Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 25 juli 2023 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte
[verdachte] ,
Tenlastelegging
- die [slachtoffer 1] (al rijdend in een scootmobiel) heeft/hebben aangereden, en/of
- die [slachtoffer 1] met de auto (over een afstand van enkele meters) heeft/hebben voortgeduwd,en/of
- die [slachtoffer 1] tegen andere voertuigen heeft/hebben aangeduwd en/of laten botsen en/of
- die [slachtoffer 1] (door voornoemde handelingen) uit de scootmobiel heeft/hebben gereden,(waarbij hij en/of zijn mededaders zijn doorgereden en die [slachtoffer 1] vervolgens hulpeloos op straat hebben achter gelaten), terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
- die [slachtoffer 1] (al rijdend in een scootmobiel) aan te rijden, en/of
- die [slachtoffer 1] met de auto (over een afstand van enkele meters) voort te duwen, en/of
- die [slachtoffer 1] tegen andere voertuigen aan te duwen en/of heeft laten botsen en/of
- die [slachtoffer 1] (door voornoemde handelingen) uit de scootmobiel te rijden, (waarbij hij en/of zijnmededaders zijn doorgereden en die [slachtoffer 1] vervolgens hulpeloos op straat hebben achter gelaten);
- die [slachtoffer 1] (al rijdend in een scootmobiel) heeft/hebben aangereden, en/of
- die [slachtoffer 1] met de auto heeft/hebben voortgeduwd, en/of
- die [slachtoffer 1] tegen andere voertuigen heeft/hebben aangeduwd en/of laten botsen en/of
- die [slachtoffer 1] (door voornoemde handelingen) uit de scootmobiel heeft/hebben gereden,(waarbij hij en/of zijn mededaders zijn doorgereden en die [slachtoffer 1] vervolgens hulpeloos op straat hebben achter gelaten), terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
Beoordeling van het bewijs
De door verdachte ter zitting van 8 maart 2023 afgelegde verklaring, voor zover inhoudend:
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 4 maart 2022,opgenomen op pagina 20 en 21 van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 22 maart 2022,opgenomen op pagina 38 en 39 van voornoemd dossier, inhoudend als relateringen van verbalisanten [naam 1] en [naam 2] :
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 20 maart 2022,opgenomen op pagina 80 en 81 van voornoemd dossier, inhoudend als relatering van verbalisant [naam 3] :
BVH 2022039861 Diefstal fiets:
BVH 2022051452 Autobrand:
5. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 11 april 2022, opgenomen op pagina 86 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relatering van verbalisant [naam 4] :
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 22 maart 2022,opgenomen op pagina 148 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relatering van verbalisant [naam 3] :
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor getuige, opgemaakt enondertekend door de rechter-commissaris en de griffier, inhoudende de verklaring van [getuige 3] op 30 mei 2023:
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor getuige, opgemaakt enondertekend door de rechter-commissaris en de griffier, inhoudende de verklaring van [getuige 2] op 30 mei 2023:
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor getuige, opgemaakt enondertekend door de rechter-commissaris en de griffier, inhoudende de verklaring van [getuige 1] op 6 juli 2023:
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 4 april 2022,opgenomen op pagina 124 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [getuige 1] :
11. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 10 oktober 2022, toegevoegd voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [getuige 4] :
Bewijsoverweging
Nadere bewijsoverweging
Bewezenverklaring
- die [slachtoffer 1] al rijdend in een scootmobiel heeft aangereden, en
- die [slachtoffer 1] met de auto over een afstand van enkele meters heeft voortgeduwd, en
- die [slachtoffer 1] tegen andere voertuigen heeft aangeduwd en laten botsen en
- die [slachtoffer 1] door voornoemde handelingen uit de scootmobiel heeft gereden, waarbij hij isdoorgereden en die [slachtoffer 1] vervolgens hulpeloos op straat heeft achter gelaten, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde Het bewezen verklaarde levert op:
parketnummer 18/248150-22
primair. poging tot doodslag;
Strafbaarheid van verdachte
Benadeelde partijen
Toepassing van wetsartikelen
Uitspraak
De rechtbank
een gevangenisstraf voor de duur van 5 jaren.
de maatregel strekkende tot gedragsbeïnvloeding of vrijheidsbeperkingals bedoeld in artikel 38z van het Wetboek van Strafrecht.
Benadeelde partijen
[slachtoffer 1]toe tot het hierna te noemen bedrag en veroordeelt verdachte om aan
[slachtoffer 1]te betalen:
- het bedrag van € 23.311,- (zegge: drieëntwintigduizend driehonderdelf euro);
- de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 27 februari 2022 tot de dag van algehele voldoening;
- de proceskosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerleggingvan deze uitspraak alsnog zal maken, tot heden begroot op nihil.
[slachtoffer 1]aan de Staat te betalen een bedrag van € 23.311,- (zegge: drieëntwintigduizend driehonderdelf euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 27 februari 2022 tot de dag van algehele voldoening. Dit bedrag bestaat uit € 3.311,- aan materiële schade en € 20.000,- aan immateriële schade.
[slachtoffer 3]toe tot het hierna te noemen bedrag en veroordeelt verdachte hoofdelijk, aldus dat als een mededader betaalt, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd, om aan
[slachtoffer 3]te betalen:
- het bedrag van € 5.485,- (zegge: vijfduizend vierhonderdvijfentachtig euro);
- de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 20 november 2021 tot de dag van algehele voldoening;
- de proceskosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerleggingvan deze uitspraak alsnog zal maken, tot heden begroot op nihil.
[slachtoffer 3]aan de Staat te betalen een bedrag van € 5.485,- (zegge: vijfduizend vierhonderdvijfentachtig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 20 november 2021 tot de dag van algehele voldoening. Dit bedrag bestaat uit € 485,- aan materiële schade en € 5.000,- aan immateriële schade.