Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.1. Procesverloop
2.2. Beoordeling
3.Beslissing
mr. H.J. Bastin.
Rechtbank Noord-Nederland
Op 3 juli 2023 heeft de meervoudige kamer van de Rechtbank Noord-Nederland, zittingsplaats Leeuwarden, uitspraak gedaan op een verzoek tot wraking van mr. H.J. Bastin door verzoeker, die betrokken is in een lopende bestuursrechtelijke procedure. Deze procedure betreft een verzoek om rectificatie van politiegegevens, waarbij de korpschef van de politie een verzoek tot beperking van de kennisname van bepaalde processtukken heeft ingediend. Mr. H.J. Bastin heeft op 15 mei 2023 dit verzoek ingewilligd, wat aanleiding gaf tot het wrakingsverzoek van verzoeker op 21 juni 2023. Verzoeker stelde dat hij niet in de gelegenheid was gesteld om te reageren op het verzoek van de korpschef, waardoor hij meende dat de schijn van partijdigheid was ontstaan.
De wrakingskamer heeft in haar beoordeling vastgesteld dat de rechter op grond van zijn aanstelling vermoed wordt onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die dit tegenspreken. De wrakingskamer oordeelde dat de argumenten van verzoeker niet voldoende waren om aan te nemen dat mr. Bastin vooringenomen was. Het feit dat verzoeker niet de gelegenheid heeft gekregen om te reageren op het verzoek tot beperking van de kennisname, werd als ongelukkig beschouwd, maar niet als voldoende bewijs voor partijdigheid. Aangezien mr. Bastin niet betrokken zal zijn bij de inhoudelijke behandeling van de zaak, werd het wrakingsverzoek niet-ontvankelijk verklaard.
De rechtbank heeft vervolgens besloten dat de procedure met het oorspronkelijke zaaknummer voortgezet zal worden in de stand waarin deze zich bevond ten tijde van het indienen van het wrakingsverzoek. De beslissing is openbaar uitgesproken op 3 juli 2023.