ECLI:NL:RBNNE:2023:3065

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
24 juli 2023
Publicatiedatum
25 juli 2023
Zaaknummer
185919 en 187739
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Einde van de benoeming van bijzondere curatoren door meerderjarigheid van een minderjarige

In deze zaak heeft de kinderrechter op 24 juli 2023 uitspraak gedaan over de benoeming van bijzondere curatoren voor een minderjarige, die op het punt staat meerderjarig te worden. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de taak van de bijzondere curatoren, mevrouw M.R. Rauwerda en mevrouw R. Meinema, van rechtswege eindigt op de 18e verjaardag van de minderjarige. De bijzondere curatoren zijn aangesteld om de belangen van de minderjarige te behartigen en hebben in hun rapportages aangegeven dat er overeenstemming is bereikt over het toekomstperspectief van de minderjarige. De kinderrechter heeft de betrokkenen geprezen voor hun inzet en de positieve ontwikkelingen die zijn gerealiseerd. De minderjarige heeft behoefte aan begeleiding en ondersteuning, ook na zijn meerderjarigheid, en er zijn plannen gemaakt voor een geschikte woonvorm en mentorschap. De kinderrechter heeft het belang van een warme overdracht naar de gemeente benadrukt, zodat de minderjarige goed begeleid kan worden in zijn verdere ontwikkeling. De beschikking is openbaar uitgesproken en er is een mogelijkheid tot hoger beroep.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Familie- en Jeugdrecht
Locatie Leeuwarden
Zaaknummer: C/17/185919 / JE RK 22-741 en C/17/187739 / FA RK 23-136
Datum uitspraak: 24 juli 2023
Beschikking benoeming bijzondere curator
inzake de minderjarige
[minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2005 te [geboorteplaats] ,
hierna te noemen: [minderjarige] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:
[de moeder],
hierna te noemen: de moeder,
wonende op een bij de rechtbank bekend adres,
[naam] en [naam],
hierna te noemen: de gezinshuisouders,
wonende op een bij de rechtbank bekend adres,
William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering,
gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen: de gecertificeerde instelling (de GI),
mr. M.R. Rauwerda,
hierna te noemen: bijzondere curator,
kantoorhoudende te Leeuwarden,
mevrouw R. Meinema,
hierna te noemen: bijzondere curator,
kantoorhoudende te Leeuwarden.

1.Het verdere procesverloop

Ten aanzien van zaaknummer C/17/185919 / JE RK 22-741
1.1.
Bij beschikking van 28 oktober 2022 heeft de kinderrechter mevrouw Rauwerda als bijzondere curator aangesteld en haar opdracht gegeven om samen met [minderjarige] zijn (woon)perspectief nader te onderzoeken en te onderzoeken of, en zo ja, welke juridische maatregelen nadat [minderjarige] 18 wordt, nodig zijn. De kinderrechter heeft mevrouw Rauwerda opgedragen om uiterlijk 3 januari 2023 schriftelijke verslag te doen over de voortgang van haar werkzaamheden en heeft de behandeling op het verzoek voor het overige aangehouden tot een nadere zitting.
1.2.
Op de mondelinge behandeling van 20 januari 2023 bleek dat mevrouw Rauwerda nog onvoldoende geïnformeerd was om een standpunt in te nemen over [minderjarige] 's perspectief waardoor haar taak als bijzondere curator nog niet was afgerond. De kinderrechter heeft daarom bij beschikking van 26 januari 2023 mevrouw Rauwerda opgedragen om uiterlijk 20 juni 2023 schriftelijk verslag te doen over de voortgang van haar werkzaamheden en heeft de zaak wederom aangehouden naar een nadere zitting met gesloten deuren.
Ten aanzien van zaaknummer C/17/187739 / FA RK 23-136
1.3.
Bij een aparte beschikking van 26 januari 2023 heeft de kinderrechter ambtshalve mevrouw Meinema aangesteld als bijzondere curator voor [minderjarige] om de belangen van [minderjarige] te behartigen bij zijn zoektocht naar de waarheid en zijn loyaliteitsproblematiek en waarbij zij optreedt als vertrouwenspersoon voor [minderjarige] . De kinderrechter heeft mevrouw Meinema opgedragen om eveneens uiterlijk 20 juni 2023 schriftelijk verslag te doen over de voortgang van haar werkzaamheden en heeft de zaak verwezen tot een nadere zitting met gesloten deuren.
Ten aanzien van beide zaken
1.4.
Na 26 januari 2023 heeft de kinderrechter kennisgenomen van de volgende stukken:
- het schrijven van mevrouw Meinema van 6 juni 2023 met de voortgang van haar werkzaamheden, ingekomen bij de griffie op 8 juni 2023;
- het psychologisch onderzoek van [minderjarige] van juni 2023, ingekomen bij de griffie op 13 juli 2023;
- het schrijven van mevrouw Rauwerda van 14 juli 2023 met de voortgang van haar werkzaamheden, ingekomen bij de griffie op 17 juli 2023.
1.5.
Op 18 juli 2023 heeft de kinderrechter de zaken gezamenlijk tijdens de mondelinge behandeling met gesloten deuren behandeld. Verschenen en gehoord zijn:
- de moeder;
- [naam] , namens de GI;
- de bijzondere curatoren.
1.6.
[minderjarige] en de gezinshuisouders zijn op de juiste wijze opgeroepen, maar zijn beiden niet ter zitting verschenen.

