Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van het onder 1. en 3. ten laste gelegde wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van 169 dagen waarvan 90 dagen voorwaardelijk met aftrek van het voorarrest en een proeftijd van twee jaren.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft gepleit voor oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf gelijk aan de tijd die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht eventueel aangevuld met een voorwaardelijke straf.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek ter terechtzitting, het trajectconsult opgemaakt door Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie op 4 januari 2022 en de reclasseringsadviezen opgemaakt door Reclassering Nederland op 2 juni 2023 en 6 juli 2023, het uittreksel uit de justitiële documentatie, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de verdediging.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen. Verdachte heeft zich samen met een ander schuldig gemaakt aan het tot tweemaal toe een ontploffing teweegbrengen op de voetbalvelden van V.V. Lemmer, waardoor er sprake was van gevaar voor goederen. Ook heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan de voorbereiding van dezelfde soort ontploffingen door het opzettelijk vervaardigen of voorhanden hebben van voorwerpen, stoffen en een computer bestemd voor het maken van pijpbommen. Verdachte vervaardigde in het hok bij de woning, waarin zijn gezin verbleef, de pijpbommen. Als explosief gebruikte hij buskruit. Ook dit maakt hij zelf. Via zijn computer heeft hij opgezocht hoe hij de pijpbommen en het buskruit moest vervaardigen.
Verdachte heeft verklaard dat hij met de pijpbommen experimenteerde en dat ze steeds groter en heftiger werden. Uit het dossier blijkt dat de ontploffingen in Lemmer voor veel onrust en gevoelens van onveiligheid hebben gezorgd in Lemmer. Ook heeft de voetbalvereniging door de ontploffingen schade opgelopen aan de tribune. De rechtbank rekent dit verdachte aan.
Dit betreffen ernstige strafbare feiten waarvoor het uitgangspunt een onvoorwaardelijke gevangenisstraf is.
Uit het strafblad blijkt dat verdachte in het verleden eerder voor strafbare feiten is veroordeeld, maar nog niet voor soortgelijke feiten. Hij is voor de onderhavige feiten in voorlopige hechtenis gesteld en deze is op 3 maart 2022 onder voorwaarden geschorst. De voorwaarden hielden onder meer in een klinische opname bij de Forensische Psychiatrische Afdeling van drie maanden en aansluitend een ambulante behandeling via de Geestelijke Gezondheidszorg FOR FACT.
Uit de reclasseringsrapportages blijkt dat verdachte zich met hangen en wurgen aan de voorwaarden heeft gehouden. De ambulante begeleiding is vooral ingezet op praktische zaken. Deze begeleiding is in juni 2023 overgedragen aan Limor in een vrijwillig kader. Limor gaat in eerste instantie meekijken richting een Housing First Traject. De reclassering heeft de indruk dat het vrijwillig contact met Limor het maximaal haalbare is. Daarnaast is verdachte in beeld bij de gemeente wat betreft zijn uitkering en huisvesting en is het gebiedsteam betrokken ten behoeve van afspraken met betrekking tot de situatie rondom zijn gezin. De reclassering vindt dat reclasseringstoezicht nu geen toegevoegde waarde meer heeft en adviseert een straf zonder bijzondere voorwaarden.
De rechtbank neemt het advies van de reclassering over en zal geen bijzondere voorwaarden opleggen. Bij het bepalen van de hoogte van de op te leggen straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de omstandigheden dat verdachte meer dan een jaar in het kader van een schorsing zich aan voorwaarden heeft moeten houden, dat hij in deze periode geen nieuwe strafbare feiten heeft gepleegd, het tijdsverloop en dat hij zich heeft ingespannen om aan zichzelf te werken. De rechtbank acht het van belang dat deze positieve ontwikkeling wordt voortgezet en zal daarom een deel van de straf voorwaardelijk opleggen als een stok achter de deur.
Alles afwegend acht de rechtbank de door de officier van justitie gevorderde straf passend en geboden en zal deze straf opleggen, te weten een gevangenisstraf voor de duur van 169 dagen waarvan 90 dagen voorwaardelijk met aftrek van het voorarrest en een proeftijd van twee jaren.