ECLI:NL:RBNNE:2023:2862
Rechtbank Noord-Nederland
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in ontuchtzaak wegens gebrek aan bewijs
Op 13 juli 2023 heeft de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van ontuchtige handelingen. De zaak kwam voort uit een incident dat plaatsvond op 25 augustus 2019, waarbij de verdachte, een oudoom van het slachtoffer, zou hebben geprobeerd het slachtoffer te dwingen tot ontuchtige handelingen. De officier van justitie eiste een gevangenisstraf van zes maanden, waarvan drie maanden voorwaardelijk, op basis van de aangifte van het slachtoffer en getuigenverklaringen van de ouders van het slachtoffer.
Tijdens de zitting op 29 juni 2023 ontkende de verdachte de beschuldigingen en stelde dat hij zich niets kon herinneren van de beschreven handelingen. De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs was om de verdachte te veroordelen. De verklaring van het slachtoffer stond tegenover de ontkenning van de verdachte, en de rechtbank concludeerde dat de verklaringen van de ouders van het slachtoffer en de e-mailcorrespondentie tussen de verdachte en de vader van het slachtoffer niet voldoende steunbewijs boden voor de aangifte.
De rechtbank benadrukte dat in zedenzaken het bewijs vaak problematisch is, en dat de verklaring van de aangever alleen niet voldoende is zonder bijkomend bewijs. Aangezien er geen ander concreet bewijs was, sprak de rechtbank de verdachte vrij van alle tenlastegelegde feiten. Tevens verklaarde de rechtbank de benadeelde partij, het slachtoffer, niet-ontvankelijk in haar vordering tot schadevergoeding, omdat het feit waaruit de schade zou zijn ontstaan niet bewezen was geacht. De proceskosten werden door beide partijen zelf gedragen.