2.De feiten

2.1.
Voor de vaststaande feiten verwijst de kinderrechter naar de beschikking(en) van 26 januari 2023.

3.De beoordeling

3.1.
Zoals kort onder punt 1.1. en 1.3. is weergegeven heeft de kinderrechter de bijzondere curatoren de opdracht gegeven om
1)de belangen van [minderjarige] te behartigen bij zijn zoektocht naar de waarheid en zijn loyaliteitsproblematiek waarbij de bijzondere curator beschikbaar is als vertrouwenspersoon en regie dient te nemen bij de beslissing of, en zo ja, hoe het strafdossier van de ouders met [minderjarige] wordt gedeeld, en
2)[minderjarige] 's (woon)perspectief te onderzoeken en daarbij tevens te onderzoeken of, en zo ja, welke juridische maatregelen na zijn 18e verjaardag nodig zijn.
Ten aanzien van punt 1 (aanstelling van mevrouw Meinema als bijzondere curator) met zaaknummer C/17/187739 / FA RK 23-136
3.2.
Mevrouw Meinema heeft in haar verslag en ter zitting aangegeven de afgelopen periode zich te hebben ingezet om met de ouders en [minderjarige] gezamenlijk een bemiddelingsgesprek aan te gaan, maar dit gesprek heeft uiteindelijk helaas nooit plaatsgevonden vanwege toenemende strijd en conflicten tussen de ouders. De bijzondere curator heeft wel met de ouders elk afzonderlijk gesproken en zij zijn met elkaar overeengekomen dat zij zich tot het uiterste inspannen om het verleden te laten rusten en het strafdossier van de ouders niet met [minderjarige] te zullen delen omdat zij hem hiermee niet willen belasten. Dit zal alleen maar kunnen leiden tot het herleven van oude conflicten en dit is niet in het belang van [minderjarige] . De afgelopen periode is duidelijk geworden dat de loyaliteitsproblematiek van [minderjarige] erg diep zit en dat hij hiermee erg worstelt. [minderjarige] heeft veel meegemaakt in zijn leven en heeft nog onvoldoende mogelijkheden om adequaat om te gaan met gevoelens van teleurstelling en verdriet. Zijn beïnvloedbaarheid en kwetsbaarheid in het contact met zijn ouders blijft nog een struikelblok. [minderjarige] stond tot op heden helaas niet open voor (in de ogen van de bijzondere curator noodzakelijke) traumabehandeling en zij hoopt dan ook dat het [minderjarige] in de toekomst wel lukt om dit aan te gaan. [minderjarige] heeft aangegeven heel graag zijn eigen leven te willen leiden, maar daarbij blijft ondersteuning nodig. De bijzondere curator is voornemens om - mede gelet op het feit dat [minderjarige] bijna 18 is - haar werkzaamheden af te ronden en de zaak af te sluiten. De kinderrechter stelt dan ook vast dat de taak van mevrouw Meinema als bijzondere curator op [datum] 2023 (op [minderjarige] 's 18e verjaardag) van rechtswege eindigt. De komende tijd kan ze nog benutten om dit richting [minderjarige] te communiceren.
Ten aanzien van punt 2 (aanstelling van mevrouw Rauwerda als bijzondere curator) met zaaknummer C/17/185919 / JE RK 22-741
3.3.
Mevrouw Rauwerda heeft ter zitting aangegeven dat een psychologisch onderzoek bij [minderjarige] noodzakelijk was om verdere vervolgstappen te kunnen maken, omdat de betrokkenen niet allemaal op één lijn zaten over wat er in de toekomst moet gebeuren met [minderjarige] . Na lang wachten zijn de resultaten van het psychologisch onderzoek vorige week binnengekomen. Dit heeft veel helderheid gegeven over wat [minderjarige] nodig heeft, welke vervolgplek voor [minderjarige] het meest geschikt is en welke (juridische) maatregelen genomen dienen te worden op het moment [minderjarige] meerderjarig wordt. Uit het psychologisch onderzoek is naar voren gekomen dat het belangrijk is dat voor [minderjarige] verlengde Jeugdwet wordt aangevraagd en hij de medicatie (weer) gaat innemen om de scherpe kanten van zijn heftige emoties te verminderen. Ook is het van belang dat er gewerkt wordt naar een zelfstandige, maar wel begeleide, woonvorm en dat [minderjarige] verdere begeleiding krijgt bij emotieregulatie en het versterken van copingsvaardigheden. [minderjarige] kan zich vinden in de resultaten van het onderzoek en is inmiddels ook weer gestart met de medicatie waardoor het al beter lijkt te gaan met hem. [minderjarige] heeft verder aangegeven