ECLI:NL:RBNNE:2023:326

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
26 januari 2023
Publicatiedatum
2 februari 2023
Zaaknummer
18/720207-16
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de PIJ-maatregel en opdracht aan reclassering voor voorwaarden bij voorwaardelijke beëindiging

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 26 januari 2023 uitspraak gedaan over de verlenging van de maatregel van plaatsing in een inrichting voor jeugdigen (PIJ-maatregel) van een veroordeelde, geboren in 1997. De officier van justitie had verzocht om een verlenging van zes maanden, maar de rechtbank heeft besloten de maatregel met drie maanden te verlengen. Dit besluit is genomen na een zitting op 12 januari 2023, waar de veroordeelde, zijn raadsman, de officier van justitie en deskundigen aanwezig waren. De rechtbank heeft de adviezen van de deskundigen, waaronder psychologen en psychiaters, in overweging genomen. De deskundigen gaven aan dat de veroordeelde pedagogisch niet meer beïnvloedbaar is, maar dat er nog wel een recidiverisico aanwezig is. De rechtbank oordeelde dat de veiligheid van anderen vereist dat de PIJ-maatregel wordt verlengd, maar dat er ook voorwaarden moeten worden opgesteld voor een voorwaardelijke beëindiging van de maatregel. De rechtbank heeft de reclassering opdracht gegeven om advies uit te brengen over deze voorwaarden, zodat de PIJ-maatregel op termijn kan worden beëindigd. De beslissing is genomen in het belang van de veroordeelde, die begeleiding nodig heeft, en om te waarborgen dat hij niet terugvalt in crimineel gedrag.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Locatie Leeuwarden
parketnummer 18/720207-16
beslissing van de meervoudige kamer van 26 januari 2023 op een vordering van de officier van justitie strekkende tot verlenging van de termijn van de maatregel van plaatsing in een inrichting voor jeugdigen
in de zaak tegen

[veroordeelde],

geboren op [geboortedatum] 1997 te [geboorteplaats],
thans verblijvende [straatnaam], [plaats].

Procesverloop

De officier van justitie heeft schriftelijk gevorderd dat de rechtbank de termijn van de maatregel van plaatsing in een inrichting voor jeugdigen van de veroordeelde zal verlengen met zes maanden.
De behandeling heeft plaatsgevonden op 12 januari 2023, waarbij aanwezig waren de veroordeelde, zijn raadsman mr. D.C. Vlielander, de officier van justitie mr. H.J. Veen en mevrouw M. Luürsen en B. Zuure als deskundigen.
De rechtbank heeft acht geslagen op de stukken, waaronder met name:
  • het door het (plaatsvervangend) hoofd van de inrichting ondertekende rapport met advies van 21 december 2022, van het behandelteam van de inrichting waar de veroordeelde is geplaatst en de aantekeningen omtrent de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van de veroordeelde (de voortgangsverslagen);
  • het psychologisch en psychiatrisch onderzoek Pro Justitia inzake verlenging van de PIJ-maatregel van 22 december 2022, opgemaakt door drs. I.W. Troost (kinder- en jeugdpsychiater) en drs. R.J. Vriend (GZ-psycholoog).

