Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van het primair ten laste gelegde zal worden veroordeeld tot een taakstraf voor de duur van 120 uren en een ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de duur van 6 maanden.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte, de inhoud van het de verdachte betreffende uittreksel justitiële documentatie van 12 september 2022 waaruit blijkt dat verdachte niet eerder ter zake van soortgelijke feiten met politie en justitie in aanraking is gekomen, alsmede de vordering van de officier van justitie.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich als bestuurder van een auto schuldig gemaakt aan het veroorzaken van een verkeersongeval, waarbij zij aanmerkelijk onvoorzichtig en onoplettend heeft gehandeld. Zij is een kruising opgereden terwijl zij bezig was met haar autoradio en heeft daarbij een verkeerslicht dat rood licht uitstraalde, genegeerd. Als gevolg hiervan heeft zij een motorrijder aangereden, die daardoor zwaar lichamelijk letsel heeft opgelopen.
Uit het ter terechtzitting uitgeoefende spreekrecht blijkt dat het leven van het slachtoffer sinds het ongeval op zijn kop staat, zowel privé als zakelijk. Het slachtoffer wordt nog dagelijks met de gevolgen van het ongeval geconfronteerd en kan tot op heden nog steeds niet werken noch zijn hobby’s uitoefenen. Het is nog maar de vraag of het slachtoffer de beweging in zijn schouder (volledig) terug zal krijgen.
Voorts heeft het slachtoffer ter terechtzitting laten weten dat verdachte na het ongeval in het geheel geen contact met hem heeft opgenomen en dat dit extra leed heeft toegevoegd omdat aldus bij hem de indruk is ontstaan dat het verdachte allemaal niets kan schelen.
De rechtbank voegt hieraan toe dat verdachte ook niet ter terechtzitting is verschenen, nota bene zonder enig bericht omtrent haar afwezigheid. De rechtbank begrijpt goed dat het niet ter terechtzitting verschijnen door verdachte, voor het slachtoffer zeer teleurstellend is geweest omdat hij het spreekrecht wilde uitoefenen met name om aan verdachte te laten weten, welke gevolgen het verkeersongeval voor hem heeft gehad en nog steeds heeft, en hoezeer het feit dat verdachte na het verkeersongeval geen contact met hem heeft opgenomen, hem dwarszit.
De rechtbank rekent dit alles verdachte aan.
Op grond van de door de rechtbank gehanteerde landelijke oriëntatiepunten voor straftoemeting is een taakstraf van 120 uren en een ontzegging van de rijbevoegdheid van 6 maanden het uitgangspunt voor het veroorzaken van een verkeersongeval door schuld waarbij het slachtoffer zwaar lichamelijk letsel heeft opgelopen.
De straf
Gelet op bovenstaande, in het bijzonder de aard en ernst van het bewezenverklaarde feit, de gevolgen hiervan voor het slachtoffer en gelet op de straffen in soortgelijke zaken, acht de rechtbank een taakstraf voor de duur van 120 uren en een ontzegging van de rijbevoegdheid van 6 maanden, passend en geboden.