De officier van justitie
De officier van justitie heeft haar conclusie van repliek nader toegelicht en zich op het standpunt gesteld dat het door veroordeelde verkregen wederrechtelijk voordeel
€ 1.654.750,- bedraagt en dat de ontnemingsvordering tot dit bedrag dient te worden toegewezen.
Zij heeft daartoe aangevoerd dat veroordeelde op 15 november 2022 door de rechtbank als medepleger van de aangetroffen hennepkwekerij is veroordeeld. De bewezenverklaarde periode bedroeg 27 maanden. De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld, uitgaande van deze periode, en de inbeslagname van de laatste oogst, dat er 10 oogstopbrengsten zijn geweest.
Zij acht de stelling van veroordeelde dat hij slechts € 4.000 per maand, gedurende die 27 maanden, heeft verdiend voor bewaking en het beheer van het terrein onaannemelijk. Hij wordt namelijk op basis van het dossier in verband gebracht met het regelen van mensen voor de kwekerij en het aanschaffen van een aggregaat. Nu een andere aannemelijke verklaring van veroordeelde over het door hem verdiende geld ontbreekt, is het Openbaar Ministerie van mening dat het bedrag aan wederrechtelijk verkregen voordeel in de bewezenverklaarde periode pondspondsgewijs aan de veroordeelde moet worden toegerekend.
Berekeningswijze Openbaar Ministerie
De totale opbrengst van de kwekerij tijdens de bewezenverklaarde periode bedraagt (10 oogsten x 128 kilo) = 1.280 kilo. Voor de opbrengst wordt in de rapportage uitgegaan van de opbrengst per kilo zoals verwoord in het BOOM-rapport, te weten € 4.070,- euro per kilo, nu tot op heden niet duidelijk is geworden wat de opbrengst daadwerkelijk is geweest. De totale opbrengst bedraagt: 1.280 x 4.070 = € 5.209.600,
kosten
Voor de berekening van de kosten wordt uitgegaan van de normbedragen uit het BOOM-rapport.
Voor de stekken betekent dit een kostprijs van €3,81 per stek. Uitgaande van 1500 stekken per
oogst: 10 x 1.500 x 3,81 = € 57.150, -
Voor wat betreft de variabele kosten wordt uitgegaan van een kostenpost van € 3,88 per plant per oogst: 10 x 1.500 x 3,88 € 58.200,-
Knipkosten planten, 2 euro per plant, dus (1.500 x 2 x 10) = € 30.000,-
Kosten opbouw kwekerij, volgens opgemaakt deskundigenrapport, € 100.000,-
De totale kosten bedragen: € 245.350,-
Totaal wederrechtelijk verkregen voordeel bedraagt:
€ 5.209.600,- minus € 245.350,-
= €4.964.250,-
Uitgaande van een ponds-ponds gewijze verdeling over drie daders, betekent dit dat de vordering ten aanzien van veroordeelde voor een bedrag van :
€ 1.654.750,-kan worden toegewezen.
De verdediging
De raadsman heeft zijn conclusie van antwoord nader toegelicht en zich op het standpunt gesteld dat het wederrechtelijk verkregen voordeel nooit meer kan bedragen dan € 108.000,-.
Hij heeft daartoe aangevoerd dat veroordeelde bij vonnis d.d. 15 november 2022 is veroordeeld voor onder andere feit 2 - het medeplegen van de exploitatie van een hennepkwekerij - voor de periode 1 maart 2019 t/m 17 juni 2021 (zijnde 27 maanden). Blijkens de inhoud van het ontnemingsrapport is uit dit feit het wederrechtelijk voordeel verkregen. Relevant is dat de rechtbank expliciet heeft overwogen dat veroordeeldes taak was - om tegen betaling - naast de bewoning van het pand, de kwekerij te bewaken en ongeregeldheden te melden aan anderen. De verklaring van veroordeelde, waaruit onder meer volgt dat hij voor zijn werkzaamheden per maand een vergoeding (van
€ 4.000,-) kreeg, is voor het bewijs gebezigd. Uit vaste jurisprudentie volgt dat de rechter die over een vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel moet oordelen, gebonden is aan het oordeel van de rechter in de hoofdzaak.
Bewijsmiddelen
De rechtbank baseert de schatting van het wederrechtelijk verkregen voordeel op de volgende bewijsmiddelen: