ECLI:NL:RBNNE:2023:3568
Rechtbank Noord-Nederland
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening inzake last onder dwangsom voor vissersschip
Op 29 augustus 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tussen een verzoeker en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Súdwest Fryslân. De zaak betreft een verzoek om een voorlopige voorziening tegen een aan de verzoeker opgelegde last onder dwangsom met betrekking tot zijn niet-actieve vissersschip, de HA75. De voorzieningenrechter heeft het verzoek afgewezen zonder zitting, omdat het verzoek kennelijk ongegrond is. Dit is mogelijk gemaakt door artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De voorzieningenrechter heeft in zijn beoordeling verwezen naar een eerdere uitspraak van 31 mei 2023, waarin het verzoek van de verzoeker om een voorlopige voorziening ook was afgewezen. In die uitspraak werd geoordeeld dat de verzoeker in overtreding was van artikel 2.2 van de Havenverordening en dat er geen aanknopingspunten waren om deze verordening onverbindend te verklaren. De verzoeker had bezwaar gemaakt tegen het primaire besluit van 13 april 2023, waarin hem werd medegedeeld dat hij een andere ligplaats voor zijn schip moest zoeken en dat het schip binnen zes weken uit de haven van Makkum moest worden verwijderd.
De voorzieningenrechter concludeerde dat er sinds de eerdere uitspraak geen relevante wijziging van omstandigheden had plaatsgevonden en dat de gronden van het verzoek al eerder uitvoerig waren behandeld. Daarom werd het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.