Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
[verdachte] ,
Tenlastelegging
- ( onverhoeds) los trekken van het BH-bandje, en/of
- ( onverhoeds) uittrekken/naar beneden trekken van de broek en/of string, en/of
- ( onverhoeds) betasten van de billen, en/of borsten, en/of
- ( onverhoeds) knijpen in de borsten, en/of
- ( onverhoeds) kussen van de borsten en/of het borstbeen, en/of
- ( onverhoeds) kussen op de mond,van die [slachtoffer] .
Beoordeling van het bewijs
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 9 januari 2021,opgenomen op pagina 8 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer 2021008020 d.d. 22 maart 2022, inhoudend als verklaring van [slachtoffer] :
de rechtbank begrijpt:
8 januari 2021) bij mijn vriend. (…). Ik ben toen naar het huis van [verdachte] gegaan. (…). Ik zei dat ik droge huid had. Hij zei: Ik gebruik dit altijd en hij pakt Zwitsal huidolie uit de badkamer en gaf het me. Toen wij weer beneden waren zei hij dat hij het wel voor zou doen met die olie. Hij deed mijn shirt aan de achterkant omhoog tot mijn bh-bandje en hij zei dat ik mijn shirt vast moest houden. Ik hield mijn shirt aan de voorkant vast zodat hij mijn rug kon insmeren met de olie. Hij wreef mijn rug in en zei dat ik de olie wel mee kon nemen dan kon mijn vriend het bij me doen. Zijn moeder was daarbij. (…).
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 29 maart 2021,opgenomen op pagina 17 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [getuige 1] :
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 15 maart 2022,opgenomen op pagina 23 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [getuige 2] :
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 9 januari 2021,opgenomen op pagina 16 van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [naam 1] :
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 15 maart
Bewezenverklaring
- ( onverhoeds) los trekken van het BH-bandje, en
- ( onverhoeds) uittrekken/naar beneden trekken van de broek en string, en
- ( onverhoeds) betasten van de billen en borsten, en
- ( onverhoeds) knijpen in de borsten, en
- ( onverhoeds) kussen van de borsten en het borstbeen, en
- ( onverhoeds) kussen op de mond,van die [slachtoffer] .
Strafbaarheid van verdachte
Strafmotivering
Benadeelde partij
Toepassing van wetsartikelen
Uitspraak
De rechtbank
een gevangenisstraf voor de duur van 5 maanden.
een gedeelte, groot 3 maanden, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond, dat de veroordeelde voor het einde van of gedurende de proeftijd, die hierbij wordt vastgesteld op 2 jaren, de hierna te noemen voorwaarden niet heeft nageleefd.
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen vaneen of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van hetWetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen.
[slachtoffer]te betalen:
- het bedrag van € 1.870,27 (zegge: duizend achthonderdzeventig euro en zevenentwintig eurocent);
- de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 9 januari 2021 tot de dag van algehele voldoening;
- de proceskosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerleggingvan deze uitspraak alsnog zal maken, tot heden begroot op nihil.
[slachtoffer]voor het overige niet-ontvankelijk. Dit deel van de vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
[slachtoffer]aan de Staat te betalen een bedrag van € 1.870,27 (zegge: duizend achthonderdzeventig euro en zevenentwintig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 9 januari 2021 tot de dag van algehele voldoening. Dit bedrag bestaat uit € 870,27 aan materiële schade en € 1.000,- aan immateriële schade.