toe te zijn aan een volgende stap in zijn leven (te weten zelfstandig wonen) en er is inmiddels een geschikte vervolgplek voor [minderjarige] gevonden, waar gisteren definitief groen licht voor is gegeven. [minderjarige] kan naar verwachting begin volgend jaar terecht in een nieuw appartement binnen een gezinshuis in [plaats] , waar [minderjarige] zelfstandig en onder begeleiding kan gaan wonen. Zowel [minderjarige] als de moeder zijn erg enthousiast over deze plek en hebben hier een goed gevoel bij. Een voorwaarde voor deze plaatsing is dat voor [minderjarige] verlengde Jeugdwet en mentorschap wordt aangevraagd.
3.4.
De bijzondere curator vindt het van belang dat er een mentor gaat komen voor [minderjarige] die hem ook na zijn 18e kan helpen en ondersteunen. In het verleden is immers gebleken dat [minderjarige] niet altijd terug kan vallen op de betrokken volwassen in zijn leven. Ter zitting is duidelijk geworden dat [minderjarige] 's tante bereid is om deze rol op zich te nemen en alle betrokkenen zijn het erover eens dat [minderjarige] 's tante hier de geschikte persoon voor is. [minderjarige] heeft altijd al een goede band gehad met zijn tante en het is belangrijk dat een bekende hechtingsfiguur deze rol op zich neemt en niet een onafhankelijk derde, omdat [minderjarige] al vaak teleurgesteld is door verschillende volwassenen in zijn leven. De bijzondere curator zal nog voor de meerderjarigheid van [minderjarige] een verzoek tot mentorschap namens [minderjarige] indienen bij de rechtbank. Aangezien het aanvragen van het mentorschap enkele maanden in beslag kan nemen, heeft de bijzondere curator te kennen gegeven ook nadat [minderjarige] 18 is geworden betrokken te blijven, uiteraard niet meer in haar hoedanigheid als bijzondere curator omdat die taak van rechtswege eindigt, maar als 'gewoon persoon', die zich betrokken voelt op het leven van [minderjarige] . De bijzondere curator vindt het namelijk belangrijk dat (onder andere) het mentorschap geregeld wordt en daarmee ook de plaatsing bij [plaats] gerealiseerd kan worden.
3.5.
De kinderrechter heeft verder van de GI begrepen dat zodra [minderjarige] 18 wordt, de betrokkenheid van de GI daarmee vanzelfsprekend ten einde komt en dat er een warme overdracht zal plaatsvinden naar de [gemeente] die goed op de hoogte is van alle ontwikkelingen rondom [minderjarige] . Daarbij zal een jeugdconsulent aangesteld worden voor [minderjarige] . Totdat de plaatsing van [minderjarige] in [plaats] gerealiseerd is, kan [minderjarige] binnen het huidige gezinshuis verblijven. Positief is dat de gezinshuishouders erg betrokken zijn bij de situatie en [minderjarige] verder zullen helpen en begeleiden bij keuzes in zijn leven op diverse leefgebieden tot aan de periode van de verhuizing.
3.6.
De kinderrechter is van oordeel dat, hoewel er nog zorgen blijven bestaan over [minderjarige] en diens kwetsbaarheid, het positief is dat alle neuzen voor wat betreft het perspectief van [minderjarige] en de te nemen stappen dezelfde kant op staan. Daarbij verdient de moeder complimenten voor de stijgende lijn die zij heeft doorgemaakt voor wat betreft haar neutrale positie en meewerkende houding in deze. De kinderrechter ziet dat de betrokkenen zich de afgelopen periode hard hebben ingezet voor [minderjarige] waardoor er mooie ontwikkelingen en plannen zijn gemaakt. De kinderrechter hoopt dat deze mooie plannen gerealiseerd kunnen worden en heeft daar vertrouwen in, gelet op de warme overdracht die zal gaan plaatsvinden naar de gemeente en vindt de (voorlopig nog) blijvende betrokkenheid van mevrouw Rauwerda van grote waarde voor [minderjarige] .

4.De beslissing

De kinderrechter:
4.1.
stelt vast dat de taak van de bijzondere curatoren van mevrouw M.R. Rauwerda en mevrouw R. Meinema van rechtswege zal eindigen op het moment dat [minderjarige] meerderjarig wordt, te weten op [datum] 2023.
Deze beschikking is gegeven door mr. J. Teertstra, kinderrechter, bijgestaan door mr. Y. Bos, als griffier en in het openbaar uitgesproken op 24 juli 2023.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Arnhem-Leeuwarden.