In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Noord-Nederland het beroep van eiser, een eigenaar van een perceel in Onderdendam, tegen de weigering van een omgevingsvergunning voor een uitweg. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Het Hogeland heeft op 22 november 2021 de aanvraag van eiser voor een uitweg geweigerd, en dit besluit is in een later stadium bevestigd na bezwaar. De rechtbank heeft het beroep op 26 april 2023 behandeld, waarbij eiser en de gemachtigden van het college en Gedeputeerde Staten aanwezig waren.
De rechtbank concludeert dat het college in redelijkheid tot de weigering van de omgevingsvergunning heeft kunnen komen. De rechtbank overweegt dat de uitweg, die door eiser is aangelegd, breder is dan de toegestane 4,5 meter, wat volgens de Regeling uitwegen provincie Groningen niet is toegestaan. Eiser betoogt dat de uitweg veiliger is voor post- en pakketbezorgers, maar de rechtbank oordeelt dat de breedte van de uitweg potentieel veiligheidsconflicten kan opleveren. Het college heeft de adviezen van Gedeputeerde Staten overgenomen en voldoende onderbouwd dat de verkeersveiligheid gewaarborgd kan worden met een smalle uitweg.
Daarnaast heeft de rechtbank het beroep van eiser op het vertrouwensbeginsel en het gelijkheidsbeginsel verworpen. Eiser heeft niet aangetoond dat er concrete toezeggingen zijn gedaan door het college of Gedeputeerde Staten, en de rechtbank oordeelt dat er geen sprake is van ongelijke behandeling ten opzichte van andere percelen. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, waardoor het bestreden besluit in stand blijft en eiser het griffierecht niet terugkrijgt.