Uitspraak
1.De procedure
- de producties van FrieslandCampina
- de mondelinge behandeling van 25 juli 2023, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt
- de pleitnota van FrieslandCampina.
Rechtbank Noord-Nederland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Nederland op 9 augustus 2023 uitspraak gedaan in een kort geding tussen [A], een werknemer van FrieslandCampina, en zijn werkgever, FrieslandCampina Nederland B.V. [A] heeft verzocht om zijn arbeidsduur te verhogen naar een fulltime dienstverband van 36 uur per week, zodat hij gebruik kan maken van de Regeling voor Vervroegde Uittreding (RVU-regeling) die door FrieslandCampina is ingesteld. [A] is sinds 1979 in dienst bij FrieslandCampina en werkt sinds 2021 parttime vanwege gezondheidsredenen. Hij is van mening dat de afwijzing van zijn verzoek om de arbeidsduur te verhogen, misbruik van bevoegdheid oplevert door de werkgever, omdat hij enkel om financiële redenen gebruik wil maken van de RVU-regeling.
De kantonrechter heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat [A] een spoedeisend belang heeft bij zijn verzoek, maar dat de kans van slagen in een bodemprocedure gering is. De rechter oordeelt dat het verzoek van [A] tot vermeerdering van de arbeidsduur niet kan worden ingewilligd, omdat het verzoek in wezen is gedaan om gebruik te maken van de RVU-regeling en niet uit een oprechte wens om meer te werken. De kantonrechter verwijst naar de parlementaire geschiedenis van de Wet flexibel werken, waaruit blijkt dat misbruik van recht kan worden aangenomen als het verzoek om aanpassing van de arbeidsduur voor andere doeleinden wordt gebruikt dan waarvoor het is bedoeld.
Uiteindelijk heeft de kantonrechter de vorderingen van [A] afgewezen en hem veroordeeld in de proceskosten van FrieslandCampina, vastgesteld op € 793,00. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor werknemers om hun verzoeken om aanpassing van de arbeidsduur goed te onderbouwen, vooral wanneer deze verzoeken verband houden met financiële voordelen.