Motivering

De opgelegde maatregel
Bij arrest van 11 oktober 2018 heeft het gerechtshof te Arnhem-Leeuwarden veroordeelde
wegens onder meer het medeplegen van een poging doodslag, een woninginbraak en een
overval op een supermarkt de PIJ-maatregel opgelegd. De maatregel is aangevangen op 7 januari 2019 en is voor het laatst op 17 mei 2022 verlengd met negen maanden.
Het advies van de instelling
In het verlengingsadvies wordt geadviseerd om de PIJ -maatregel te beëindigen. In dit verlengingsadvies is onder meer het volgende aangegeven, zakelijk weergegeven:
Op 4 juli 2022 is veroordeelde met Scholings- en Trainingsprogramma (hierna: STP) gegaan en is hij gaan wonen bij [instelling] in Drachten en volgde daar eveneens dagbesteding. Veroordeelde hield zich gedurende het STP niet altijd aan de afspraken.
Hij overnachtte dan tegen de afspraken in bijvoorbeeld (meerdere nachten) niet bij [instelling], maar bij zijn moeder of vriendin en deed zijn telefoon uit, zodat hij niet bereikbaar was. Er zijn twee time-outs ingezet als gevolg van dit gedrag. Tijdens een time-out zijn meerdere gesprekken gevoerd met veroordeelde om inzicht te krijgen in zijn gedrag en hem andere keuzes te laten maken voor zijn problemen. De ingezette time-outs hebben niet het gewenste effect opgeleverd. Op 6 november 2022 is veroordeelde verhuisd van Drachten naar Leeuwarden. Hier verloopt het goed; veroordeelde houdt zich aan de afspraken en is zelfs vaker in zijn woning aanwezig dan dat is afgesproken. Hij werkt in een fitnessschool en ook dit gaat goed. De instelling stelt dat Trajectum de door haar te leveren ambulante begeleiding van veroordeelde nog onvoldoende oppakt. De samenwerking tussen en [instelling] Trajectum komt moeizaam tot stand. De instelling levert daarom nog de ambulante begeleiding die Trajectum zal moeten gaan leveren.
Het algemene recidiverisico alsmede het risico voor gewelddadig gedrag schat de instelling in als matig. Door de behandelingen die veroordeelde de laatste jaren heeft ondergaan, is zijn pro criminele houding omgebogen naar een meer pro sociale houding. Tegelijkertijd heeft veroordeelde een beperkt cognitief vermogen en beperkte copingvaardigheden. De instelling is echter van mening dat dit, gezien de beperkte pedagogische beïnvloedbaarheid van veroordeelde niet meer middels behandeling in de instelling moet plaatsvinden. De instelling adviseert de PIJ-maatregel voorwaardelijk te beëindigen.
De deskundige B. Zuure, behandelcoördinator, heeft tijdens de zitting van 12 januari 2023 het advies nader toegelicht. Deze toelichting houdt - zakelijk weergegeven - in:
De instelling blijft bij haar standpunt dat de PIJ-maatregel voorwaardelijk beëindigd moet worden. Het traject verloopt moeizaam en veroordeelde houdt zich niet altijd aan de gemaakte afspraken. Het is echter sterk de vraag of de instelling hier nog iets in kan betekenen. Veroordeelde heeft zijn behandelplafond bereikt en zijn gedrag verandert niet door het opleggen van sancties. Het is bekend dat er geen voorwaarden door de reclassering zijn opgesteld.
Het advies van de psychiater en de psycholoog
Uit het Pro Justitia psychiatrisch onderzoek blijkt dat bij veroordeelde sprake is van een licht verstandelijke beperking, een ongespecificeerde persoonlijkheidsstoornis met antisociale trekken en een stoornis in het gebruik van cannabis. De psychiater schat de algemene recidivekans in als hoog.
De verwachting is dat wanneer het kader van de maatregel verdwijnt, veroordeelde meer beïnvloed zal worden door zijn criminele netwerk en dat de kans op criminele handelingen hoog is. Gezien zijn lichamelijke conditie schat de psychiater het recidiverisico op acuut dreigend geweld in als laag.
De psychiater adviseert om de PIJ-maatregel met een periode van drie maanden te verlengen, zodat de laatste zaken, zoals de inzet van begeleiding door Trajectum beter kunnen worden gepositioneerd. In deze begeleiding zal aandacht voor het middelengebruik nodig zijn. Ook is van belang dat contact wordt onderhouden met de medisch specialisten ten aanzien van de pijnklachten ten gevolge van de scoliose.
