De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat het ontnemingsbedrag dient te worden gematigd tot een bedrag van € 29.462,-. De raadsman heeft aangevoerd dat de kostenposten betreffende "inboedel, huis en tuin" en "Aankoop gevonden drugs" ter hoogte van respectievelijk € 4.302,- en € 18.909,- op het gevorderde ontnemingsbedrag in mindering dienen te worden gebracht. Immers heeft de veroordeelde niet overeenkomstig de Nibud-maatstaf ter hoogte van € 4.302,- aan de inboedel, het huis en de tuin uitgegeven, aangezien zijn woning een studio zonder tuin betreft en de meubels van verwaarloosbare waarde zijn (gratis verkregen). Daarbij komt dat de veroordeelde heeft verklaard dat hij de verdovende middelen, gewaardeerd op € 18.909,-, op de pof heeft verkregen en dat dat bedrag zou pas worden afgerekend op het moment dat de verdovende middelen van de hand zouden zijn gedaan, hetgeen niet ongebruikelijk is in het drugscircuit.
De veroordeelde is bij vonnis van deze rechtbank van 17 augustus 2023 veroordeeld voor (onder andere) het witwassen van enig geldbedrag, een misdrijf waarvoor een geldboete van de vijfde categorie kan worden opgelegd. Uit vaste jurisprudentie van de Hoge Raad volgt dat vermogensbestanddelen die het voorwerp van het misdrijf ‘witwassen’ vormen, niet reeds daardoor (geheel of ten dele) wederrechtelijk verkregen voordeel zijn. In artikel 36e, derde lid, Sr is echter bepaald dat wederrechtelijk verkregen voordeel ook kan worden ontnomen indien aannemelijk is dat andere strafbare feiten op enigerlei wijze ertoe hebben geleid dat de veroordeelde wederrechtelijk voordeel heeft verkregen. Artikel 36e, derde lid, Sr stelt geen eisen aan de aard of de ernst van deze andere strafbare feiten die tot het voordeel hebben geleid. Bij gebrek aan aantoonbare legale inkomsten en bij gebrek aan enig andersluidende verklaring van de veroordeelde, acht de rechtbank het aannemelijk dat hij zijn uitgaven enkel heeft kunnen doen met geld dat hij door middel van strafbare feiten tot zijn beschikking had. De rechtbank zal het voordeel schatten op grond van het bepaalde in artikel 36e, derde lid, Sr.
Bij de schatting van het wederrechtelijk verkregen voordeel heeft de rechtbank zich gebaseerd op het “Rapport berekening wederrechtelijk verkregen voordeel ex art 36e Wetboek van Strafrecht” van 25 mei 2023 (hierna: het ontnemingsrapport) en in het bijzonder het “Proces-verbaal financieel onderzoek” van 25 mei 2023 (hierna: het financieel onderzoek). De berekeningsmethode van het wederrechtelijk verkregen voordeel richt zich op de contante uitgaven/bestedingen die door de veroordeelde zijn gedaan in relatie tot zijn legale contante inkomsten. Het wederrechtelijk verkregen voordeel in deze zaak is berekend aan de hand van een kasopstelling.
De rechtbank is van oordeel dat het door de veroordeelde wederrechtelijk verkregen voordeel dient te worden geschat op een bedrag van € 29.462,-. De rechtbank ontleent deze schatting aan het ontnemingsrapport, het financieel onderzoek, het "Proces-verbaal van bevindingen" van 22 februari 2023 en het door de verdediging ingenomen standpunt ter terechtzitting. De rechtbank acht het, gelet op voornoemde stukken, aannemelijk dat de veroordeelde gedurende de onderzochte periode in een studio zonder tuin heeft gewoond en dat de in die woning aangetroffen inboedel een geringe waarde vertegenwoordigt. Daarnaast heeft de veroordeelde verklaard dat hij de aangetroffen drugs op de pof heeft verkregen en dat hij de drugs pas zou hoeven te betalen op het moment dat deze van de hand zouden zijn gedaan. Deze verklaring is weliswaar niet verifieerbaar maar nu deze handelswijze in het drugscircuit niet ongebruikelijk is acht de rechtbank deze verklaring ook aannemelijk. Derhalve laat de rechtbank de posten "inboedel, huis en tuin" en "Aankoop gevonden drugs" voor de berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel buiten beschouwing.
Berekening wederrechtelijk verkregen voordeelBron 1: contanten beginsaldo contanten € opname contanten € 19.631 storting contanten € 8.552 eindsaldo contanten € 11.079 -/-
Bron 2: contanten levensonderhoud (= Nibud - bank) kleding € 2.500 inboedel, huis en tuin € huishoudelijk € 15.682 vrije tijd € 6.680 brandstof € vervoer (parkeren, onderhoud, OV) € 2.481
- diverse uitgaven € 802 -/€ 26.541
Bron 3: excessieve contante uitgaven
Aankoop Vw Golf € 14.000
Aankoop gevonden drugs € -
€ 14.000
onverklaarbare contanten € 29.462 (€ 26.541 - € 11.079 + € 14.000)
De rechtbank komt aldus tot het oordeel dat de veroordeelde € 29.462,- voordeel heeft genoten en stelt de betalingsverplichting vast op hetzelfde geldbedrag.