. van het p-v.
15. Bijlage bij het proces-verbaal van bevindingen d.d. 14 april 2023 op p. 92 e.v. van het p-v.