Veroordeelde is bijna 26 jaar en niet meer pedagogisch beïnvloedbaar, waardoor een langere verlenging van de PIJ-maatregel niet meer opportuun is. Veroordeelde heeft wel begeleiding nodig. Hij kan feitelijk niet zelfstandig functioneren en blijft afhankelijk van een 24-uurs begeleide woonvorm. Alhoewel de psychiater tot de conclusie komt dat er een hoog recidiverisico is, stelt hij eveneens vast dat het recidiverisico binnen de PIJ-maatregel niet meer beïnvloed kan worden. Van belang acht de psychiater dat voor betrokkene een aantal civiele zaken zoals een arbeidsongeschiktheidsuitkering of Wajonguitkering geregeld gaat worden, mede op basis van zijn lichamelijke beperkingen. Waarschijnlijk is alleen een bewindvoerder onvoldoende voor de benodigde ondersteuning wanneer de reclasseringsbegeleiding stopt. Dan is het advies een curator te benoemen.
Uit het Pro Justitia psychologisch onderzoek blijkt dat bij veroordeelde een licht verstandelijke beperking kan worden vastgesteld en dat sprake is van een antisociale persoonlijkheidsstoornis. Ook komt de psycholoog tot de conclusie dat veroordeelde een stoornis heeft ten aanzien van cannabisgebruik. Het klinisch gewogen oordeel over de kans op recidive van algemeen crimineel gedrag is hoog. De kans op gewelddadig gedrag op de langere termijn wordt ingeschat als matig tot hoog, omdat veroordeelde minder agressief reageert en nu een meer vermijdende coping laat zien. Op korte termijn wordt het risico op direct fysiek agressief gedrag ingeschat als laag door de huidige fysieke conditie van veroordeelde. De psycholoog stelt echter ook vast dat het huidig cannabisgebruik het vermogen van veroordeelde om overzicht te houden beïnvloedt. Dit zal de kans op recidive van algemeen gedrag en van gewelddadig gedrag vergroten.
Tegelijkertijd is de psycholoog van oordeel dat de pedagogische bijsturing van de
PIJ-maatregel tot een einde loopt. Veroordeelde heeft laten zien dat hij bij overgangen naar meer vrijheden nog veel bijsturing en begeleiding nodig heeft om pro sociale keuzes te maken. Aangezien hij nog maar net bij [instelling] in Leeuwarden woont, de behandeling door Trajectum nog niet van de grond is gekomen en hij zijn dagbesteding nog niet ten volle benut, adviseert de psycholoog een verlenging van drie maanden om deze zaken nog op de rit te krijgen. Daarna kan veroordeelde tijdens een voorwaardelijke beëindiging laten zien of hij het geleerde kan blijven toepassen in de praktijk. Om dat traject zo positief mogelijk te laten verlopen is het nodig dat veroordeelde naar dagbesteding gaat, duidelijke minder cannabis gebruikt, meewerkt aan urinecontroles en geen criminele contacten of activiteiten aangaat. Hoewel het beter zou zijn als veroordeelde zijn cannabisgebruik geheel zou afbouwen, acht de psycholoog dit niet goed haalbaar gezien de persoonlijkheidsstructuur van veroordeelde en het feit dat zijn PIJ-maatregel al vergevorderd is en dit punt nog niet eerder specifiek werd meegenomen in de behandeling. Om hem te ondersteunen bij de afbouw van cannabis kan het zinvol zijn dat hij onder begeleiding van een arts pijnmedicatie krijgt. Ook kan er overwogen worden of het inzetten van een curator zinvol zou kunnen zijn, zodat die hem kan helpen een uitkering aan te vragen en er meer beïnvloedingsmogelijkheden zijn dan inzetten van een bewindvoerder.
Het advies van de reclassering
De reclassering heeft niet schriftelijk gerapporteerd over veroordeelde, maar ter zitting heeft de deskundige, mevrouw Luürssen, de visie van de reclassering gegeven. Zij adviseert om de PIJ-maatregel te verlengen met zes maanden. Veroordeelde heeft eerst STP gevolgd in Drachten en dit ging niet goed. Er zijn meerdere time-outs geweest, omdat veroordeelde zich niet aan de gemaakte afspraken hield. Inmiddels woont veroordeelde in Leeuwarden en is een voorzichtige positieve ontwikkeling merkbaar, maar het moet stabieler.
De woonvoorziening mist de forensische scherpte en daarvoor heeft de reclassering de instelling nodig op de achtergrond.
Het standpunt van het openbaar ministerie
De officier van justitie heeft gepersisteerd bij zijn vordering tot verlenging van de
