Uitspraak
RECHTBANK Noord-Nederland
1.[A] ,
[B] ,
[C] ,
[D] ,
Rechtbank Noord-Nederland
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Noord-Nederland op 26 juli 2023, gaat het om een geschil tussen de erfgenamen van de heer [V] en gedaagde, die als executeur van de nalatenschap optrad. De erfgenamen, bestaande uit [A], [B], [C] en [W], vorderen dat gedaagde aansprakelijk wordt gesteld voor de schade die de nalatenschap heeft geleden door onrechtmatig handelen. Gedaagde heeft in haar hoedanigheid als executeur aandelen van de onderneming [X] aan zichzelf verkocht voor een bedrag van € 958,00, terwijl de waarde van deze aandelen op € 172.618,00 werd geschat. De erfgenamen stellen dat gedaagde onrechtmatig heeft gehandeld door de aandelen voor een te laag bedrag te verkopen en niet de juiste procedure te volgen voor de afwikkeling van de nalatenschap.
De rechtbank oordeelt dat gedaagde ten onrechte als executeur heeft opgetreden, omdat de nalatenschap niet voldoende middelen had om alle schulden te voldoen. Hierdoor was gedaagde niet bevoegd om de aandelen te verkopen. De rechtbank verklaart dat de overdracht van de aandelen ongeldig is en dat deze nog steeds tot de nalatenschap behoren. Gedaagde wordt aansprakelijk gesteld voor haar onrechtmatige daad jegens de nalatenschap, maar de rechtbank wijst de vordering tot schadevergoeding af, omdat de nalatenschap geen schade heeft geleden door de ongeldigverklaring van de overdracht.
De rechtbank veroordeelt gedaagde in de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 7.098,39. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. J.E. Biesma.