Op 22 juni 2023 heeft de meervoudige wrakingskamer van de Rechtbank Noord-Nederland een beslissing genomen op het wrakingsverzoek van verzoekster, die zich onheus bejegend voelde door mr. M.C. Groenewegen, de rechter in haar zaak. Het wrakingsverzoek was ingediend naar aanleiding van een telefonische hoorzitting op 7 april 2023, waarin verzoekster haar klachten over haar voormalige bewindvoerder wilde bespreken. Verzoekster stelde dat de rechter zich onprofessioneel had gedragen, niet neutraal was en haar had gekleineerd.
De wrakingskamer heeft het verzoek beoordeeld en geconcludeerd dat het kennelijk ongegrond is. De wrakingskamer benadrukte dat een rechter alleen gewraakt kan worden als er concrete omstandigheden zijn die de onpartijdigheid van de rechter in twijfel trekken. In dit geval was er geen bewijs dat de rechter vooringenomen was of dat er objectief gerechtvaardigde vrees voor partijdigheid bestond. De wrakingskamer merkte op dat de rechter regie voert over de behandeling van zaken en dat zij een grote mate van vrijheid heeft in de wijze van behandelen.
De wrakingskamer heeft ook aangegeven dat verzoekster haar schriftelijke bewijzen kan toesturen aan de rechter om de afhandeling van haar klacht tegen de bewindvoerder voort te zetten. De beslissing van de wrakingskamer is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.