PIJ-maatregel met zes maanden. Alhoewel de Pro Justitia rapportage een kortere verlengingstermijn adviseert, is dat praktisch gezien moeilijk haalbaar. Bovendien is volgens beide rapporteurs het recidiverisico op de langere termijn hoog en daarom moet men niet te grote stappen willen zetten.
Het standpunt van de veroordeelde en zijn raadsman
De veroordeelde en zijn raadsman hebben zich verzet tegen een verlenging van de
PIJ-maatregel. De raadsman heeft dit standpunt als volgt toegelicht:
Veroordeelde is uitbehandeld en dit wordt door alle deskundigen bevestigd. De
PIJ-maatregel is vooral van belang in het geval er sprake is van een recidiverisico. Bij veroordeelde wordt door de deskundigen weliswaar een recidiverisico vastgesteld, maar tegelijkertijd ook aangegeven dat dit niet te beïnvloeden is middels de PIJ-maatregel. Ook is onduidelijk waarop dit recidiverisico is gebaseerd. Veroordeelde is gedurende de
PIJ-maatregel niet aangehouden voor nieuwe strafbare feiten, terwijl hij daarvoor wel de gelegenheid heeft gehad. Kortom, veroordeelde heeft zich voldoende bewezen en het wordt tijd om de PIJ-maatregel voorwaardelijk te beëindigen. De reclassering heeft weliswaar niet geadviseerd over de voorwaarden, maar de rechtbank kan zelf bijzondere voorwaarden formuleren. Bovendien kan de PIJ-maatregel ook onder algemene voorwaarden worden beëindigd. Indien de rechtbank de PIJ-maatregel niet voorwaardelijk wil beëindigen, bepleit de raadsman een verlenging van maximaal drie maanden.
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank stelt op grond van de overwegingen in het onderliggende arrest vast dat de
PIJ-maatregel niet in duur beperkt is en dus verlengd kan worden.
Op grond van de inhoud van voormelde adviezen, de door de deskundigen gegeven toelichtingen en hetgeen overigens uit het onderzoek ter zitting naar voren is gekomen, is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen en goederen vereist dat de termijn van de PIJ-maatregel wordt verlengd. Tegelijkertijd is de rechtbank van oordeel dat de PIJ-maatregel niet meer het passende kader is waarin veroordeelde moet worden behandeld, omdat volgens de deskundigen veroordeelde pedagogisch gezien niet meer beïnvloedbaar is. De rechtbank is van oordeel dat de
PIJ-maatregel op korte termijn voorwaardelijk beëindigd moet worden.
Gelet op het aanwezige recidiverisico, dat uit de Pro Justitia rapportages blijkt, is de rechtbank van oordeel dat voordat de PIJ-maatregel voorwaardelijk wordt beëindigd, de voorwaarden duidelijk moeten zijn. Om de reclassering de mogelijkheid te geven voorwaarden op te stellen waaronder de PIJ-maatregel kan worden beëindigd, zal de rechtbank de PIJ-maatregel van de veroordeelde verlengen met drie maanden. De rechtbank wenst voor de volgende zitting door de reclassering te worden geadviseerd over de voorwaarden waaronder de PIJ-maatregel kan worden beëindigd. De rechtbank verzoekt de reclassering de door de psycholoog en psychiater gegeven adviezen, in hun rapporten van 22 december 2022, bij dit advies over de voorwaarden te betrekken.
De rechtbank zal het openbaar ministerie opdracht geven de reclassering op te dragen het advies over de voorwaarden tijdig op te stellen.
De rechtbank heeft gelet op artikel 6:6:31 van het Wetboek van Strafvordering.
Beslissing
De rechtbank verlengt de termijn van de maatregel van plaatsing in een inrichting voor jeugdigen van de veroordeelde met drie maanden.
Geeft opdracht aan het openbaar ministerie om de reclassering Leger des Heils jeugdbescherming en reclassering op te dragen de rechtbank ter gelegenheid van een eventueel opvolgend verzoek ten aanzien van de maatregel van plaatsing in een inrichting voor jeugdigen, te adviseren over de mogelijk te stellen voorwaarden.
Deze beslissing is gegeven door mr. L.M. Praamstra voorzitter, tevens kinderrechter, en mr. W.S. Sikkema en mr. M.J. Dijkstra, rechters, bijgestaan door D.P. Postma-Westerhof, griffier en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 26 januari 2023.
De voorzitter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.